Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Renkum |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Renkum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-10-2008 | Nieuwe regeling | 19-12-2007 Veluwepost, 03-10-2008 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Renkum;
gelezen het voorstel van het college van 31 oktober 2007;
gelet op artikel 140/141 van de Wet op het primair onderwijs, ,de artikelen 134 en 135 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 96g en 96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;
gelet op de artikelen XIII, XV en XVII van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden;
gelet op de artikelen 5 en 147 van de Gemeentewet;
gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
overwegende dat het noodzakelijk is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend gemeentelijk beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;
besluit vast te stellen de volgende:
verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Renkum.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 76a of artikel 76b van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995(Stb.319) of artikel 75 van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorzieningen; weigeringsgronden
Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevens deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Aanvraag aanvullende voorzieningen; weigeringsgronden
Het college besluit binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag of binnen vier weken na de verstrekking van de aanvullende gegevens. Het college stelt het schoolbestuur hiervan schriftelijk in kennis.
Paragraaf 2.3 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Artikel 12 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling
De beschikking tot subsidieverlening of subsidievaststelling bevat voorts:
het bedrag van de subsidie of indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag niet vermeldt, het bedrag waarop de subsidie ten hoogste wordt vastgesteld; het bedrag van het voorschot of de wijze van vaststelling daarvan indien de beschikking tot subsidieverlening bepaalt dat het college een voorschot verleent;
Artikel 13 Uitvoering beschikking tot subsidieverlening
Ten aanzien van het beleid tot intrekking, wijziging, stopzetting of verlaging van de afgegeven subsidiebeschikking dan wel terugvordering van gegeven subsidie is titel 4.2 van de wet van toepassing.
Artikel 15 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling
Artikel 18 Verbod tot vervreemding
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen, is niet toegestaan zonder toestemming van het college tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Artikel 19 Informatieverstrekking
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 19 december 2007 en gewijzigd in de openbare raadsvergadering van 24 september 2008.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM,
de griffier, de voorzitter,
mr. J.I.M. le Comte, drs. J.P. Gebben
Bijlage Voorzieningen van deze verordening
In deze bijlage wordt aangegeven welke voorzieningen onder de werking van deze verordening vallen.
A. Voorziening instandhouding nevenvestiging
I Aanduiding van de voorziening
Een voorziening ten behoeve van het instandhouden van een nevenvestiging binnen de grenzen van de gemeente. Deze wordt door het Cfi aangemerkt als nevenvestiging en komt in aanmerking voor een ¾ instandhouding door het rijk. De aanvrager beschikt over een beschikking van het ministerie als bewijs dat de nevenvestiging aan de wettelijke eisen voor instandhouding voldoet.
Voor wat betreft de materiele component wordt uitgegaan van de vaste bedragen binnen het leerling afhankelijke programma van eisen, onderdeel middelen en het vast bedrag voor NOAT als genoemd in het programma van eisen van het bekostigingsstelsel basisonderwijs.
Voor de personele component wordt uitgegaan van een compensatie boven de drievierde opslag zoals berekend door het Cfi door de overige 25% kleine scholentoeslag in formatierekeneenheden te vermenigvuldigen tegen het voor dat schooljaar geldende lage verzilveringstarief, zodat de scholen de volle 100% kleine scholentoeslag zullen blijven ontvangen.
De personele component voorziet niet in een aanvulling in een directeursfunctie of een adjunct directeursfunctie voor een nevenvestiging.
Voor wat betreft de materiele component wordt de aanvraag gedaan bij het college van burgemeester en wethouders uiterlijk op 30 juni vooraf gaande aan het betreffende schooljaar.
Voor wat betreft de personele component wordt de aanvraag gedaan binnen drie maanden na afloop van het tijdvlak waarover de voorziening wordt aangevraagd.
III Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De toekenning geschiedt voor de duur van een schooljaar.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening
De nevenvestiging waarvoor de voorziening wordt aangevraagd voldoet aan het gestelde in artikel 158, eerste lid onder b, van de Wet op het primair onderwijs (WPO). Dat wil zeggen dat het leerlingen aantal voldoet maar ook dat zich binnen een straal van drie kilometer geen school bevindt waar gelijk onderwijs wordt gegeven. Het schoolbestuur die de voorziening aanvraagt beschikt over een door het CFI afgegeven beschikking die aantoont dat wordt voldaan aan het gestelde in artikel 158 WPO, voor het schooljaar waarvoor de voorziening wordt aangevraagd.
IVa De voorziening staat open voor een basisschool;
IVb Voorziening staat open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente;
IVc De nevenvestiging wordt als zodanig door het Cfi erkend, de hoofdvestiging maakt daardoor aanspraak op drievierde bekostiging door het rijk;
Indien de nevenvestiging niet langer aan bedoelde norm voldoet, vervalt de aanspraak op de voorziening.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
De toekenning van zowel de materiele als de personele component vindt plaats middels een vaststellingbeschikking;
Voor wat betreft de materiele component wordt uitgegaan van de vaste bedragen binnen het leerling afhankelijke programma van eisen, onderdeel middelen en het vast bedrag voor NOAT als genoemd in het programma van eisen van het bekostigingsstelsel basisonderwijs.
Voor de personele component wordt uitgegaan van een compensatie boven de drievierde opslag zoals berekend door het Cfi door de overige 25% kleine scholentoeslag in formatierekeneenheden te vermenigvuldigen tegen het voor dat schooljaar geldende lage verzilveringstarief, zodat de scholen de volle 100% kleine scholentoeslag zullen blijven ontvangen.
Jaarlijks stelt de raad het plafond vast bij de vaststelling van de begroting.
Het op basis van een subsidieplafond ten behoeve van de voorziening beschikbaar gestelde budget zal zodanig verdeeld worden dat het schoolbestuur dat historische rechten heeft ten aanzien van de voorziening, als eerste aanspraak kan maken op de voorziening.