Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
standplaats:
de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
- b.
dagplaats:
de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;
- c.
vaste standplaats:
de standplaats die voor onbepaalde tijd aan de vergunninghouder beschikbaar is gesteld;
- d.
seizoenplaats:
de standplaats die voor een bepaalde termijn jaarlijks aan de vergunning beschikbaar is gesteld;
- e.
standwerken:
de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;
- f.
standwerkersplaats:
de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;
- g.
marktterrein:
de openbare ruimte die bij of krachtens artikel 2 van het marktreglement is aangewezen voor het houden van een warenmarkt.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam “marktgeld” worden op grond van deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel rechten geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats en voor het door of vanwege de gemeente verstrekken van diensten ten gunste van een standplaats.
Artikel 3 Belastingplicht
Het marktageld wordt geheven van degene die een standplaats toegewezen heeft gekregen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
- 1.
Het marktgeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
- 2.
Voor de berekening van het marktgeld wordt de ingenomen oppervlakte naar boven afgerond op een volle eenheid.
Artikel 5 Teruggaaf
Teruggaaf van marktgeld vindt uitsluitend plaats, indien een vergunninghouder op grond van de Marktverordening gedurende het kalenderkwartaal of een gedeelte ervan het recht op het innemen van een standplaats wordt ontnomen. De teruggaaf geschiedt naar evenredigheid van het aantal marktdagen, waarvoor de uitsluiting geldt, ten opzichte van het totale aantal marktdagen.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Voor dagplaatsen en standwerkersplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een marktdag. Voor vaste standplaatsen en seizoenplaatsen is het belastingtijdvak gelijk aan een kalendermaand.
Artikel 7 Wijze van heffing
- 1.
Het marktgeld voor een vaste standplaats en seizoenplaats wordt geheven bij wege van aanslag.
- 2.
Het marktgeld voor een dagplaats en een standwerkersplaats wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.
Artikel 8 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld dat:
- a.
bij wege van aanslag wordt geheven binnen één maand na dagtekening van het aanslagbiljet worden betaald;
- b.
door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving wordt geheven op het moment van uitreiking worden betaald.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 9 Kwijtschelding
Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 10 Nadere regels
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels vaststellen met betrekking tot de heffing en de invordering van het marktgeld.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De ‘Verordening marktgelden 2016’ vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2015, nr. 2b, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2017, welke datum tevens de datum van ingang van de heffing is.
- 3.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening marktgelden 2017’.
TARIEVENTABEL MARKTGELDEN 2017
(behorend bij de Verordening marktgelden 2017
- 1.
Het marktgeld bedraagt voor vaste standplaatsen, dagplaatsen en seizoenplaatsen per ter beschikking gestelde standplaats per marktdag of gedeelte daarvan:
- a.
kleinverbruik (230V/16A): € 0,99 per m² + € 1,67 per marktdag;
- b.
kleinverbruik op een krachtstroomaansluiting (400V/16A): € 0,99 per m² + € 5,01 per marktdag;
- c.
krachtstroom (400V/32A): € 0,99 per m² + € 10,02 per marktdag.
- 2.
Het marktgeld bedraagt voor standwerkersplaatsen per strekkende meter ter beschikking gestelde standplaats per marktdag of gedeelte daarvan € 7,36.
De opbouw van het marktgeld is als volgt:
- 1.
Kleinverbruik:
€ 0,95 per m² exclusief BTW (innemen standplaats, inclusief € 0,12 promotiegeld)
€ 0,04 per m² exclusief BTW (elektriciteit)
€ 1,67 exclusief BTW per marktdag (vast tarief elektriciteit)
- 2.
kleinverbruik op krachtstroomaansluiting:
€ 0,95 per m² exclusief BTW (innemen standplaats, inclusief € 0,12 promotiegeld)
€ 0,04 per m² exclusief BTW (elektriciteit)
€ 5,01 exclusief BTW per marktdag (vast tarief elektriciteit)
- 3.
Krachtstroom
€ 0,95 per m² exclusief BTW (innemen standplaats, inclusief € 0,12 promotiegeld)
€ 0,04 per m² exclusief BTW (elektriciteit)
€ 10,02 exclusief BTW per marktdag (vast tarief elektriciteit).