Organisatie | Zeewolde |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement naamgeving en nummering (adressen) 2010 |
Citeertitel | Reglement naamgeving en nummering 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt het op 29 januari 2004 door de raad vastgestelde en met ingang van 16 juni 2010 ingetrokken Instellingsbesluit commissie straatnaamgeving en de op 29 januari 2004 vastgestelde en met ingang van 16 juni 2010 ingetrokken Verordening op de naamgeving van delen van de openbare ruimte en de nummering van gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen (adressen).
Hoofdstuk 8 bevat een overgangsbepaling.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-06-2010 | nieuwe regeling | 08-06-2010 Zeewolde Actueel, 16-06-2010 | V068 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
verblijfsobject: de kleinste binnen één of meerdere gebouwen gelegen en voor woon-, bedrijfsmatige of recreatieve doeleinden geschikte eenheid van gebruik, die ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte en dat onderwerp kan zijn van rechtshandelingen.
Voor de overige begrippen, voor zover hier niet genoemd, wordt aangesloten bij de begripsomschrijvingen uit de Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2010.
Artikel 10. Nummeren van meergezinsgebouwen (met meerdere bouwlagen)
Als er in een gebouw meerdere woningen per verdieping aanwezig zijn met één gezamenlijk trappenhuis - de zogenoemde portiekwoningen - geschiedt de nummering verticaal. Daarbij wordt eerst de linkerzijde van het portiek van beneden naar boven genummerd en vervolgens de rechterzijde van beneden naar boven.
Als er op de begane grond van een gebouw als bedoeld in het tweede lid, andere objecten zijn gelegen die genummerd worden, is van belang waar de toegang tot de galerijflat is gelegen ten opzichte van de toegang van die andere objecten. Ligt de toegang van dat object vóór de toegang tot de galerijflat dan wordt eerst dat object genummerd en vervolgens de woningen van de erachter liggende galerijflat. Ligt de toegang van dat object ná de toegang tot de galerijflat dan worden eerst de woningen van de galerijflat genummerd en vervolgens het erachter gelegen object.
Artikel 12. Toe te kennen authentiek huisnummer garage of bedrijfspand aan woning
Het authentieke nummer voor een garage of bedrijfspand aan een woning, waarbij de garage valt aan te merken als een afzonderlijk verblijfsobject, bestaat uit het authentieke nummer van de woning waaraan een opvolgende letter wordt toegevoegd.
Artikel 13. Toe te kennen authentiek huisnummer later geplaatst hoofdgebouw, bedrijfspand of garage bij woning
Het authentieke nummer voor een later geplaatst hoofdgebouw, garage of bedrijfspand bij een woning bestaat uit de cijfers van het authentieke huisnummer van de genoemde woning waaraan een opvolgende letter wordt toegevoegd.
Hoofdstuk 4. Wijziging van namen en nummers
Artikel 16. Zorgvuldigheidsnormen bij herbenoeming of vernummering
Bij een herbenoeming of vernummering worden de volgende zorgvuldigheidsnormen in acht gehouden:
Hoofdstuk 5. Ingangsdatum, registratie, openbaarmaking en bekendmaking van toegekende namen en nummers
Artikel 18. Ingangsdatum van namen
Toegekende namen gaan in op de datum dat het college hiertoe besluit of op de datum die in het "besluit openbare ruimte" is vermeld.
Artikel 19. Ingangsdatum van nummers
Een toegekend nummer gaat in op de datum waarop het in het "besluit nummeraanduiding" is vastgesteld of op de datum die voor dat nummer in het besluit is vermeld.
Artikel 20. Registratie van namen en nummers
Toegekende namen voor de openbare ruimte en authentiek nummers voor verblijfsobjecten worden in het BAG-register vastgelegd en gemeld aan de Landelijke Voorziening.
Bijlage bij het Reglement naamgeving en nummering (adressen) 2010
Technische uitvoeringsvoorschriften voor de nummering
Artikel 1. Wijze van toekenning van nummers
Artikel 2. Plaatsing van de nummerdragers
Nummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.
Artikel 3. Afmetingen en vormgeving nummerdragers
Artikel 4 Materiaalkeuze voor de nummerdragers
Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten nummerdragers, is in overeenstemming met het over de uitvoering van de dragers gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.
Artikel 5 Voeren oude en nieuwe nummers
Bij het gedurende een jaar naast elkaar gebruiken van de oude naam of het oude nummer naast de nieuwe naam of het nieuwe nummer wordt de oude naam met een streep en het oude nummer met een kruis doorgehaald (facultatief).
De naamdragers moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden, zoals vervat in de Nederlandse norm NEN 1772, uitgave 1992.
Toelichting bijlage technische uitvoeringsvoorschriften
Lid 1. Ook voor nieuwe wijken of buurten verdient het aanbeveling om een systeem van nummering te kiezen dat zo veel mogelijk aansluit bij het systeem dat van oudsher in de gemeente gangbaar is. In de Nederlandse
norm 1773 (uitgave: Nederlands Normalisatie-instituut, Delft, herziene uitgave, 1983), hoofdstuk 3, zijn de in gemeente gangbare systemen van nummering nader gedefinieerd: Systeem A: de hoofdregel van dit
systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend vanuit het centrum van de gemeente (of vanaf het (oude) gemeentehuis). Systeem B: de hoofdregel van dit systeem houdt in dat de nummers oplopen, gerekend van noord naar zuid en van west naar oost. Systeem C: de nummering vindt in dit systeem plaats gerekend vanaf hoofdwegen naar het einde van (doodlopende) zijwegen of woonerven. Voor elk systeem bevat de norm detailregels voor situaties waarin de hoofdregels niet onverkort toepasbaar zijn, alsmede nadere regels over etagewoningen en dergelijke. Tevens zijn toelichtende tekeningen opgenomen.
Lid 2. De in het onderhavige lid bedoelde plattegrond van de gemeente is slechts vereist indien in de gemeente meer dan één nummersysteem gangbaar is. In dat geval moet immers de aanwijzing van een van
de omschreven systemen ten behoeve van een bepaalde wijk of buurt plaatsvinden. Tevens moeten dan de grenzen tussen die wijken of buurten worden gedefinieerd.
Met het oog op de zichtbaarheid vanaf de openbare weg bevat de Nederlandse norm NEN 1773, hoofdstuk 4, maatvoorschriften voor de plaats van de nummerdragers, gerekend vanaf het maaiveld en de bijbehorende voordeur. Tevens worden regels gegeven voor de verzamel- en verwijsbordjes die nodig zijn bij de ligging van meer dan één woning (of bedrijf) in hetzelfde gebouw, respectievelijk bij de ligging binnen een complex of op grote afstand van de weg.
Lid 1. In de Nederlandse norm NEN 1774 zijn tekeningen voor nummerdragers opgenomen met volledige maatvoering. Uitgegaan is van een hoogte van de cijfers van 88 millimeter. De breedte van de nummerdragers varieert, afhankelijk van het aantal cijfers waaruit een bepaald nummer bestaat. Het opgenomen cijferontwerp is van een schreefloos, op grote afstand leesbaar type.
Lid 2. Bij de beoordeling van een gelijkwaardige leesbaarheid verdient het in elk geval aanbeveling om geen cijfers van een geringere hoogte dan circa 9 cm te accepteren.
De overigens globaal omschreven uitvoeringseisen in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959, zijn gericht op de keuze van materialen die duurzaam bestand zijn tegen weersinvloeden. Te verlichten nummerdragers bestaan in de regel uit zogenaamde transparanten, waarachter bij duisternis een lampje brandt.
(De bovenstaande tekst is een beschrijving gebaseerd op de in gemeente van oudsher gehanteerde werkwijze die later in NEN-normen zijn neergelegd. Gemeenten worden aangeraden uit te gaan van de genoemde NEN-normen, waarin de voornoemde werkwijze is gecodificeerd. De NEN-bladen zijn verkrijgbaar bij het NEN, Vlinderweg 6, postbus 5059, 2600 GB Delft, telefoon (015) 269 03 90,
Dit artikel regelt de afmeting en vorm van nummerdragers. De inhoud van dit artikel spreekt voor zich.
Met het met een streep doorhalen van de oude naam en met een kruis doorhalen van het oude nummer wordt voor een ieder die zoekt op de oude naam of het oude nummer duidelijk dat er een wijziging in de naam of nummer is opgetreden (facultatief).
Dit artikel regelt de functionele eisen voor naamborden en naamverwijsborden.
Elke gemeente is verplicht om voor haar grondgebied tenminste één woonplaats vast te stellen. Dit is om aan te sluiten bij het postcoderegime, waarbij de postcode is gekoppeld aan een straat en een woonplaats (niet een gemeentenaam).
De gemeente Zeewolde heeft bij het verdelen van het grondgebied in stadsdelen, wijken en buurten voor het gehele grondgebied de woonplaats Zeewolde vastgesteld. Dit betekent dat kernen en buurtschappen niet van een afzonderlijke woonplaatsnaam zijn of worden voorzien. Een en ander
betekent ook dat elke postcode in Zeewolde begint met 38.
De verdeling in wijken en buurten geeft een geografische verdeling die steeds verfijnder wordt.
Voor de Basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) geldt een maximum aantal karakters van 80 voor een naam voor de openbare ruimte. De Wet BAG schrijft voor dat alle andere overheden de officiële BAG-schrijfwijze moeten volgen. Daar waar mogelijk wordt vanwege de lengte van de naamdragers toch zoveel mogelijk geprobeerd een naam te beperken tot 24 karakters.
Ook wordt geadviseerd om bij toekennen van namen geen voornamen, voorletters, adellijke titels of predikaten op te nemen. Elke naam dient met een hoofdletter te beginnen, ook als de naam met een voorvoegsel begint.
Voor wijken, buurten of te onderscheiden delen daarvan worden thema’s of subthema’s bedacht. Binnen dat (sub)thema worden namen verzameld die op een zogenoemde groslijst worden opgenomen en beheerd door de secretaris van de commissie. Het thema zelf wordt door het college vastgesteld.
Voor de uiteindelijke toekenning van namen wordt de door de commissie vastgestelde groslijst gebruikt. De commissie kiest uit die lijst het aantal benodigde namen. Die namen worden vervolgens aan het college voorgesteld voor uiteindelijke toekenning.
Verklarende onderteksten die door het college bij een straatnaam worden vastgesteld dienen niet meer dan 60 karakters te bevatten om de grootte van een bord te beperken.
De voorbereiding van besluiten tot het toekennen van namen is aan de secretaris van de commissie toegewezen die in het voorstel aan het college het advies van de commissie verwoordt.
In dit artikel wordt aangegeven in welke gevallen de bevolking geconsulteerd kan worden.
In de BAG-regelgeving is bepaald dat een bij het verlenen van een bouw/ omgevingsvergunning het adres wordt vastgesteld. Ten opzichte van het vorige proces is het moment van toekenning van een nummer dus naar voren geschoven. Bij het nummeren van een object wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van een Arabisch cijfer, eventueel gevolgd door een letter. Alleen als dit niet mogelijk is, wordt gebruik gemaakt van een toevoeging.
Dit artikel spreekt voor zich.
De BAG-wetgeving schrijft voor wat er van een authentiek adres moet worden voorzien. Daarnaast is het mogelijk dat de gemeentelijke organisatie ook behoefte heeft aan het nummeren van andere objecten. Zo’n object wordt dan van een niet-authentiek adres voorzien. Een niet authentiek adres
wordt alleen intern gebruikt door de gemeente en niet gemeld aan de Landelijke Voorziening.
Deze artikelen spreken voor zich.
In een aantal gevallen, zoals in lid 1 genoemd moet een naam herbenoemd worden (verplichting). Lid 2 biedt het college daarnaast de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot herbenoeming van een naam. Dit ter beoordeling van het college en na advies hierover van de commissie naamgeving openbare ruimte.
In een aantal gevallen, zoals in lid 1 genoemd moet een nummer vernummerd worden (verplichting). Lid 2 biedt het college daarnaast de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot vernummering.
Dit artikel bevat een aantal zorgvuldigheidsnormen die in acht worden gehouden bij een herbenoeming of vernummering. Herbenoeming en/of vernummering vindt alleen plaats als dit noodzakelijk is. Bij
nummering wordt eerst beoordeeld of het toevoegen van een letter of toevoeging aan het nummer tot een logische nummering kan leiden, waardoor vernummering achterwege kan blijven.
Als een herbenoeming en/of vernummering noodzakelijk blijkt wordt een eerste plan daarvoor eerst met direct belanghebbenden besproken, de zogenoemde beginspraak. Aan de hand van deze beginspraak wordt een voornemen opgesteld en aan direct belanghebbenden voorgelegd. Zij
worden daarbij in de gelegenheid gesteld hun zienswijze naar voren te brengen.
Bij grote(re) herbenoemingen en vernummeringen wordt de wijkbeheerder geïnformeerd. Na het beoordelen van de zienswijze(n) wordt een besluit opgesteld en aan direct belanghebbende voorgelegd. Als tijdens een inspraakbijeenkomst blijkt dat er overeenstemming is met de meerderheid van de direct belanghebbenden, kan een voornemen achterwege blijven.
Er worden minimale overgangstermijnen gehanteerd voor particulieren en bedrijven.
Dit artikel spreekt voor zich.
Een naam of nummer heeft een bepaalde ingangsdatum. Voor een naam is dit de datum van het collegebesluit waarin het (deel van de) openbare ruimte is benoemd. In sommigen gevallen staat in het collegebesluit zelf een specifieke ingangsdatum. Dan geldt die datum.
Een nummer gaat officieel in op de datum van het besluit waarin dat nummer is opgenomen. Ook hier geldt dat in dat besluit een afzonderlijke ingangsdatum van een specifiek nummer kan staan. In dat geval geldt die
Namen voor (delen van) de openbare ruimte en nummers voor objecten worden geregistreerd in het gemeentelijk BAG-register. Het BAG-register is de bron van authentieke adresgegevens. Andere binnengemeentelijke applicaties zijn afnemer van het BAG-register en zijn verplicht deze adresgegevens te hanteren. Authentieke adresgegevens die in het BAG-register worden opgenomen worden door de applicatie gemeld aan de Landelijke Voorziening. Buitengemeentelijke afnemers zijn verplicht de
adresgegevens uit de Landelijke Voorziening te gebruiken.
Nadat het college een naam heeft toegekend valt het besluit onder de Wet Openbaar Bestuur en is het een openbaar besluit. Gebruikelijk is dat een genomen besluit via het perscontact openbaar wordt gemaakt.
Bij toekenning van een naam zijn er over het algemeen geen direct belanghebbenden aan wie het besluit bekend gemaakt kan worden. Bij herbenoeming van een bestaande naam is dit uiteraard wel het geval.
In gevallen dat belanghebbende(n) eerst moet worden geïnformeerd omdat een besluit hen specifiek betreft wordt een besluit onder embargo genomen. Dit betekent dat dit besluit niet via het perscontact in de openbaarheid wordt gebracht omdat de belangen van belanghebbende(n) hier mogelijk door zou(den) kunnen worden geschaad.
Bekendmaking aan bijvoorbeeld interne- en externe afnemers is van belang om de diverse administraties van bijvoorbeeld huursubsidie, belastingen, kadaster, waterschap, ministerie enzovoorts te voorzien van actuele gegevens. Die gegevens zijn voor hen van belang voor een goede uitvoering van de aan hen opgedragen (wettelijke) taken. Besluiten over naamgeving worden bij een "besluit openbare ruimte" gevoegd en vervolgens ter inzage gelegd bij de Servicebalie.
Elk "besluit openbare ruimte" wordt afgekondigd op de gemeentepagina van de gemeente Zeewolde. Besluiten over nummering worden niet ter inzage gelegd en gepubliceerd, maar rechtstreeks bekendgemaakt aan rechthebbende en aangewezen interne- en externe afnemers en nutsbedrijven.
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor een naamdrager. In lid 2 is bepaald dat door de gemeente de naamdrager wordt aangebracht. In eerste instantie is de gemeente hiervoor verantwoordelijk. In de praktijk wordt het plaatsen echter regelmatig uitbesteed aan bijvoorbeeld de aannemer of opdrachtgever van een bouwproject. De gemeente ziet in die gevallen er op toe dat de naamdrager en de plaatsing ervan voldoet aan de daarvoor vastgestelde NEN-normen.
De thans voorgeschreven borden zijn blauw met wit opschrift. Deze dienen te worden gebruikt bij nieuwe toegekende straatnamen en bij vervanging van bestaande borden. Een nieuw bord voldoet dan aan de kleurcombinatie blauw/ wit.
In het vierde lid is bepaald dat straatnaamborden aan de ringwegen en op belangrijke kruisingen of splitsingen op een andere wijze mogen worden geplaatst dan in de NEN-norm is voorgeschreven. Het is sinds een aantal jaren gebruikelijk dat in die gevallen borden worden aangebracht op ongeveer 1 meter boven maaihoogte. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat deze manier van plaatsing de leesbaarheid van het straatnaambord in die gevallen verbetert.
Zogenoemde naamverwijsborden verhogen in bepaalde gevallen de vindbaarheid van een deel van de openbare ruimte, zoals een straat. Zij kunnen worden aangebracht conform de regels voor naamdragers en nummerdragers, die in artikel 23 zijn opgenomen.
Naamverwijsborden mogen ook geïntegreerd in een naamdrager of onder een andere naamdrager aangebracht worden.
Borden met wijk- of buurtnaam, dan wel wijk- of buurtnummer worden geïntegreerd in of onder een naamdrager opgenomen.
Uit oogpunt van kostenbeheersing hoeven aanduidingen van wijk of buurt - die opgenomen worden in of onder een straatnaambord - alleen opgenomen te worden op straatnaamborden aan het begin en het eind van de straat.
Een verklarende tekst bij een straatnaam kan zowel geïntegreerd in het straatnaambord als met een afzonderlijk onderbord worden aangebracht.
Uit oogpunt van kostenbeheersing hoeven verklarende teksten alleen opgenomen te worden op of onder straatnaamborden aan het begin en het eind van de straat.
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor nummerdragers. Deze NEN-normen zijn om praktische redenen opgenomen in een afzonderlijke bijlage die als nadere "werkinstructie" gelden bij de uitvoering van het reglement. Hierdoor is het mogelijk de bijlage te actualiseren zonder dat het noodzakelijk is een formele wijziging op het reglement aan het college voor te leggen.
In lid 2 is bepaald dat door de eigenaar of rechthebbende de nummerdrager wordt aangebracht.
De voorgeschreven nummerdrager is wit met zwart opschrift. Aan woningen worden echter vaak kunstzinniger of sierlijker nummers aangebracht door de eigenaar of huurder. Deze alternatieve nummeraanduiding is toegestaan als die voldoet aan de voorwaarden van artikel 27, vierde en vijfde lid. Een alternatieve nummerdrager is ook toegestaan als daarnaast de oorspronkelijk aangebrachte nummerdrager gehandhaafd blijft. Die nummerdrager moet daarbij bovendien blijven voldoen aan de voorwaarden van leesbaarheid.
In lid 3 is de mogelijkheid geopend om een tweede nummerdrager te gebruiken. Vooral in het buitengebied komt het regelmatig voor dat bijvoorbeeld een woning zo ver van de openbare weg is gelegen dat de oorspronkelijke nummerdrager niet (goed) leesbaar is. Zogenoemde nummerverwijsborden verhogen in bepaalde gevallen de vindbaarheid van een object, zoals een huis of bedrijf. Zij kunnen worden aangebracht conform de regels voor naamdragers en nummerdragers, die in artikel 23 en 27 zijn opgenomen. Nummerverwijsborden mogen ook geïntegreerd in een naamdrager of onder een naamdrager of nummerdrager aangebracht worden.