Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Renkum

Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRenkum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening bezwarenregeling personele aangelegenheden
CiteertitelVerordening bezwarenregeling personele aangelegenheden
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden vastgesteld op 25 april 2007.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-07-2010nieuwe regeling

02-06-2010

Veluwepost, 18-06-2010

12-04-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden

De raad en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft;

 

gezien het voorstel van het college d.d. 12 april 2010;

 

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: de bezwarencommissie “personele aangelegenheden”.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad en het college.

  • 2.

    De commissie is slechts bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten betrekking hebbend op personele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie leden die geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Renkum. Zij worden benoemd, geschorst en ontslagen door het college, conform het bepaalde in lid 2 van dit artikel.

  • 2.

    De leden, als bedoeld in lid 1, worden op de volgende wijze geselecteerd:

    • a.

      voorzitter: aan te wijzen door de werkgever en de werknemersdelegatie in de commissie voor het Georganiseerd Overleg gezamenlijk;

    • b.

      een extern lid: aan te wijzen door de werkgever;

    • c.

      een extern lid: aan te wijzen door de werknemersdelegatie in de commissie voor Georganiseerd Overleg;

  • 3.

    Het college benoemt tevens een plaatsvervanger voor ieder lid. De plaatsvervangers worden op identieke wijze voorgedragen als de leden.

  • 4.

    De leden beschikken over adequate en relevante juridische en bij voorkeur ook bestuurlijke deskundigheid.

Artikel 4 Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

  • 3.

    De secretaris dient de commissie desgevraagd van advies.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1.

    De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar en zij zijn terstond herbenoembaar.

  • 2.

    De (plaatsvervangend) voorzitter en (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    Het college kan tussentijds tot schorsing en ontslag van de voorzitter of een lid overgaan indien daarover in het Georganiseerd Overleg overeenstemming bestaat. Het college zal tot ontslag overgaan als de voorzitter of een lid een ambt of functie heeft aanvaard die krachtens artikel 3, eerste lid, van deze verordening onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie.

  • 4.

    De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien. Dit geldt niet voor de voorzitter en leden die op grond van het bepaalde in het derde lid, eerste volzin, uit hun functie zijn ontheven.

  • 5.

    De commissie stelt een rooster van aftreden op zodat de continuïteit van de commissie wordt gewaarborgd.

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14 van de Awb wordt vermeld dat een commissie over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 7 Bemiddeling

De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de

zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige

handelingen.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voorzover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, tweede en vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt het tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen op het gemeentehuis in Oosterbeek.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbende(n) of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist dat alle leden of hun plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Artikel 13 Niet-deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 14 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie is niet openbaar.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 4.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

  • 5.

    Het verslag is niet openbaar, maar wordt wel meegezonden als een beslissing van het verwerend orgaan wordt gevraagd. Het verslag wordt verder pas ter beschikking gesteld aan anderen dan de commissieleden en het verwerend orgaan als de belanghebbende beroep instelt.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

1. Het advies wordt tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 19 Geheimhouding

De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen bij de uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt.

Artikel 20 Intrekking oude regeling

De Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 april 2007, wordt ingetrokken.

Artikel 21 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden.

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bezwarenregeling personele aangelegenheden.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 2 juni 2010,

DE RAAD VAN DE GEMEENTE RENKUM,

de griffier, de voorzitter,

mr. J.I.M. le Comte, drs. J.P. Gebben

Aldus ingesteld bij besluit van het college en de burgemeester van 20 april 2010,

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN RENKUM

de secretaris, de burgemeester,

ir. T.N.M. Visser, drs. J.P. Gebben