Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Utrecht houdende belastingtarieven voor het parkeren Parkeerbelastingverordening 2017 |
Citeertitel | Parkeerbelastingverordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2017.
Deze regeling vervangt de Parkeerbelastingverordening 2016.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2017 | 01-01-2018 | toevoeging artikel 5 aan tarieventabel onderdeel II, letter A. | 06-07-2017 | . | |
01-01-2017 | 01-10-2017 | nieuwe regeling | 10-11-2016 | VO 2016, nr. 24 |
(raadsbesluit van 10 november 2016)
De raad van de gemeente Utrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 september 2016
gelet op artikel 225 en 228 van de Gemeentewet en de vigerende Parkeerplaatsenverordening;
gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 12 oktober 2016;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van de Parkeerbelastingverordening 2017, inclusief de daarbij behorende tarieventabel 2017(Parkeerbelastingverordening 2017)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- en uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig, dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 475) aangehouden register van opgegeven kentekens, als houder wordt aangemerkt degene wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
centrale computer:een computer van de gemeente dan wel een computer van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel;
dagkaart: een parkeerkaart, welke na het voldoen van parkeerbelasting op aangifte, bij aanvang van het parkeren afgegeven wordt door parkeerapparatuur en waarmee tegen een gereduceerd tarief tot aan het einde van de betreffende periode waarover parkeerbelasting is verschuldigd, geparkeerd kan worden op de op de parkeerkaart aangegeven parkeerapparatuurplaatsen;
avondkaart: een parkeerkaart, welke na het voldoen van parkeerbelasting op aangifte, bij aanvang van het parkeren, afgegeven wordt door parkeerapparatuur en waarmee tegen een gereduceerd tarief vanaf 19.00 uur tot aan het einde van de betreffende periode waarover parkeerbelasting is verschuldigd, geparkeerd kan worden op de op de parkeerkaart aangegeven parkeerapparatuurplaatsen;
vergunning voor huur- en leenauto's:een vergunning, afgegeven aan een bewoner van een bepaald deelrayon ten behoeve van het tijdelijk parkeren van een voertuig dat niet op naam van de bewoner staat, krachtens welke het is toegestaan een voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen in het betreffende (deel)rayon:
autodate-vergunning: een vergunning, afgegeven aan een autodate-organisatie voor een voertuig, waarvan de organisatie de houder is en waartoe aan die organisatie een belanghebbendenplaats is toegekend in het (deel)rayon, krachtens welke het is toegestaan het voertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen in het betreffende (deel)rayon;
Onder de naam parkeerplaatsengeld wordt geheven de belasting als bedoeld in artikel 228 Gemeentewet, terzake van parkeerplaatsgebruik, waaronder moet worden verstaan het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats dan wel het houden van een voorwerp, niet zijnde een voertuig, op of boven een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats.
De belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dat gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Het parkeerplaatsengeld, als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt geheven van de degene, die de parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats afzet of laat afzetten dan wel de in artikel 2, tweede lid bedoelde voorwerpen, niet zijnde een voertuig, op een parkeerapparatuurplaats of op een belanghebbendenplaats houdt.
Artikel 5 Ontstaan van de belastingschuld
In afwijking van het bepaalde in het vorige lid is de belasting terstond verschuldigd na afloop van het parkeren, indien wordt geheven door middel van het aanmelden bij de centrale computer van de gemeente dan wel van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel.
Artikel 6 Belastingtarief, belastingtijdvak en maatstaf van de heffing
Het belastingtarief, belastingtijdvak en de maatstaf van heffing zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en de daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 7 Wijze van heffing en termijn van betaling
In afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid moet de belasting, indien het inwerkingstellen van de parkeerapparatuur geschiedt door middel van het aanmelden bij de centrale computer van de gemeente dan wel van het bedrijf of de instantie waarmee de gemeente een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of ander communicatiemiddel, betaald worden binnen twee maanden na de dag waarop het belastbare feit heeft plaatsgevonden.
Artikel 8 Ontheffing van parkeerbelasting
Indien de belastingplicht in de loop van een kwartaal aanvangt, is de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, verschuldigd voor zoveel maanden van de voor dat kwartaal verschuldigde belasting als er in dat kwartaal, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, bestaat voor de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, aanspraak op ontheffing voor zoveel maanden van de voor dat kwartaal verschuldigde belasting als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Deze aanspraak geldt niet voor tijdelijke vergunningen als bedoeld onder artikel 3, vierde en vijfde lid ,van de vigerende Parkeerplaatsenverordening.
Indien als direct gevolg van maatregelen getroffen door of met instemming van het gemeentebestuur de vergunninghouder over een gedeelte van het tijdvak waarvoor de vergunning geldt geen gebruik kan maken van de vergunning, wordt ontheffing verleend over het aantal volle kalendermaanden gedurende welke dat gebruik niet mogelijk is geweest.
Artikel 9 Bevoegdheid tot het aanwijzen van parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, mag worden geparkeerd, geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag bedragen, ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, EUR 61,-.
Artikel 12 Nadere regels met betrekking tot heffing en invordering
Het bestuur van de belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de parkeerbelastingen.
Artikel 13 Overgangs- en slotbepalingen
Besluiten die in werking zijn getreden ingevolge de artikelen 9 en 12 van eerder vastgestelde Verordeningen parkeerbelastingen, blijven van kracht ingevolge de artikelen 9 en 12 van de Parkeerbelastingverordening 2016 tot het moment waarop ze door het college van burgemeester en wethouders zijn ingetrokken.
De Verordening parkeerbelastingen 2016 alsmede de daarbij behorende tarieventabel 2016, vastgesteld bij raadsbesluit van 12 november 2015 (Gemeenteblad van Utrecht 2015, nr. 11 ), worden ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad gehouden op 10 november 2016:
De griffier, De burgemeester,
mr. M. van Hall mr. J.H.C. van Zanen
Bijlage 1 Tarieventabel parkeerbelastingen en behorende bij de Parkeerbelastingverordening 2017 zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 10 november 2016
Tarieventabel parkeerbelastingen 2017
Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt uitgegaan van de hierna omschreven zones die worden begrensd door de per zone genoemde wegen of gedeelten van wegen, deze wegen of gedeelten van wegen daaronder begrepen.
Voor het parkeren als bedoeld in artikel 2 geldt als:
Het gebied omsloten door Westplein, Leidseveertunnel, spoorlijn (noordelijke richting), Daalsetunnel, Stadsbuitengracht, Moreelsepark, de denkbeeldige lijn tussen Moreelsepark zuidzijde en Mineurslaan, Mineurslaan, Veemarktplein en Croeselaan tot aan Westplein.
Het gebied omsloten door de buitengrens van zone A1, spoorlijn (noordelijke richting), Amster-damsestraatweg, Bethlehemweg (zelf niet inbegrepen), Stroomstraat, Oudenoord, David van Mollem-straat, Draaiweg, Willem Arntszkade, Willem van Noortplein (met uitzondering van huisnrs. 10 t/m 14 en 15 t/m 19 bis), Van Swindenstraat tot en met huisnr. 59, denkbeeldige lijn zuidwaarts naar Biltsche Grift, Biltsche Grift, Biltstraat (zelf niet inbegrepen), spoorlijn (zuidelijke richting), Burgemeester Reigerstraat, Wilhelminapark (gedeelte tussen huisnummers 27 t/m 64), Julianalaan, denkbeeldige lijn zuidwaarts naar Minstroom, Minstroom tot aan spoorlijn, Abstederdijk (inclusief Abstederhof huisnrs. 1 t/m 9 en 10 t/m 18), Kromme Rijn, Eendstraat, Gansstraat, Laan van Soestbergen, spoorlijn (westelijke richting), Bleekstraat, Vondellaan (zelf niet inbegrepen), Balijelaan (alleen zijde met oneven huisnummers), Merwedekanaal, Billitonkade, Van Koetsveldstraat, Cremerplein en spoorlijn (oostelijke richting).
Het gedeelte van de gemeente niet behorende tot zone A1 en zone A2.
A. Het tarief voor het parkeren als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt
op parkeerapparatuurplaatsen per uur, met een minimale betaling van 5 minuten voor:
voor de dagkaart als omschreven in artikel 1 onder i:
voor de avondkaart als omschreven in artikel 1 onder j:
Zone B1 (alleen in deelrayons met venstertijd 9.00 tot 24.00 uur) EUR 7,59
op specifiek aangewezen parkeerapparatuurplaatsen binnen een winkelstraatregime:
bij een parkeerduur tot en met 30 minuten EUR 0,20
bij een parkeerduur vanaf 30 minuten (per uur) zone-tarief
Op parkeerapparatuurplaatsen in het kernwinkelgebied van Leidsche Rijn Centrum:
a. bij een parkeerduur tot en met 60 minuten EUR 0
b. bij een parkeerduur vanaf 60 minuten zone tarief
B. Het tarief als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt
eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel
eerste vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van een rayon
eerste vergunning aan bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel van het rayon voor in het gehele daarmee corresponderende gebied voor belanghebbendenplaatsen alsmede voor de parkeerapparatuurplaatsen
vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan bewoners die de auto particulier delen afgegeven op
kenteken en geldig in een deel van een rayon
vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
bewoners die de auto particulier delen afgegeven op
kenteken en geldig in een deel van een rayon
vergunning voor huur- en leenauto's voor de parkeer- apparatuurplaatsen en geldig in een deel van een rayon
vergunning voor huur- en leenauto's voor de belanghebben- denplaatsen en geldig in een deel van een rayon
eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel
tweede vergunning (en meerdere) voor de parkeerapparatuur-
plaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een
per maand EUR 138,56 per kwartaal EUR 415,68
eerste vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel
tweede vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon
eerste vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon,
alsmede voor parkeerapparatuurplaatsen in het gehele
daarmee corresponderende gebied
tweede vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon,
alsmede voor de parkeerapparatuurplaatsen in het gehele
daarmee corresponderende gebied
autodate-vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in
autodate-vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in een
voor zone A2, per maand, voor een:
eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel
tweede vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel
vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners die de auto particulier delen afgegeven
op kenteken en geldig in een deel van een rayon
vergunning voor huur- en leenauto's voor de parkeer-
apparatuurplaatsen en geldig in een deel van een rayon
eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon
tweede en volgende vergunning voor de parkeerapparatuur-
plaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een
autodate-vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in
eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel
tweede vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners afgegeven op kenteken en geldig in een deel
vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bewoners die de auto particulier delen afgegeven op
kenteken en geldig in een deel van een rayon
vergunning voor huur- en leenauto's voor parkeer-
apparatuurplaatsen en geldig in een deel van een rayon
eerste vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
bedrijven afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon
tweede en volgende vergunning voor de parkeerapparatuur-
plaatsen aan bedrijven afgegeven op naam en geldig in een
autodate-vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
de autodate-organisatie afgegeven op naam en geldig in een geheel rayon
vergunning voor de belanghebbendenplaatsen aan
marktstandplaatshouders afgegeven op naam en geldig in
vergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen aan
marktstandplaatshouders afgegeven op naam en geldig in
voor een bezoekersvergunning (maximaal 70 uur per kwartaal):
Het uurtarief is 1/2x tarief kortparkeren (afgerond naar boven).
voor een mantelzorg-, thuiszorg-, kraamzorgvergunning (maximaal 100 uur per kwartaal), :
Het uurtarief is 1/2x tarief kortparkeren (afgerond naar boven).
met een maximum per vergunning per kwartaal van EUR 232,00
met een maximum per vergunning per kwartaal van EUR 179,00
met een maximum per vergunning per kwartaal van EUR 126,00
voor een vergunning voor bedrijven die een voertuig gebruiken
bij het verrichten van herstel-, onderhouds- of daarmee gelijke
werkzaamheden voor zover dit voertuig voor het uitvoeren van
die werkzaamheden in de onmiddellijke omgeving van de betreffende
locatie op belanghebbendenplaatsen in één van de rayons
in zone A1moet worden geparkeerd:
per dag tot het einde van de betreffende periode waarover
parkeerbelasting is verschuldigd EUR 32,45
van maandag tot en met vrijdag en per dag tot het einde van de betreffende periode waarover parkeerbelasting is verschuldigd EUR 162,25
Parkeervergunning in alle gebieden op parkeerapparatuurplaatsen
voor een vergunning voor hulpverleners op belanghebbendenplaatsen
en parkeerapparatuurplaatsen in de gehele stad, ten behoeve van
parkeren tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden
voor een vergunning voor organisaties van culturele evenementen op de belanghebbendenplaatsen en parkeerapparatuurplaatsen in zone A1, A2 en B1, ten behoeve van parkeren tijdens de uitoefening van productiewerkzaamheden van tijdelijke duur:
C. Het parkeerplaatsengeld als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt
voor het afzetten van een parkeerapparatuurplaats of een belanghebbendenplaats dan wel het gebruik maken van een parkeerapparatuurplaats of belanghebbendenplaats met een voorwerp, niet zijnde een voertuig