Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Den Helder 2016

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Jeugdwet, de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2016, de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2016, de Verordening Jeugdhulp 2016, de Beleidsregels Jeugdhulp 2016 en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Hoogte bijdrage voor verhuis- en inrichtingskosten

Het pgb voor de kosten van stoffering bij een inrichting van een woning, als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2016 bedraagt maximaal € 1.500,-- gebaseerd op de NIBUD-richtlijnen.

Artikel 3. Hoogte pgb-tarief voor personen uit het sociale netwerk

• 1.

  Het pgb-tarief voor personen uit het sociale netwerk als bedoeld in artikel 42, derde lid van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2016 en in artikel 20, derde lid van de Beleidsregels Jeugdhulp 2016 bedraagt:

  • a.

    € 12,80 per uur voor HH1 (hulp bij het huishouden);

  • b.

    € 20,- per uur voor begeleiding;

  • c.

    € 20,- per dagdeel voor dagbesteding;

  • d.

    € 30,- per etmaal voor kortdurend verblijf/logeeropvang.

• 2.

  In afwachting van een ZIN-plaatsing beschermd wonen is voor maximaal één jaar een pgb mogelijk op basis van 80% van de vastgestelde bedragen Volledig Pakket Thuis (VPT).Dit is inclusief de nodige begeleiding en/of dagbesteding.

Artikel 4. Hoogte eigen bijdrage in de kosten van een maatwerkvoorziening

• 1.

  Het maximum van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 12, lid 1 b, van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2016 bedraagt:

  • a.

    Voor de ongehuwde persoon die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 22.486,--. Het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 22.486,--;

  • b.

    Voor de ongehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt € 19,40 per vier weken, met dien verstande dat indien zijn bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 16.887,-- het bedrag van € 19,40 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat inkomen en € 16.887,--;

  • c.

    Voor de gehuwde personen indien een van beide de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt of beiden die leeftijd nog niet hebben bereikt € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 28.177,-- het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 28.177,--;

  • d.

    Voor de gehuwde personen die beiden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, hebben bereikt € 27,60 per vier weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke bijdrageplichtig inkomen meer bedraagt dan € 23.374,-- het bedrag van € 27,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen dat gezamenlijke inkomen en € 23.374,--.

• 2.

  • Het eerste lid is niet van toepassing op de bijdrage in de kosten

    voor beschermd wonen of verblijf in een opvang.

Artikel 5. Hoogte eigen bijdrage voor verblijf in een opvang

• 1.

  De hoogte van de eigen bijdrage voor beschermd wonen is gelijk aan die genoemd in artikel 3.11 tot en met artikel 3.19 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

• 2.

  De hoogte van de eigen bijdrage voor verblijf in een opvang, als bedoeld in artikel 43, vijfde lid van de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning 2016:

  • a.

    van een alleenstaande of gehuwde van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, zonder kinderen bedraagt € 12,99 per dag;

  • b.

    van een alleenstaande of gehuwde ouder van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, met één minderjarig kind bedraagt

    € 17,51 per dag;

  • c.

    van een alleenstaande of gehuwde ouder van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, met twee minderjarige kinderen bedraagt € 16,00 per dag;

  • d.

    van een alleenstaande of gehuwde ouder van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, met drie of meer minderjarige kinderen bedraagt € 14,38 per dag;

  • e.

    van gehuwden van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, zonder kinderen bedraagt € 14,82 per dag;

  • f.

    van gehuwden van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, met één minderjarig kind bedraagt € 11,07 per dag;

  • g.

    van gehuwden van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, met twee minderjarige kinderen bedraagt € 9,55 per dag;

  • h.

    van gehuwden van 18 jaar tot en met de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, met drie of meer minderjarige kinderen bedraagt

    € 7,94 per dag;

  • i.

    van een alleenstaande of gehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, zonder kinderen bedraagt € 15,60 per dag;

  • j.

    van een alleenstaande of gehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, met één minderjarig kind bedraagt

    € 20,33 per dag;

  • k.

    van een alleenstaande of gehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, met twee minderjarige kinderen bedraagt € 18,82 per dag;

  • l.

    van een alleenstaande of gehuwde die de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt, met drie of meer minderjarige kinderen bedraagt € 17,20 per dag.

• 3.

  Indien de instelling aan de cliënt voeding verstrekt, wordt de bijdrage vermeerderd met een bedrag voor voeding.

Artikel 6 indexering

Jaarlijks kan het college de in dit Besluit genoemde bedragen aanpassen afhankelijk van de prijsindex volgens het Centraal bureau voor de Statistiek of van rijkswege.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als 'Besluit maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Den Helder 2016'.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking één dag na haar bekendmaking en werkt terug naar 1 januari 2016.

Den Helder, 29 maart 2016.

Burgemeester en wethouders van Den Helder,

Koen Schuiling, burgemeester

Dick Oostrom, loco-secretaris