Organisatie | Giessenlanden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels artikel 10 Erfgoedverordening Giessenlanden 2010 |
Citeertitel | Nadere regels artikel 10 Erfgoedverordening Giessenlanden 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Erfgoedverordening Giessenlanden 2010, art. 10
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-02-2012 | 01-01-2011 | 31-12-2018 | Nieuwe regeling | 31-01-2012 Het Kontakt dd 16-2-2012 | Zaak nr 11-9412 |
Een aanvrager is verplicht wanneer hij voornemens is werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren als bedoeld in artikel 2 minimaal 4 weken voor de aanvang van de feitelijke werkzaamheden het college hieromtrent schriftelijk in kennis te stellen.
Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Giessenlanden van 31 januari 2012
Burgemeester en wethouders van Giessenlanden,
de secretaris,
M.Does MSc
de burgemeester,
mevr. E. Boot
Deze regeling gaat over de mogelijkheid om in bepaalde gevallen de vergunningplicht op basis van de Erfgoedverordening Giessenlanden 2010 bij monumenten te laten vervallen. Het derde lid van artikel 10 van de Erfgoedverordening Giessenlanden 2010 regelt deze mogelijkheid. Dit artikel bepaalt dat het verbod en de vergunningplicht als bedoeld in het tweede lid van artikel 10 van de verordening niet gelden indien het college nadere regels stelt met betrekking tot de wijze waarop werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Deze mogelijkheid tot het vaststellen van nadere regels geldt uitsluitend voor wijzigingen van niet ingrijpende aard aan gemeentelijke monumenten.
Onderhoud aan monumenten waarbij materiaalsoort, kleur, vormgeving, detaillering en profilering niet wijzigen is vergunningvrij. Er moet sprake zijn van een technische noodzaak voor het vervangen of herstellen van materiaal op beperkte schaal.
Voorbeelden van regulier onderhoud zijn het schilderwerk waarbij geen verandering wordt aangebracht in de kleurstelling, herstellen van verrotte houten delen.
2. Het aanbrengen van veranderingen van niet ingrijpende aard aan de buitenzijde van het monument.
Ook hiervoor geldt dat de materiaalsoort, kleur, vormgeving, detaillering en profilering niet mogen wijzigen, maar het is wel mogelijk grotere delen te vervangen. Voorbeelden van veranderingen van niet ingrijpende aard zijn:
3. Het volledig vervangen van rieten dakbedekking.
Riet is een historisch materiaal maar heeft geen lange levensloop periode. Hierdoor is het noodzakelijk dat een keer in de zoveel jaar volledig vervangen wordt. Belangrijk is wel dat hierbij de historische kapconstructie niet wijzigt. Ook het toevoegen van isolatie materiaal is een wijziging van de kapconstructie en daardoor niet vergunningvrij. Een verandering van riet naar een ander materiaal bijvoorbeeld dakpannen is een zware aantasting van de monumentale waarde van een monument en daardoor niet vergunningvrij.
4.Het aanbrengen van veranderingen van niet ingrijpende aard aan de binnenzijde van het monument. Voorbeelden van veranderingen van niet ingrijpende aard:
Voor al deze vergunningvrije activiteiten geld dat ze zonder hak- en breekwerk in het casco worden uitgevoerd. Anders is toch een omgevingsvergunning voor het wijzigen van een monument nodig.
Voor onderhoud met gevolgen voor de monumentale waarden is een vergunning nodig. Ook bij grootschalige vervanging van bouwmaterialen is niet langer sprake van regulier onderhoud, maar van restauratie.
Het kan voorkomen dat werkzaamheden op basis van de erfgoedverordening Giessenlanden 2010 en de beleidsregel nadere regels erfgoedverordening Giessenlanden 2010 vergunningvrij zijn, maar dat op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of andere gemeentelijke verordeningen wel een omgevingsvergunning vereist is voor andere activiteiten als het (ver)bouwen van een bouwwerk of het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan.
De meldingsplicht voorkomt dat werkzaamheden worden uitgevoerd op grond van deze nadere regels zonder dat het college daarover vooraf is geïnformeerd. Onder het woord ‘schriftelijk’ kan ook een kennisgeving langs elektronische weg worden verstaan (per e-mail) wanneer de weg daartoe expliciet is opengesteld als bedoeld in artikel 2:14 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht.
De nadere regels hebben het karakter van algemeen verbindende voorschriften en zullen ook op grond van artikel 139 e.v. van de Gemeentewet bekend worden gemaakt.