Organisatie | Stadskanaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van Orde |
Citeertitel | Reglement van Orde |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Dit reglement vervangt het Reglement van Orde, vastgesteld op 27 februari 2006 en laatstelijk gewijzigd op 19 mei 2014
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-06-2020 | art. 15 | 08-06-2020 | UIT-20025584 | ||
08-06-2019 | 20-06-2020 | Artikelen 7a en 7b | 27-05-2019 | uit-19024666 | |
08-03-2019 | 08-06-2019 | artikelen 14 en 50 | 25-02-2019 | UIT-19024448 | |
04-03-2017 | 08-03-2019 | nieuwe regeling | 27-02-2017 Gemeenteblad, nr. 34171, 03-03-2017 | R 7219 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In dit reglement wordt verstaan onder:
hetgeen bepaald is in de Gemeentewet;
hetgeen bepaald is in de Kieswet;
De voorzitter is belast met het leiden van de vergadering, het handhaven van de orde, het doen naleven van het Reglement van Orde, vertegenwoordigen van de raad, en hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.
Indien de voorzitter niet beschikbaar is, wordt hij door een van de ondervoorzitters vervangen, overeenkomstig de in artikel 66 genoemde volgorde, tenzij een van de ondervoorzitters spreker is. De ondervoorzitter heeft, in het kader van dit reglement, dezelfde taken en bevoegdheden als de voorzitter.
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid en 41c, eerste lid van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming van de wethouder.
Paragraaf 2 Samenstelling raad
Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
Indien één of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden, twee of meer fracties als één fractie gaan optreden of, één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Met de hiervoor beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan aan de voorzitter.
Artikel 7a Fractieondersteuners
Ieder jaar voor 1 mei dient een financiële verantwoording over de besteding van de fractievergoeding te worden ingediend bij de rekeningcommissie bedoeld in artikel 1 van de Verordening inzake de jaarrekening van de gemeente Stadskanaal. Indien daaruit blijkt dat bestedingen gedaan zijn in strijd met dit artikel, dan wel de fractievergoeding geheel of gedeeltelijk niet is aangewend, dient terugbetaling plaats te vinden, met dien verstande dat ieder jaar maximaal 25% van de fractievergoeding mag worden gereserveerd tot in totaal gedurende meerdere jaren maximaal € 6.250,00.”
Hoofdstuk 2 Raadsvergaderingen
De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken - met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken - worden tegelijkertijd met de oproep aan de leden van de raad en het college verzonden.
Artikel 13 Terinzagelegging stukken
Indien omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het voorgaande onder berusting van de raadsgriffier en verleent de raadsgriffier de leden van de raad inzage.
Brieven van het college worden tot en met vrijdag voor de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst op een lijst behorend bij het agendapunt “Inlichtingen college”. Deze brieven worden voor kennisgeving aangenomen, tenzij ten minste één raadslid voor vrijdag 12:00 uur voor de raadsvergadering heeft verzocht om deze tijdens de vergadering op een andere wijze te behandelen en daarbij de gewenste behandelwijze heeft aangeduid.
Artikel 16 Opening vergadering
De voorzitter opent de vergadering indien op het uur van bijeenroeping de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is getekend.
Ieder lid richt zich tot de voorzitter en spreekt vanaf zijn zitplaats, tenzij hij besluit om vanaf de katheder te spreken.
De raad kan desgewenst voor de behandeling van een onderwerp maximum spreektijden vaststellen per fractie met inachtneming van de omvang van de fracties, en voor de leden van het college. Daarbij kan tevens worden bepaald dat de beraadslagingen zullen worden beperkt tot één termijn. De agendacommissie doet daartoe een voorstel aan de raad.
Artikel 23 Schorsing en sluiting vergadering
De voorzitter kan de vergadering schorsen of sluiten, indien hij dit met het oog op de loop van werkzaamheden of ter handhaving van de orde wenselijk acht.
Artikel 25 Herhaaldelijk interrumperen
Indien een spreker een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, kan hij door de voorzitter tot de orde worden geroepen.
Indien een lid of wethouder of een andere spreker beledigende uitdrukkingen gebruikt, de orde verstoort, zijn plicht tot geheimhouding schendt of instemming betuigt met dan wel aanspoort tot onwettige handelingen, wordt hij door de voorzitter vermaand en in de gelegenheid gesteld de woorden, die tot de waarschuwing aanleiding hebben gegeven, terug te nemen.
Artikel 27 Ontnemen van het woord
Wanneer een spreker van de gelegenheid, bedoeld in de artikelen 24 tot en met 26, geen gebruikmaakt dan wel doorgaat van het onderwerp af te wijken, beledigende uitdrukkingen te gebruiken, blijft interrumperen, de orde te verstoren, zijn plicht tot geheimhouding te schenden of instemming te betuigen met dan wel aan te sporen tot onwettige handelingen, kan de voorzitter hem het woord ontnemen.
De voorzitter kan een spreker, op wie artikel 26 is toegepast, en ieder ander lid dat zich schuldig maakt aan gedragingen als in dat artikel zijn bedoeld, uitsluiten van de verdere bijwoning van de vergadering op de dag waarop de uitsluiting plaatsheeft.
Is een lid anderszins dan als raadslid betrokken of betrokken geweest bij een onderwerp op de agenda, dan meldt dat lid dit bij de voorzitter voor aanvang van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke wijze hij hierbij betrokken is geweest en in welke hoedanigheid. De voorzitter beoordeelt of deelname aan de beraadslaging en stemming wenselijk is en doet hierover mededeling in de raad bij het vaststellen van de agenda.
Artikel 33 Geluid- en beeldregistratie
Degenen die in de vergaderzaal tijdens de raadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Artikel 34 Mobiele telefoons en overige communicatiemiddelen
Het gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen in de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, mag de orde van de vergadering niet verstoren. In geval van (dreiging) van verstoring van de orde van de vergadering, kan de voorzitter het gebruik van communicatiemiddelen verbieden.
Artikel 35 Algemene bepalingen over stemming
De voorzitter vraagt of hoofdelijke stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst van de vergadering vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd.
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij, nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt, wel aantekening in het proces-verbaal vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 36 Primus bij hoofdelijke stemming
Wanneer hoofdelijke stemming wordt verlangd, wordt daartoe per vergadering bij loting een volgnummer op de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint in die vergadering de hoofdelijke stemming en gaat door conform de alfabetische volgorde.
Artikel 37 Stemming over amendementen
Verandering van het volgnummer van beslispunten en artikelen of van gedeelten daarvan, nodig geworden door wijzigingen die door middel van amendementen in het ontwerp-raadsbesluit gebracht, en veranderingen in de verwijzing naar artikelen, naar artikelleden of naar gedeelten daarvan, die het gevolg daarvan zijn, worden door de voorzitter aangebracht. De raad kan besluiten de bedoelde veranderingen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.
Artikel 39 Stemming over personen
Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid, als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet, worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden, die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje, beslist de raad, op voorstel van de voorzitter.
Artikel 40 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en instrumenten van de raad
Artikel 45 Moties vreemd aan de orde
De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen van de vergadering zijn behandeld.
Artikel 47 Overnemen amendementen
De voorzitter deelt tijdens de beraadslaging over een voorstel mee dat een amendement is overgenomen indien de burgemeester of het college te kennen geeft zich met de inhoud van een ingediend amendement te kunnen verenigen en de voorzitter zich ervan heeft overtuigd dat geen van de in de raadzaal aanwezige leden zich tegen het overnemen van het amendement verzet.
Artikel 48 Recht van initiatief
Het voorstel wordt onmiddellijk ter hand gesteld van het college met het verzoek zijn wensen en bedenkingen schriftelijk aan de raad kenbaar te maken, zulks binnen twintig dagen na indiening van het voorstel. Het college kan besluiten om hiervan geen gebruik te maken. In dat geval doet het college een mededeling aan de raad. De raadsgriffier draagt zorg voor bekendmaking hiervan richting leden en via een publicatie.
De behandeling van het voorstel vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld, tenzij de raad oordeelt dat het voorstel met het oog op de orde van de vergadering tezamen met een ander geagendeerd onderwerp dient te worden behandeld, het voorstel eerst dient te worden verwezen naar een commissie of voor advies naar het college dient te worden gezonden. In het laatste geval bepaalt de raad in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
Indien de zaak zeer veel spoed vereist en het college tegenwoordig is, kan de raad besluiten, dat de interpellatie dadelijk wordt gehouden. Het college geeft dan, indien mogelijk, dadelijk de gevraagde inlichtingen. Is hem dit niet mogelijk, dan stelt de raad de verdere behandeling tot een later tijdstip uit.
Het lid dat de interpellatie heeft verzocht, tenzij de interpellatie dadelijk wordt gehouden, laat de voorzitter zo spoedig mogelijk via de raadsgriffier schriftelijk weten, welke vragen hij bij de interpellatie zal stellen. De raadsgriffier zendt de vragen terstond door naar de burgemeester en/of het college.
Artikel 50 Schriftelijke vragen
Het lid dat schriftelijke vragen wil stellen aan de burgemeester en/of een of meer wethouders, dient deze vragen bij de voorzitter in via de raadsgriffier. Namens de voorzitter zendt de raadsgriffier de vragen aan de burgemeester en/of het college. De vragen worden door de raadsgriffier ter beschikking gesteld aan de overige leden en gepubliceerd.
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Het schriftelijk antwoord van de burgemeester of het college gaat via de griffie naar de indiener van de vragen en wordt uiterlijk vrijdag voor de eerstvolgende raadsvergadering toegevoegd aan het agendapunt “schriftelijke vragen”.
Wil een lid verduidelijking van feiten, waaronder collegebesluiten, dan wordt het lid uitgenodigd gebruik te maken van de rondvraag. De rondvraag wordt terstond beantwoord, tenzij inzicht in details nodig is aan de hand van het dossier. De vraag wordt dan schriftelijk afgedaan door het college.
Indien een lid niet tevreden is over een door een medewerker verleende bijstand, doet hij de raadsgriffier hiervan mededelingen. Indien overleg met de ambtenaar niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing, legt de raadsgriffier de kwestie voor aan de voorzitter. De voorzitter beslist.
Het college doet een voorstel omtrent de afhandeling van een bezwaar- of beroepschrift gericht tegen een raadsbesluit. Het voorstel gaat gepaard met het advies van de bezwaarschriftencommissie en het verslag van de zitting. In het geval van een beroepschrift: een advies van het college, inclusief de uitspraak van de rechter.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te brengen stem kort, gedurende maximaal twee minuten, te motiveren.
De raad kan door middel van een raadsbesluit een vaste of tijdelijke commissie instellen op grond van de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet.
Artikel 58 Werkwijze commissies
Door middel van een raadsbesluit regelt en wijzigt de raad de inrichting, samenstelling, bevoegdheden en levensduur van een commissie, voor zover dit niet wordt voorgeschreven door de Gemeentewet of dit reglement.
Artikel 60 Algemene raadscommissie
In plaats van een lid van de raad kan ook de kandidaat, die volgens de lijst bedoeld in artikel P19 van de Kieswet als eerste voor benoeming tot raadslid in aanmerking komt, deelnemen aan de vergaderingen van de algemene raadscommissie.
Op de in het tweede lid bedoelde lijstopvolger zijn de artikelen 10 tot en met 15 van de Gemeentewet van toepassing.
Artikel 65 De commissiegriffier
De commissiegriffier is belast met de taken als bedoeld in dit reglement, de Gemeentewet en het raadsbesluit waarmee de commissie is ingesteld op grond van dit reglement.
Hoofdstuk 5 Specifieke procedures
Artikel 66 Benoeming ondervoorzitters
De raad benoemt een eerste en een tweede ondervoorzitter. De ondervoorzitters worden in ieder geval bij aanvang van de raadsperiode benoemd voor de resterende raadsperiode.
Artikel 70 Kennisgeving besluiten
De bestuursorganen binnen de gemeente geven elkaar kennis van hun besluiten, ten minste in de vorm van een besluitenlijst per vergadering. De lijst vermeldt ten minste de titel en de vastgestelde beslispunten.
Paragraaf 2 Spreekrecht burgers
Artikel 72 Spreekrecht burgers
Het woord kan niet worden gevoerd over:
indien een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend;
De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd evenredig over de sprekers als er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad.
Artikel 74 Afwijking van reglement
De raad kan te allen tijde besluiten van de bepalingen van dit reglement af te wijken, mits geen der leden zich daartegen verzet en de afwijking niet in strijd is met de Gemeentewet of een andere wet.
Artikel 75 Inwerkingtreding reglement
Dit reglement treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van het Reglement van Orde, vastgesteld op 27 februari 2006.