Organisatie | Alphen aan den Rijn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015 |
Citeertitel | Winkeltijdenverordening Alphen aan den Rijn 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Verordening vervangt de winkeltijdenverordeningen uit de fusiegemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude
Artikel 3 Winkeltijdenwet
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-11-2016 | 21-12-2017 | Wijziging regeling | 27-10-2016 Gemeenteblad 2 november 2016, nr. 150742 en Week-in-Beeld 2 november 2016 | 2016/33003 en 2016/32997 |
Hoofdstuk II Algemene vrijstelling bepaalde branches of categorieën
Artikel 2. Algemene vrijstelling voor alle dagen voor bepaalde branches of categorieën
Van het in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, b en c, van de Winkeltijdenwet vervatte verbod zijn de volgende categorieën winkels en gebouwen vrijgesteld:
Gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met daar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (culturele evenementen/ Archeologisch Themapark Archeon).
Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk fotoartikelen plegen te worden verkocht, voor zover het betreden van die winkel noodzakelijk is voor het vervaardigen van portretfoto's ter gelegenheid van de Eerste Heilige Communie, met die beperking dat deze vrijstelling niet geldt ten aanzien van de verkoop van andere goederen dan portretfoto’s (Eerste Heilige Communie).
Winkels, waar brood en gebak wordt verkocht dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de Ramadan houden, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden verkocht buiten de periode van de Ramadan, voorzover de ver koopactiviteiten betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gedurende de Ramadan vanaf twee uur voor zonsondergang tot zonsondergang (Ramadan).
Winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk feestartikelen plegen te worden verkocht, indien in de kern, waarin de winkel is gelegen, een kermis wordt gehouden, geduren- de de openingstijden van die kermis,, vanaf een uur voor de aanvang van de voor stelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (culturele activiteiten).
Van het in artikel 2, tweede lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verbod zijn de volgende categorieën activiteiten vrijgesteld:
Het te koop aanbieden en verkopen van feestartikelen en speelgoed op een terrein, waar een kermis wordt gehouden of verkopen op het evenemententerrein, die rechtstreeks verband houden met de voorstellingen, uitvoeringen of evenementen op dat terrein, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan (terreinverkoop culturele evenementen)
Hoofdstuk III Vrijstelling voor zon- en feestdagen
Artikel 3A. Algemene vrijstelling zon- en feestdagen
Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt een algemene vrijstelling op zon- en feestdagen:
voor alle winkels in de gemeente geldt een openingstijd op zon- en feestdagen vanaf 12.00 uur tot 22.00 uur; met uitzondering van Goede Vrijdag na 19.00 uur, 1e Paasdag, 1e Pinksterdag, 1e Kerstdag, Nieuwjaarsdag, 4 mei na 19.00 uur, 24 december na 19.00.
Hoofdstuk IV Individuele ontheffingen
Artikel 4. Individuele ontheffingen
De houder van een individuele ontheffing kan het college verzoeken deze over te schrijven op naam van zijn rechtverkrijgende. Het college toetst daarbij of na de overschrijving nog voldaan wordt aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel en kan weigeren om de ontheffing over te schrijven, als door de overschrijving niet meer wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede lid van dit artikel.
Hoofdstuk V Slot- en overgangsbepalingen
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders.
Artikel 8. Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht
Een krachtens één van de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordeningen door het college verleende ontheffing voor een avondwinkel geldt als een ontheffing verleend krachtens de Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015.
Het college kan deze ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens de laatstgenoemde Verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
Toelichting Verordening Winkeltijden Alphen aan den Rijn 2015
Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking treden.
Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon- en feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden. De uitzonderingsbepalingen daarvoor uit de voorheen geldende Winkeltijdenwet, zoals de toerismebepaling en de avondwinkelbepaling, zijn namelijk te vervallen.
De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Winkeltijdenwet (Wtw), de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:
De bevoegdheid van gemeenten is zo ruim dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn, zoals hieronder uiteengezet zal worden, met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.
Delegatie van de bevoegdheid vrijstelling te verlenen
Naar aanleiding van de uitspraak van het CBb van 21 januari 2009, (LJN: BH0408), AB 2009/58, Gst. 2009/29, zou – naar ons idee ten onrechte – het beeld kunnen ontstaan dat de systematiek waarbij de gemeenteraad bij verordening een maximum aantal koopzondagen vaststelt, die vervolgens door het college van burgemeester en wethouders worden aangewezen, niet langer te hanteren valt na wijziging van de Winkeltijdenwet. Dit omdat de uitdrukkelijke grondslag voor delegatie aan het college van de bevoegdheid vrijstelling te verlenen uit de Winkeltijdenwet verdwijnt. Het was vooral de fijnmazige regeling in de wet van de mogelijke uitzonderingen op de openstellingsverboden van artikel 2, die de rechter tot de slotsom leidde dat gehele of gedeeltelijke delegatie van een aan de raad toegekende uitzonderingsbevoegdheid in strijd met de wet was. Die fijnmazige regeling is inmiddels echter verdwenen.
De Winkeltijdenwet bevat na de wijziging in het geheel geen uitdrukkelijke grondslag meer voor delegatie van deze bevoegdheid. Dit is echter niet doorslag- gevend: de Gemeentewet biedt met artikel 156 een algemene delegatiegrondslag, die hier kan worden gebruikt zonder dat de strekking van de wet zoals die nu luidt, zich daar nog tegen verzet. Artikel 156 maakt het mogelijk dat de gemeenteraad hem toegekende bevoegdheden onder voorwaarden delegeert aan andere gemeen-telijke organen, zoals het college. Het artikel heeft een algemene strekking, in die zin dat ze niet alleen ziet op autonome bevoegdheden maar ook op medebewinds- bevoegdheden. Het uitgangspunt is dat delegatie mogelijk is, tenzij het tegendeel is bepaald.
Artikel 156 bevat een aantal bepalingen waarin bevoegdheden expliciet van overdracht worden uitgesloten (tweede lid). Daarnaast zijn er bevoegdheden waarvan de aard zich tegen overdracht verzet, ook deze bevoegdheden komen niet in aanmerking voor delegatie (eerste lid). Verder geldt voor de bevoegdheid tot het maken van verordeningen die door strafbepaling of bestuursdwang moeten worden gehandhaafd, dat zij aan de gemeenteraad voorbehouden moet blijven (derde lid).
De gemeenteraad kan dus bevoegdheden overdragen aan het college, tenzij de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet. Het artikel mag daarbij – natuur- lijk – niet worden gebruikt als grondslag voor delegatie die strijdig is met (de bedoeling van) een medebewindswet.
In de eerste plaats dient er gekeken worden naar de medebewindswet, hier de Winkeltijdenwet zoals deze luidt na wijziging. Als hierin een uitdrukkelijke delegatiegrondslag was opgenomen, dan zou kunnen worden geredeneerd dat die volledig – dus zonder mogelijke aanvulling via een beroep op artikel 156 – de mogelijkheid bepaalt om bevoegdheden te delegeren. Zoals reeds geconstateerd bevat de Winkeltijdenwet na wijziging echter geen uitdrukkelijke delegatiegrondslag meer. Vervolgens dient bezien te worden of de tekst anderszins, of de toelichting of parlementaire geschiedenis uitsluitsel kan bieden of delegatie van bepaalde bevoegdheden is uitgesloten. De bevoegdheid waar het hier om gaat is uiteraard de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen van de verboden van artikel 2 van de Winkeltijdenwet, zoals deze – de bevoegdheid dus – is opgenomen in het nieuwe artikel 3, eerste lid. Uit niets blijkt dat delegatie niet mogelijk zou zijn. Ook is er ons inziens geen enkele reden om aan te nemen dat de aard van de bevoegdheid zich tegen delegatie zou verzetten. De conclusie is dan ook dat delegatie van de bevoegdheid mogelijk is op grond van artikel 156 van de Gemeentewet.
Voor de begripsbepalingen, die in de Winkeltijdenwet voorkomen, zijn deze in de verordening hiermee gelijkgesteld. Onder feestdagen in de Winkeltijdenwet vallen niet: Koningsdag en Bevrijdingsdag (5 mei).
Als aanvulling op voornoemde begripsbepalingen zijn de begrippen bebouwde kommen en kernen toegevoegd ter verduidelijking van deze in de verordening gebruikte begripsbepalingen, die niet in de landelijke Wtw voorkomen.
Artikel 2 Algemene vrijstelling voor alle dagen voor bepaalde branches of categorieën.
Anders dan voorheen kent het landelijke Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet nu een aantal categorieën niet meer, waarvoor de landelijke vrijstelling geldt op zon- en feestdagen.
De volgende categorieën zijn gehandhaafd in het Vrijstellingenbesluit: apotheken, ziekenhuizen en verpleeghuizen, stations, luchthavens, benzinestations, wegrestaurants, beroepsscheepvaart, en nieuwsbladen en tijdschriften.
Voor de volgende categorieën is de landelijke vrijstelling echter vervallen: doorgang winkels (a), openstelling fietsenwinkels anders dan voor verkoop (b), verkoop etenswaren en alcoholvrije dranken (d ), begraafplaatsen (f), culturele evenementen (g), sportcomplexen (h), bejaardenoorden (i), Eerste Heilige Communie (j), Allerheiligen en Allerzielen (k), Ramadan (l), bedevaartplaatsen (m), carnaval (n), en kermis (o). Reden waarom voor deze categorieën in deze verordening een algemene vrijstelling is opgenomen in artikel 2, onder de leden a tot en met n. Bij sommige categorieën is voor het college de mogelijkheid geschapen om de vrijstelling niet van toepassing te verklaren in één of meer delen van de gemeente, b.v. in één of meer kern(en).
Het tweede lid ziet op een algemene vrijstelling voor de straatverkoop van etenswaar en alcoholvrije drank, alsook op een vrijstelling op evenementen- terreinen van aan de evenementen gerelateerde verkoop van goederen.
Artikel 3A Algemene vrijstelling zon- en feestdagen
Bij de algemene vrijstellingen voor zon- en feestdagen is wettelijk een goede belangenafweging vereist van enerzijds het belang van winkels en/of consumenten bij het openstellen van de winkels op voornoemde dagen, en anderzijds de zondagsrust, waar de Zondagswet op ziet. Omdat de kerken binnen de bebouwde kommen zijn gelegen, is voor de winkels, die hierbinnen zijn gelegen, gekozen voor openstelling vanaf 12.00 uur.
Artikel 4 Individuele ontheffingen
In dit artikel zijn voorschriften gegeven met betrekking tot de individuele ontheffing. Deze bepaling biedt de mogelijkheid nader inzicht te krijgen in de handel en wandel van een (beoogde) opvolger bijvoorbeeld bij overdracht van een ontheffing voor een avondwinkel.
Ook regelt dit artikel het verbinden door het college van beperkingen en voorschriften aan ontheffingen en vrijstellingen. Tevens geeft dit artikel aan onder welke voorwaarden het college een verzoek tot een ontheffing kan weigeren en regelt het in welke gevallen het college een ontheffing kan intrekken of wijzigen. Anders dan bij de vrijstelling gaat het bij een individuele ontheffing om een bepaalde winkel. Bij een verzoek tot overschrijving van een ontheffing op een rechtverkrijgende dient het college te toetsen of na de overname nog sprake is van een levensmiddelenwinkel of dat er nog sprake is van één van de andere in het tweede lid van dit artikel genoemde categorieën.
In het tweede lid, onder a, is gekozen voor maximaal één avondwinkel per kern voor de kleinere kernen en maximaal vier avondwinkels voor de kern Alphen aan den Rijn. De nu al geldende spreiding van de avondwinkels over de verschillende delen van de kern Alphen is gehandhaafd, evenals de nu geldende eindtijd voor avondwinkels van 24.00 uur. De voornoemde spreiding en handhaving van de nu al geldende slutingstijd voor permanente avondverkoop zijn in het belang van het beperken van overlast met het oog op het woon- en leefklimaat.
Als belangrijke niet christelijke feestdagen, zoals bedoeld in het tweede lid, onder b, kunnen worden genoemd: Chinees Nieuwjaar, Suikerfeest en Offerfeest (Islamitisch), Hindoeistisch Nieuwjaar (Holi) en Hindoeistisch lichtjesfeest (Divali), Boedhistisch Nieuwjaar (Theravada), Joods Nieuwjaar (Rosj Hasjana), Grote Verzoendag (Jom Kipoer), Loofhuttenfeest (Soekat) en Pasen (Pesach).
Bij het promoten van een nieuw product kan worden gedacht aan de release van een nieuwe CD of DVD in een elektronicawinkel, een nieuw boek in een boekenwinkel etc.
In dit artikel is aansluiting gezocht bij de 8 weken beslistermijn van artikel 4:13 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 6 Intrekken- en wijzigen ontheffing
De bevoegdheid om ontheffingen te verlenen, impliceert automatisch ook de bevoegdheid om deze in te trekken of te wijzigen. De omstandigheden waaronder zijn in dit artikel opgenomen.
Op basis van dit artikel in verbinding met artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht kan het college toezichthouders aanwijzen.
Artikel 8 Intrekking oude verordeningen en overgangsrecht
Met het oog op de duidelijkheid en rechtszekerheid dienen de oude verordeningen te worden ingetrokken. De overgangsbepalingen hebben tot doel om gevestigde rechten te respecteren en te voorkomen verleende vrijstellingen of afgegeven ontheffingen op basis van de oude verordeningen weer opnieuw dienen te worden verleend op grond van de nieuwe Winkeltijdenverordening Alphen aan den Rijn 2015.Omdat de nieuwe verordening een verruiming betekent ten opzichte van de oude verordeningen, is bepaald dat op aanvragen, waarop nog niet is beslist, de nieuwe verordening wordt toegepast.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
Op basis van artikel 139 van de Gemeentewet treedt een verordening niet in werking voordat deze is bekendgemaakt. Sinds 1 januari 2014 is hiervoor bekendmaking in een elektronisch Gemeenteblad vereist (op grond van de Wet elektronische bekendmaking).