Organisatie | Epe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening 2017 |
Citeertitel | Financiële verordening 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Vervangt de Beheersverordening gemeente Epe
1. Nota activerings- en afschrijvingsbeleid
2. Nota reserves en voorzieningen (2005-02828)
4. Nota risicomanagement en weerstandsvermogen
5. Nota verbonden partijen 2016
7. Regeling en instructies inzake het producthouderschap (2005-11731)
8. Inkoop- en aanbestedingsbeleid 2013
9. Integriteitsbeleid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-05-2017 | Nieuwe regeling | 20-04-2017 | 2017-04415 |
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 2017-04414, d.d. 22 maart 2017
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
gehoord het advies van de Commissie Planning en Control van 19 januari 2017;
gelet op het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten;
Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording
Artikel 3 Inrichting jaarstukken
In de jaarrekening worden afgesloten investeringen waarvan het budget met meer dan 5% is overschreden in een bijlage verantwoord.
Het college biedt voor 15 mei aan de raad een nota aan met een richting voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 1 juli vast. De nota kan achterwege blijven in jaren waarin er gemeenteraadsverkiezingen plaatsvinden.
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling stelt de raad vast van welke nieuwe investeringen hij voorafgaand aan de realisatie een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. Voor de realisatie van de overige nieuwe investeringen autoriseert de raad met het vaststellen van de begroting het college voor de uitvoering hiervan.
Het college informeert de raad als ze verwacht dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten van het programma, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet, of voor het bijstellen van het beleid.
Bij de behandeling van de voortgangsrapportage in de raad bedoeld in artikel 6, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere begroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Het college besluit niet over het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties anders dan in de begroting geregeld dan nadat de raad is geïnformeerd over het voornemen en hiertoe in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Artikel 12 Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht wordt uitgegaan van een opslag over de geraamde toerekenbare personeelslasten ter zake ter grootte van de verhouding totale overheadskosten gedeeld door de totaal directe personeelslasten.
Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en het rentepercentage van de rentevergoeding over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het vijfde lid. De uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de omslagrente voor de kostprijsberekening als bedoeld in het vorige lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. De hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt bepaald aan de hand van de meest recente verwachting van De Nederlandse Bank voor lange rente voor het begrotingsjaar. Dit percentage wordt vermeerderd met een voorzichtigheidsopslag.
In afwijking van het eerste lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.
Artikel 13 Vaststelling hoogte belastingen, rechten en heffingen
Op voorstel van het college stelt de raad jaarlijks de hoogte van de tarieven voor de gemeentelijke belastingen, rechten en heffingen vast.
Artikel 15 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV in ieder geval op:
Artikel 16 Onderhoud kapitaalgoederen
In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 12 van het BBV in ieder geval op de kapitaalgoederen waarvoor een onderhoudsvoorziening is ingesteld.
In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het BBV in ieder geval op de (gerealiseerde) beleidsvoornemens per verbonden partij.
Hoofdstuk 5 Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 20 Financiële organisatie
Het college draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Het college stelt hiertoe jaarlijks een plan op. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vijf jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 22 Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Beheersverordening gemeente Epe wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijft de Beheersverordening gemeente Epe van toepassing zoals deze gold op de dag voor de inwerkingtreding van deze verordening.
Regelingen en besluiten die gebaseerd zijn op de Beheersverordening gemeente Epe worden met ingang van de in artikel 23, eerste lid genoemde datum van inwerkingtreding geacht te berusten op deze verordening.