Organisatie | Renkum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning |
Citeertitel | Regeling WMO-adviesraad Renkum |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2007 | 31-03-2011 | nieuwe regeling | 14-11-2006 Veluwepost, 29-12-2006 | - |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Renkum,
gelet op artikel 84, eerste lid, van de Gemeentewet en artikel 11, vierde lid, en artikel 12, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning;
vast te stellen de hierna volgende Regeling adviesraad Wet maatschappelijke ondersteuning;
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
d cliënt: elke inwoner van de gemeente Renkum kan als cliënt worden beschouwd.
Er is een commissie die de adviesfunctie aan het college als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de WMO vervult (de WMO-adviesraad).
De WMO-adviesraad brengt gevraagd en ongevraagd schriftelijk advies uit aan het college over zaken die de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WMO betreffen. Het college draagt ervoor zorg dat de adviezen van de WMO-adviesraad en de schriftelijke reactie van het college daarop ter kennisneming worden gestuurd aan de gemeenteraad.
Artikel 4 Samenstelling en lidmaatschap
De leden van de WMO-adviesraad zijn ingezetene van de gemeente Renkum en hebben kennis van en/of zijn ervaringsdeskundige op het vlak van één of meer van de prestatievelden als bedoeld in artikel 1, sub g, van de WMO. Zij dienen voorts te passen binnen een door het college op te stellen profielschets. De leden verrichten hun werkzaamheden zonder last of ruggespraak.
Het college vraagt, behoudens in spoedeisende gevallen, aan de WMO-adviesraad vooraf schriftelijk advies over alle voorstellen met betrekking tot het beleid als in artikel 3 van deze regeling bedoeld. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
De WMO-adviesraad brengt zijn advies schriftelijk uit binnen vier weken na ontvangst van de adviesaanvraag. Indien de WMO-adviesraad van oordeel is dat een advies niet binnen deze termijn kan worden gegeven geeft hij daarvan zo spoedig mogelijk kennis aan het college onder opgave van redenen. In overleg wordt zo mogelijk een nieuwe termijn gesteld.
De voorzitter roept de leden schriftelijk of per e-mail op voor de vergadering, onder opgaaf van de punten die zullen worden behandeld. De voorzitter draagt er zorg voor dat de agenda en vergaderstukken tien dagen voor de vergadering aan de leden worden toegezonden. In spoedeisende gevallen kan, met opgave van reden, deze termijn worden bekort. Voorts draagt de voorzitter er zorg voor dat de stukken voor een ieder ter inzage worden gelegd.
De WMO-adviesraad vergadert slechts als ten minste de helft van het aantal stemgerechtigde leden, onder wie de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter, aanwezig is. Wanneer het vereiste aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter binnen één week een nieuwe vergadering en stelt de leden daarvan terstond schriftelijk in kennis. In deze laatste vergadering kunnen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.
De WMO-adviesraad vergadert en besluit in het openbaar. Er wordt besloten vergaderd als tenminste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden dit vraagt of de voorzitter dit nodig acht. Vervolgens wordt met gewone meerderheid van stemmen besloten of over het aan de orde zijnde onderwerp in besloten zitting beraadslaagd en besloten zal worden.
Artikel 9 De informatievoorziening
Het college draagt ervoor zorg dat aan de WMO-adviesraad de nodige informatie vroegtijdig en
toegankelijk wordt verstrekt ten behoeve van het behoorlijk kunnen functioneren van de WMO-
Voor de uitoefening van de taak van de WMO-adviesraad zal jaarlijks in de gemeentebegroting een post worden opgenomen. Binnen de kaders van die begrotingspost stelt het college een budget voor de WMO-adviesraad vast. Het toekennen van het budget geschiedt op basis van een begroting die de WMO-adviesraad voor 1 mei van het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar indient bij het college. Op verzoek van de WMO-adviesraad kan het college het budget tussentijds aanpassen, voor zover daarmee de in de gemeentebegroting gestelde kaders niet worden overschreden.
De kosten van de presentiegelden als bedoeld in lid 1 alsmede van materiële voorzieningen, zoals vergaderruimte, ambtelijke ondersteuning, kosten van inschakelen van deskundigen, kosten voor het instellen van werkgroepen, speciale voorzieningen in verband met handicap, porti, drukwerk en dergelijke komen ten laste van het budget als bedoeld in lid 2.
De WMO-adviesraad kan eventueel uit zijn midden werkgroepen instellen, hetzij ter voorbereiding van een advies over een bepaald onderwerp, hetzij ter voorbereiding van adviezen over onderwerpen op een bepaald gebied. De WMO-adviesraad regelt de taak, samenstelling en werkwijze van zulke werkgroepen. De WMO-adviesraad stelt, op basis van de begroting als bedoeld in artikel 10 lid 2, aan de werkgroepen ten behoeve van hun werkzaamheden een budget beschikbaar.
Artikel 13 Bestuurlijk overleg
1 Tussen het college, de Klantenraad van de Afdeling Welzijn van de gemeente Renkum (lees: de WWB-adviesraad) en de WMO-adviesraad vindt tweemaal per jaar een structureel overleg plaats.
Twee jaar na de instelling van de WMO-adviesraad, of zoveel eerder als de WMO-adviesraad dit nodig oordeelt, evalueert hij zijn werkzaamheden op effectiviteit en efficiëntie. Aan de hand van de uitkomsten verbetert hij de eigen werkwijze en doet voorstellen tot eventuele gewenste aanpassingen in deze regeling.