Organisatie | Drenthe |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Reglement Provinciale Adviescommissie Cultuur Drenthe 2017-2020 |
Citeertitel | Reglement Provinciale Adviescommissie Cultuur Drenthe 2017-2020 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 1-11-2016
Bron bekendmaking inwerkingtredingsbesluit: Provinciaal blad, 2016, 6002
Uitvoeringsregeling subsidieverlening incidentele projecten Cultuurnota 2017-2020,
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-10-2019 | 01-01-2021 | Wijziging | 08-10-2019 | 2019002160 | |
09-11-2016 | 15-10-2019 | nieuwe regeling | 01-11-2016 Provinciaal blad, 2016, 6002 | 2016004484 |
1. Gedeputeerde Staten stellen een adviescommissie cultuur in.
2. De adviescommissie heeft tot taak advies uit te brengen aan Gedeputeerde Staten over:
a. aanvragen om subsidie die worden ingediend in het kader van de Uitvoeringsregeling incidentele projecten Cultuurnota De Verbeelding van Drenthe 2017-2020;
b. het cultuurbeleid van de provincie in algemene zin of over specifieke vragen betreffende het cultuurbeleid van de provincie, al dan niet op verzoek van Gedeputeerde Staten.
1. De commissie bestaat uit ten minste 5 en ten hoogste 9 leden.
2. De voorzitter van de commissie wordt door Gedeputeerde Staten in functie benoemd.
3. De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt deze vervangen door de plaatsvervangend voorzitter.
4. Gedeputeerde Staten dragen er bij de samenstelling van de commissie zorg voor dat het culturele veld breed is vertegenwoordigd. Voorts streven zij naar diversiteit in de samenstelling (onder meer geslacht, leeftijd).
5. Geen lid van de commissie kunnen zijn:
- personen die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de provincie Drenthe;
- bestuurders en werknemers van organisaties die van de provincie Drenthe een subsidie per boekjaar ontvangen.
6. De commissie wordt bijgestaan door een door Gedeputeerde Staten aan te wijzen ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is geen lid van de commissie.
Artikel 3 Benoeming en ontslag
1. De voorzitter van de commissie wordt voor 4 jaar benoemd door Gedeputeerde Staten. De overige leden worden door Gedeputeerde Staten benoemd voor 2 jaar en zijn eenmaal herbenoembaar.
2. De voorzitter houdt elk jaar voortgangsgesprekken om het functioneren te bespreken.
3. Het lidmaatschap van de commissie eindigt:
a. door ontslag op schriftelijk verzoek van het lid;
b. indien niet langer wordt voldaan aan het gestelde in artikel 2, vijfde lid;
c. na afloop van de zittingsperiode als bedoeld in het voorgaande lid;
d. door ontslag, al dan niet op voordracht van de commissie, door Gedeputeerde Staten wegens disfunctioneren van het lid.
4. Een ontslagprocedure als bedoeld in het voorgaande lid, onder d, is met voldoende waarborgen omkleed.
5. Gedeputeerde Staten voorzien zo spoedig mogelijk in ontstane vacatures.
1. De commissie vergadert circa 8 keer per jaar.
2. De ambtelijk secretaris belegt in overleg met de voorzitter de vergaderingen en zorgt ervoor dat de agenda en bijbehorende stukken, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste 7 dagen van tevoren online beschikbaar zijn.
3. De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.
4. De voorzitter kan over de inhoud van de stukken die aan de commissie worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding wordt in acht genomen door zowel de leden die bij de behandeling aanwezig waren, als tot de vergadering toegelaten personen, totdat de voorzitter de geheimhouding opheft.
5. Van de vergaderingen van de commissie wordt door de ambtelijk secretaris verslag opgemaakt in de vorm van adviezen.
6. Gedeputeerde Staten doen over besluiten die zij naar aanleiding van de adviezen van de commissie nemen, zo spoedig mogelijk mededeling aan de commissie. Indien zij afwijken van adviezen van de commissie, motiveren zij die afwijking.
Artikel 5 Mondelinge informatieverschaffing door de aanvrager
Indien de voorzitter en de ambtelijk secretaris dat, gelet op de aard van de in een vergadering te behandelen stukken, dienstig achten, kunnen zij de aanvrager van een subsidie of een door de aanvrager schriftelijk gemachtigd vertegenwoordiger uitnodigen om in die vergadering mondeling nadere informatie te verschaffen over de aanvraag.
1. De commissie besluit bij meerderheid van stemmen.
2. Een lid van de commissie neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming over onderwerpen waarbij hij op enigerlei wijze direct of indirect persoonlijk belang heeft.
3. Een lid als bedoeld in het voorgaande lid kan wel informatie verschaffen in de zin van artikel 5.
4. De commissie brengt haar adviezen schriftelijk en met redenen omkleed uit aan Gedeputeerde Staten.
5. De adviezen komen tot stand met input van alle leden, de voorzitter is eindverantwoordelijk voor de opgemaakte adviezen.
6. Adviezen van de commissie worden ondertekend door de voorzitter.