Organisatie | Molenwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Nadeelcompensatie bij verleggen van leidingen 2016 gemeente Molenwaard |
Citeertitel | Beleidsregels Nadeelcompensatie bij verleggen van leidingen 2016 gemeente Molenwaard |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Verordening Ondergrondse Infrastructuur 2016 gemeente Molenwaard, artikel 11 lid 3
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-11-2016 | Nieuwe regeling | 08-11-2016 | 574262 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
t)melding: melding van werkzaamheden waarvoor geen instemmingsbesluit of vergunning benodigd is.
In aanvulling op artikel 1 wordt in deze regeling verstaan onder:
a) instemmingbesluit/vergunning: een besluit als bedoeld in de AVOI Molenwaard;
b) leiding: leiding als bedoeld in AVOI Molenwaard, met uitzondering van leidingen en kabels ten behoeve van openbare en niet openbare elektronische communicatienetwerken als bedoeld in de Telecommunicatiewet;
c) aanvraag: een aanvraag tot het nemen van een besluit om nadeelcompensatie als bedoeld in de AVOI Molenwaard;
d) verzoek: een verzoek om nadeelcompensatie als bedoeld in de AVOI Molenwaard;
e) belanghebbende: belanghebbende van een leidingennetwerk als bedoeld sub b, die ten gevolge van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente Molenwaard leidingen en/of kabels moet verleggen;
f) schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van een werk;
g) nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de belanghebbende;
h) rijzen: het verticaal omhoog verplaatsen zonder onderbreking van een leiding;
i) combicoördinator: door belanghebbenden uit hun midden gezamenlijk aangewezen coördinator die gezamenlijke verleggingen coördineert;
j) technisch noodzakelijke verlegging: indien voor het functioneren van de leiding verlegging noodzakelijk is.
Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen van belanghebbenden om een vergoeding voor de schade van de belanghebbende door het verleggen van kabels of leidingen die is veroorzaakt door het college in de rechtmatige uitoefening van publiekrechtelijke bevoegdheden of taak, waaronder mede wordt verstaan de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege het college.
Deze regeling is niet van toepassing op alle gemeentelijke netten en netten die vallen onder de Telecommunicatiewet.
Indien blijkt dat een belanghebbende als gevolg van gemeentelijke planontwikkeling en/of werkzaamheden en/of door een besluit van het college tot intrekking of wijziging van een vergunning of een instemmingbesluit, de technische noodzaak heeft de leiding te verleggen en hierdoor schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe.
Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 4 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijfstellen, ontwerp & begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.
nadeelcompensatie binnen 5 jaar na aanleg
Indien de belanghebbende binnen vijf jaren na de datum van vergunningverlening of na ontvangst van het instemmingbesluit een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.
Indien de belanghebbende een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding in de periode gelegen vanaf zes tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning of het verlenen van het instemmingbesluit, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0% vanaf het 16e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.
Voor leidingen die liggen in natte infrastructuur (zoals bijvoorbeeld waterwegen of waterkerende dijken) wordt in de periode gelegen vanaf 6 tot en met 30 jaren, gerekend vanaf de inwerkingtreding van de betrokken vergunning of het instemmingsbesluit, 80 % van het schadebedrag vanaf het 6e jaar tot 0 % vanaf het 31e jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitgekeerd. Volgens het schema weergegeven in bijlage 3.
Indien de belanghebbende een aanwijzing krijgt tot het verleggen van een leiding vanaf het 16e jaar, of na 30 jaar indien de leiding is gelegen in natte infrastructuur, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van zijn vergunning of na verlenen van het instemmingbesluit, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.
De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag (zie bijlage 3), indien:
a) de leiding van de belanghebbende is gelegen in, op of boven grond die hem in eigendom toebehoort, of
b) de leiding ligt op basis van een zakelijk recht, of
c) op de leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht rust.
Rusten op de leiding van belanghebbende geen van de rechten als bedoeld in het vorige artikel, dan is het bedrag waarover de nadeelcompensatie wordt berekend gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten (zie bijlage 1). De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.
Het college en de belanghebbende zullen bij verwijdering, verlegging of aanpassing van de leiding van de belanghebbende elkaars schade zo veel mogelijk beperken.
Geen vergoeding vindt plaats als in de vergunning of het instemmingbesluit een bepaling is opgenomen dat binnen een periode van vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning, een wijziging of intrekking van die vergunning is te voorzien in verband met binnen die periode uit te voeren werkzaamheden in de openbare ruimte waarin de leiding is gelegen en in deze periode daadwerkelijk een aanwijzing als bedoeld in artikel 21 van deze regeling wordt gegeven.
Als de aanwijzing niet wordt gegeven binnen de periode bedoeld in artikel 12 dan geldt het toepasselijke vergoedingsregime zoals in deze regeling is opgenomen.
Indien als gevolg van de uitvoering van een werk de belanghebbende een kabel moet of zal rijzen, komen de kosten hiervan ten laste van belanghebbende.
De nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van een vaste prijs als het voorlopig vastgestelde bedrag aan nadeelcompensatie lager is dan € 10.000,00. In andere gevallen wordt de nadeelcompensatie bepaald op basis van voor- en nacalculatie tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de belanghebbende moet blijven dan uit de toepassing van deze regeling voortvloeit, dan kan het college hiervan gemotiveerd afwijken.
Het college maakt zijn voornemen van een werk zo spoedig mogelijk bekend met een schriftelijke mededeling aan de belanghebbende. In de mededeling is een omschrijving van het werk opgenomen. De mededeling bevat de vraag aan de belanghebbende in kaart te brengen waar zich kabels/leidingen/bovengrondse voorzieningen bevinden met vermelding van noodzakelijk te verplaatsen leidingen. Indien er sprake is van de aanwezigheid van bijzondere kabels en leidingen dient dat door de belanghebbende specifiek te worden aangegeven.
a) Het college streeft naar overeenstemming met de belanghebbende over verplaatsing, uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met belanghebbende.
b) Er wordt overlegd over een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten.
c) Indien de belanghebbende tijdig voldoet aan de vraag voor het in kaart brengen van de kabels en leidingen streeft het college ernaar in het planvormingsproces hierover een juiste afweging te maken. Ook het niet verleggen van bestaande leidingen wordt hierbij afgewogen.
d) Indien sprake is van te verleggen leidingen wordt de belanghebbende verzocht een kostenindicatie te leveren op basis van werkelijk te verwachten kosten.
Indien bij het voornemen tot asfalteren van openbare fietspaden, perceel ontsluitingswegen met geringe verkeersbelasting of andere situaties waarin het in maatschappelijk opzicht verleggen niet evenredig is, sprake is van aanwezige kabels of leidingen die niet technisch of anderszins noodzakelijk verlegd moeten worden zal de belanghebbende de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die kabels of leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.
1) Na de fase van vooroverleg als bedoeld in artikel 17 dient de belanghebbende een definitieve kostenopgave in en wordt inzicht gegeven in de opbouw van de kosten van verlegging. Hierbij doet de belanghebbende tevens een verzoek tot voorlopige vaststelling van de nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier opgenomen in bijlage 1.
2) De belanghebbende dient bij het indienen van een verzoek tot nadeelcompensatie aan te tonen op welke datum een vergunning of instemmingbesluit is verleend voor het aanleggen van de leiding op de locatie waaruit zij moet worden verlegd.
3) Indien een vergunning ontbreekt, wordt gerekend vanaf de datum waarop het leggen volgens de registratie van de belanghebbende is aangevangen.
4) Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend dan wel op welke datum het leggen is aangevangen, wordt ervan uitgegaan dat de betreffende leiding langer dan 15 jaar aanwezig is.
5) De kostenopgave en het verzoek tot voorlopige vaststelling wordt zo spoedig mogelijk en met in achtneming van de wettelijke termijnen ingediend bij het college.
Het college neemt een instemmingbesluit als bedoeld in AVOI Molenwaard voor het verleggen een leiding zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in het vooroverleg als bedoeld in artikel 17.
Het college neemt zo mogelijk tegelijkertijd met het besluit van artikel 20 een besluit inzake het verzoek tot voorlopige vaststelling nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 19 lid 1 en de wijze van uitbetalen van het voorschot in termijnen. Het college kan besluiten:
a) om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan belanghebbende;
b) om het verzoek tot nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen; c) om het verzoek af te wijzen.
Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de kostenverdeling kan advies gevraagd worden aan een onafhankelijke commissie te benoemen door het college.
Een geschil over de door het college vastgestelde voorlopige nadeelcompensatie mag niet leiden tot vertraging van de werkzaamheden. De gemeente zal in die gevallen waarin er nog geen onherroepelijk besluit is 50 % van de kosten waarop de belanghebbende op basis van artikel 20 en bijlage 1 meent recht te hebben aan de belanghebbende vergoeden. Nadat het besluit onherroepelijk is geworden vindt verrekening plaats door middel van terugvordering dan wel uitkering van het restbedrag door het college.
Het aanpassen van de leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden voor de verlegging van de leiding geheel zijn afgerond. Zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vijf jaar (zie artikel 25, lid 1) na dat moment dient belanghebbende na dat moment een aanvraag in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.
Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoelt in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:
a) een verwijzing naar het besluit van het college tot voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie;
b) een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het model opgenomen in bijlage 1.
1) Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:
a) om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 23;
b) om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan belanghebbende;
c) om het verzoek geheel of gedeeltelijk toe te kennen;
d) om het verzoek af te wijzen.
2) Het college kan deze termijn eenmalig met acht weken verlengen.
3) Het college kan het verstrekken van nadere informatie of documenten door belanghebbende verlangen, als het college oordeelt dat dit noodzakelijk is voor de beoordeling van het verzoek.
1) Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ten hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie en vindt uitbetaling plaats binnen 60 dagen nadat de factuur is ingediend.
2) Indien nadeelcompensatie wordt bepaald op basis van voor- en nacalculatie vindt betaling plaats in termijnen zoals aangegeven in het besluit conform artikel 21. Na gereedkomen van de werkzaamheden en na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 25, vindt verrekening plaats met de uitbetaalde voorschotten en wordt de laatste termijn aan de belanghebbende uitbetaald.
Deze regeling is van toepassing op werken waarover op het moment van in werking treden nog geen overeenkomsten zijn aangegaan tussen de gemeente en belanghebbende.
Bijlage 3 Schaderegeling voor kabels of leidingen (natte infrastructuur) die liggen in openbaar gebied.
Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.