Organisatie | Hendrik-Ido-Ambacht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening Rekenkamercommissie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2016 |
Citeertitel | Verordening Rekenkamercommissie gemeente Hendrik-Ido-Ambacht 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-11-2016 | 07-11-2016 | Onbekend | 07-11-2016 officielebekendmaking.nl, Jaargang 2016 Nr. 156447 | Onbekend |
Artikel 3 Samenstelling en benoeming.
De raad benoemt de voorzitter en twee leden van de rekenkamercommissie uit externen en twee leden uit zijn midden en/of uit burgerraadsleden (maximaal 1 burgerraadslid per periode). De leden van de commissie die tevens (burger)raadsleden zijn, worden voor een periode van vier jaren (een raadsperiode) benoemd.
Artikel 5 Ontslag en non-activiteit.
Het lidmaatschap van de voorzitter of een extern lid eindigt:
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld; e. indien de voorzitter of de leden door ziekte of gebrek blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.
Artikel 6 Vergoeding externe leden.
De externe leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie en het verrichten van onderzoek overeenkomstig artikel 14, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden per 1 januari 2016. De voorzitter ontvangt een vergoeding van 325% maal het basisbedrag, leden ontvangen een vergoeding van 250% maal het basisbedrag.
De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.
De accountant als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de wet verstrekt desgevraagd, door tussenkomst van de auditcommissie, aan de commissie controleprogramma's en licht haar volledig in omtrent de resultaten daarvan door overlegging van rapporten of op andere voor de commissie aan te geven wijze.
De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.
Artikel 13. Regionale samenwerking.
De rekenkamercommissie onderzoekt de mogelijkheden tot samenwerking met rekenkamers of rekenkamercommissies in de regio om schaalvoordelen te behalen.
Artikel 15. Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 november 2016.
De begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de
Gemeentewet zijn genoemd) worden in deze toelichting gedefinieerd.
Onder deze termen wordt verstaan:
Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten
Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het
beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt.
Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan
vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming
De rekenkamercommissie bestaat uit vijf leden: een externe voorzitter, twee externe leden en twee raads- of burgerraadsleden.
De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor een onafhankelijk
rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van
overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de commissie.
Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op
In dit artikel is de vergoeding die externe leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.
De reiskostenvergoeding (ad € 0,37 per kilometer) is overeenkomstig de bedragen van artikel 2 van de Reisregeling Binnenland.
De commissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt door de raad benoemd. De
commissie dient zelfstandig te functioneren en in het vijfde lid is voorzien in een rechtstreekse
verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de commissie.
Bij dit artikel wordt nadrukkelijk de mogelijkheid opengelaten dat de secretaris een aanstelling heeft bij de griffie, bij de ambtelijke organisatie of in dienst is bij b.v. een buurgemeente.
Ambtenaren die bij de werkzaamheden voor de commissie worden ingeschakeld, verrichten hun taken op aanwijzing van de secretaris van de commissie.
Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de
rekenkamercommissie. In het reglement van orde worden zaken als de volgorde van aftreden van de
leden van de commissie, verhouding voorzitter-secretaris, de procedure die wordt gevolgd bij
onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten,
Als indicatie bij mogelijk in te stellen onderzoeken kunnen criteria bij de onderwerpkeuze gehanteerd worden die betrekking hebben op:
het nastreven van authenticiteit en originaliteit van de te verrichten onderzoeken. Een onderzoek behoort een toegevoegde waarde te hebben en dient bijvoorbeeld te voorzien in informatie waarover de raad nog niet beschikt, althans vanuit de taakopdracht van de commissie bezien. De toegevoegde waarde kan tot uitdrukking komen in een nadrukkelijk 'leereffect' dat met het onderzoek wordt beoogd.
De doorlooptijd van een onderzoek dient beperkt te zijn gegeven de beschikbare middelen en het streven elk jaar een substantieel of twee kleinere onderzoeken af te ronden. Een duidelijke afbakening van het onderzoeksontwerp strekt tot aanbeveling.
De commissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaald gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de commissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.
In het reglement van orde zal de procedure voor de totstandkoming van de keuze van het onderzoeksonderwerp beschreven worden.
Op het moment dat de commissie een onderzoek doet betreffende de rechtmatigheid moet er
afstemming zijn met de auditcommissie om te voorkomen dat onderzoeken elkaar overlappen of dubbel worden uitgevoerd.
Om te waarborgen dat de commissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en
relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van
alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren.
De wet bevat voor de rekenkamercommissie geen regeling voor de bevoegdheden voor het verkrijgen
van informatie. Met betrekking tot de bevoegdheden is bepaald dat artikel 183 van de wet van overeenkomstige toepassing ís op de commissie.
In de samenhang van controle-instrumenten voor de raad bestaat er in zekere zin een relatie tussen
de commissie en de accountant; de commissie kan de accountantscontrole als 'studieonderwerp'
selecteren. Omgekeerd kan de accountant, binnen de grenzen en eisen die aan de onafhankelijkheid
zijn gesteld, van dienst zijn bij het opzetten en uitvoeren van rekenkameronderzoeken.
Het verstrekken van controleprogramma's en/of resultaten van rapporten door de accountant kan
bijdragen aan de samenhang en afstemming tussen de onderscheidenlijke controle-instrumenten en
De rapporten van de commissie zijn in beginsel openbaar maar op grond van de belangen genoemd
in artikel 10 van de Wob kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt om te
reageren op het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats
waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de betreffende ambtenaren
worden voorgelegd met de vraag eventuele onjuistheden uit te halen en te corrigeren. Indien van
toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te
reageren op de conceptaanbevelingen die de rekenkamer verbindt aan de (gecorrigeerde)
bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met