Organisatie | Haaren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2017 |
Citeertitel | Verordening precariobelasting 2017 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-12-2016 | 31-12-2017 | Nieuwe regeling | 03-11-2016 | Raadsvoorstel, 3 november 2016 |
De raad van de gemeente Haaren;
in zijn vergadering van 3 november 2016;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 oktober 2016;
gelet op de behandeling in het raadsplein van 20 oktober 2016;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet.
De volgende verordening vast te stellen:
Verordening op de heffing en invordering precariobelasting 2017
Voor de toepassing van deze verordening wordt, voor zover niet anders bepaald, verstaan onder:
Onder de naam "precariobelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening.
De precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, dan wel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet de kabels en leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.
Het belastingtijdvak is de in een kalenderjaar gelegen aaneengesloten periode gedurende welke zich een belastbaar feit in de zin van de verordening voordoet.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarieven
Het innemen van een verkoopstandplaats waarvoor op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning is vereist:
Het tarief bedraagt voor het hebben van kabels en leidingen per strekkende meter per jaar € 2,00 met inachtneming van het overigens in deze verordening bepaalde.
De precariobelasting wordt niet geheven ter zake van het hebben van:
kabels en leidingen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waaronder, op of boven kabels en leidingen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen;
De belasting wordt geheven bij wijze van aanslag of bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak aanvangt, is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 10 Termijn van betaling
Indien het heffingstijdvak gelijk is aan een kalenderjaar, is de belasting in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 invorderbaar in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de kennisgeving en de tweede termijn, twee maanden later.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Intrekking Verordening en Overgangsrecht
De “Verordening precariobelasting 2016” van 21 juli 2016 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.