Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | SVR2014-Subsidiecontroleprotocol |
Citeertitel | SVR2014-Subsidiecontroleprotocol |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Subsidieverordening Rotterdam 2014, art. 3, vierde lid
Subsidieverordening Rotterdam 2014
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-11-2016 | 01-01-2016 | 14-12-2016 | Nieuwe regeling | 25-10-2016 | Gemeenteblad 2016, nummer 180 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
Gelezen het voorstel van concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling van 25 oktober 2016;
overwegende, dat het op 13 februari 2014 vastgestelde SVR2014-subsidiecontroleprotocol als gevolg van de tweede wijziging van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 moet worden aangepast;
gelet op artikel 3, vierde lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;
Voor de uitvoering van de bepalingen, die zijn opgesteld ten behoeve van het onderzoek naar de naleving van subsidievoorwaarden voor verleende subsidies op basis van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SVR2014) vanaf € 50.000, is het gewenst dat aan de onderzoekende openbaar accountant, zoals bedoeld in artikel 393 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, aanwijzingen worden verstrekt. De grondslag voor een zodanige aanwijzing wordt gevonden in artikel 4 SVR2014 alsmede in de specifieke behoeften van de subsidieverstrekker, neergelegd in de subsidieverleningsbeschikking.
In dat kader wordt door het Rotterdamse college van burgemeester en wethouders, als onderdeel van de subsidievoorwaarden, een aanwijzing, in de vorm van dit ‘SVR2014-subsidiecontroleprotocol’ (verder aangeduid als: protocol), gegeven aan de subsidieontvanger, ten behoeve van diens met het subsidieonderzoek belaste openbaar accountant (verder aangeduid als: subsidieaccountant).
Met dit protocol wordt beoogd een efficiënte en effectieve uitvoering van het accountantsonderzoek te bevorderen naar de op basis van de SVR2014 te verantwoorden subsidies. Indien een subsidie wordt verleend uit hoofde van een specifieke subsidieregeling, zoals bedoeld onder lid 6 van artikel 14 SVR2014, dan gelden de specifieke vereisten van die desbetreffende regeling.
De vereiste reguliere totale subsidieverantwoording, bestaande uit:
de inhoudelijke subsidieverantwoording (bedoeld in artikel 14 lid 2a SVR2014), en
de financiële subsidieverantwoording (bedoeld in artikel 14 lid 2b SVR2014),
en het daarbij per onderdeel vereiste soort accountantsproduct voor subsidies vanaf € 50.000 zijn af te leiden uit de subsidieverleningsbeschikking. De bepalingen van artikel 14 SVR2014, waaronder de in lid 5 in bijzondere gevallen geboden ontheffingsmogelijkheid voor het vereiste accountantsproduct aangaande één of meerdere onderdelen van de reguliere totale subsidieverantwoording, vormen hiervoor de basis. Dit protocol is voor generieke doeleinden opgesteld en gaat niet verder in op bijzondere situaties waarbij van deze ontheffingsmogelijkheid gebruik is gemaakt. Het per onderdeel van de totale subsidieverantwoording gevraagde accountantsproduct, dat uit de subsidieverleningsbeschikking blijkt, is leidend voor de uit te voeren werkzaamheden van de subsidieaccountant. Voor de reikwijdte, diepgang en strekkingen van het hierbij gevraagde accountantsproduct(en) geeft dit protocol aanwijzingen.
Op grond van lid 3 van hetzelfde artikel kunnen door de subsidieverstrekker, naast de vereiste reguliere totale subsidieverantwoording, aanvullend ook andere gegevens en bescheiden voor de subsidievaststelling worden opgevraagd. Conform hetzelfde lid dienen deze aanvullende gegevens en bescheiden vooraf in de verleningsbeschikking kenbaar te worden gemaakt, dienen deze verenigbaar te zijn met de reguliere totale subsidieverantwoording en worden deze niet verplicht voorgeschreven. Derhalve vallen deze aanvullende gegevens en bescheiden en de bemoeienis van de accountant hieromtrent buiten de scope van dit protocol.
Hieronder wordt een overzicht van het regulier vereiste accountantsproduct per onderdeel van de reguliere totale subsidieverantwoording gegeven:
In hoofdstuk 2 van dit protocol wordt ingegaan op reikwijdte, diepgang en eindproduct van de:
die op basis van artikel 14 SVR2014 vereist wordt aangaande de gevraagde financiële subsidieverantwoordingvan een subsidie met een verleningsbedrag ≥ € 50.000.
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op reikwijdte, diepgang en eindproduct van de:
dat op basis van artikel 14 SVR2014 vereist wordt aangaande de gevraagde inhoudelijke subsidieverantwoording van een subsidie met een verleningsbedrag ≥ € 50.000.
Dit protocol is gebaseerd op de vigerende wet- en regelgeving ten tijde van het vaststellen van dit protocol. Mits nieuwe ontwikkelingen dat noodzakelijk maken is voorzien in een updatemogelijkheid van dit protocol. Totdat het herziene protocol door het college van burgemeester en wethouders wordt vastgesteld bij een opgetreden wijziging in de hogere wet- en regelgeving, dient de uitvoerende subsidieaccountant reeds rekening te houden met deze gewijzigde voorschriften.
De subsidieontvanger is verantwoordelijk voor het tijdig ter kennis stellen van dit protocol aan diens subsidieaccountant.
De gemeente Rotterdam heeft als subsidieverstrekker te allen tijde de mogelijkheid een review te laten uitvoeren bij de subsidieaccountant. Dat wil zeggen: naar aanleiding van de ingediende totale subsidieverantwoording en het daar over afgegeven accountantsproduct(en), kan de accountant van de subsidieverstrekker een review uitvoeren bij de subsidieaccountant om vast te stellen in hoeverre van diens werkzaamheden gebruik gemaakt kan worden bij het eigen onderzoek naar de betreffende totale subsidieverantwoording.
HOOFDSTUK 2: CONTROLE- OF BEOORDELINGSVERKLARING AANGAANDE DE FINANCIELE SUBSIDIEVERANTWOORDING BIJ SUBSIDIES ≥ € 50.000
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de op basis van SVR2014 gevraagde beoordelingsverklaring respectievelijk controleverklaring aangaande de financiëlesubsidieverantwoording bij een verleningsbedrag vanaf € 50.000 tot € 200.000 respectievelijk vanaf € 200.000. Zie tabel 1 hieronder:
2.2 Reikwijdte, diepgang, strekkingen verklaringen en modelverklaringen
De in artikel 14, tweede lid, onderdeel b SVR2014 bedoelde financiëlesubsidieverantwoording vormt het onderzoeksobject van de in de verleningsbeschikking gevraagde controleverklaring respectievelijk beoordelingsverklaring aangaande deze financiële subsidieverantwoording.
De subsidieaccountant gaat hierbij na of de financiële subsidieverantwoording – als onderdeel van de gevraagde totale subsidieverantwoording – in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel b) en de verleningsbeschikking.
Dit houdt in dat de subsidieaccountant bij de uitvoering van de accountantscontrole of -beoordeling ten minste vast dient te stellen resp. te beoordelen dat de financiële subsidieverantwoording:
de werkelijke subsidiabele lasten van de subsidiabele activiteit(en) over het gesubsidieerde tijdvak juist (en de daarmee gerelateerde baten volledig) weergeeft in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel b) en de verleningsbeschikking;
met de inhoudelijke subsidieverantwoording (artikel 14, tweede lid, onderdeel a SVR2014) verenigbaar is.
Bij de accountantscontrole (resulterend in een controleverklaring) dient de subsidieaccountant een redelijke mate van zekerheid te geven, waarbij uitgegaan moet worden van een betrouwbaarheid van 95%. Bij de accountantsbeoordeling (resulterend in een beoordelingsverklaring) dient de subsidieaccountant een beperkte mate van zekerheid te geven. De exacte mate van betrouwbaarheid en de diepgang van de uit te voeren werkzaamheden hierbij worden overgelaten aan de vaktechnische oordeelsvorming van de subsidieaccountant.
Bij de accountantscontrole respectievelijk -beoordeling van de financiële subsidieverantwoording dient de subsidieaccountant uit te gaan van de in tabel 2 hieronder opgenomen aanwijzingen voor de nauwkeurigheid en de gevolgen van afwijkingen (fouten c.q. onzekerheden) voor de strekking van de gevraagde controleverklaring respectievelijk beoordelingsverklaring. Het totaal van de in de financiële subsidieverantwoording opgenomen subsidiabele lasten vormt hierbij de omvangsbasis.
In bijlage 1 respectievelijk 2 van dit protocol is een model opgenomen voor een goedkeurende controleverklaring respectievelijk beoordelingsverklaring inzake de financiële subsidieverantwoording.
HOOFDSTUK 3: ASSURANCE-RAPPORT AANGAANDE DE INHOUDELIJKE SUBSIDIEVERANTWOORDING BIJ SUBSIDIES ≥ € 50.000
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het op basis van SVR2014 gevraagde assurance-rapport met beperkte respectievelijk redelijke mate van zekerheidaangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording bij een verleningsbedrag vanaf € 50.000 tot € 200.000 respectievelijk vanaf € 200.000. Zie tabel 3 hieronder:
3.2 Reikwijdte, diepgang, strekkingen assurance-rapporten en model assurance-rapporten
De in artikel 14, tweede lid, onderdeel a SVR2014 bedoelde inhoudelijkesubsidieverantwoording vormt het onderzoeksobject van het in de verleningsbeschikking gevraagde assurance-rapport met redelijke respectievelijk beperkte mate van zekerheid aangaande deze inhoudelijke subsidieverantwoording.
De subsidieaccountant gaat hierbij na of de inhoudelijke subsidieverantwoording – als onderdeel van de gevraagde totale subsidieverantwoording – in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel a) en de verleningsbeschikking.
Dit houdt in dat de subsidieaccountant bij de uitvoering van de assurance-opdracht ten minste vast dient te stellen dat de inhoudelijke subsidieverantwoording:
de werkelijke realisatiegegevens van de subsidiabele meetbare prestatie(s) juist weergeeft in overeenstemming met de SVR2014 (artikel 14, tweede lid, onderdeel a) en de verleningsbeschikking, en
Bij de assurance-opdracht die resulteert in een assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid, dient de subsidieaccountant een redelijke mate van zekerheid te geven waarbij uitgegaan moet worden van een betrouwbaarheid van 95%. Bij de assurance-opdracht die resulteert in een assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid, dient de subsidieaccountant een beperkte mate van zekerheid te geven. De exacte mate van betrouwbaarheid en de diepgang van de uit te voeren werkzaamheden hierbij worden overgelaten aan de vaktechnische oordeelsvorming van de subsidieaccountant.
Bij de assurance-opdracht aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording dient de subsidieaccountant uit te gaan van de in tabel 4 opgenomen aanwijzingen voor de nauwkeurigheid en de gevolgen van afwijkingen (fouten c.q. onzekerheden) voor de strekking van het gevraagde assurance-rapport. Het totaal van het gerealiseerd aantal subsidiabele meetbare prestatie(s) opgenomen in de inhoudelijke subsidieverantwoording vormt hierbij de omvangsbasis. Tenzij in de verleningsbeschikking een andere prestatierelevantie weging is opgenomen, wegen de (soorten) prestaties evenredig mee in de bepaling van de omvangsbasis voor de te hanteren nauwkeurigheid.
In bijlage 3 respectievelijk 4 van dit protocol is een model opgenomen voor een goedkeurend assurance-rapport met redelijke respectievelijk beperkte mate van zekerheid inzake de inhoudelijke subsidieverantwoording.
Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking ervan in het Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2016.
BIJLAGE 1. Model goedkeurende controleverklaring aangaande de financiëlesubsidie-verantwoording bij een subsidie vanaf € 200.000
CONTROLEVERKLARING betreffende de financiële subsidieverantwoording
Afgegeven ten behoeve van de Gemeente Rotterdam in het kader de verstrekte subsidie op basis van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.
Wij hebben bijgevoegde en door ons gewaarmerkte financiële subsidieverantwoording als onderdeel van de totale subsidieverantwoording inzake ... (gesubsidieerde activiteit(en)) van ... (naam entiteit) te ... (statutaire vestigingsplaats) over ... (subsidietijdvak) gecontroleerd.
Verantwoordelijkheid van het bestuur
Het bestuur van de entiteit (afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals ‘het bestuur van de vennootschap BV/NV’, ‘vereniging’, ‘stichting’ enz.) is verantwoordelijk voor het opstellen van deze financiële subsidieverantwoording in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen van deze financiële subsidieverantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over deze financiële subsidieverantwoording op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat deze financiële subsidieverantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de financiële subsidieverantwoording. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de financiële subsidieverantwoording een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de financiële subsidieverantwoording door de entiteit, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor het opstellen van de financiële subsidieverantwoording, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële subsidieverantwoording.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Naar ons oordeel is de financiële subsidieverantwoording, als onderdeel van de gevraagde totale subsidieverantwoording, in alle van materieel belang zijnde aspecten opgesteld in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Beperking in gebruik en verspreidingskring
De gewaarmerkte financiële subsidieverantwoording is opgesteld voor de Gemeente Rotterdam met als doel ... (naam entiteit) in staat te stellen te voldoen aan de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de financiële subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Onze controleverklaring is derhalve uitsluitend bestemd voor ... (naam entiteit) en de Gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
BIJLAGE 2. Model goedkeurende beoordelingsverklaring aangaande de financiëlesubsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 50.000 tot € 200.000
BEOORDELINGSVERKLARING betreffende de financiële subsidieverantwoording
Afgegeven ten behoeve van de Gemeente Rotterdam in het kader de verstrekte subsidie op basis van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.
Wij hebben bijgevoegde en door ons gewaarmerkte financiële subsidieverantwoording als onderdeel van de totale subsidieverantwoording inzake ... (gesubsidieerde activiteit(en)) van ... (naam entiteit) te ... (statutaire vestigingsplaats) over ... (subsidietijdvak) beoordeeld.
Het bestuur van de entiteit (afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals ‘het bestuur van de vennootschap BV/NV’, ‘vereniging’, ‘stichting’ enz.) is verantwoordelijk voor het opstellen van deze financiële subsidieverantwoording in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Het is onze verantwoordelijkheid een beoordelingsverklaring inzake deze financiële subsidieverantwoording te verstrekken.
Wij hebben onze beoordeling verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 2400 ‘Opdrachten tot het beoordelen van financiële overzichten’ en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestonden in hoofdzaak uit het inwinnen van inlichtingen bij functionarissen van de entiteit en het uitvoeren van cijferanalyses met betrekking tot de financiële gegevens. Door de aard en de omvang van onze werkzaamheden kunnen deze slechts resulteren in een beperkte mate van zekerheid dat de financiële subsidieverantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Deze mate van zekerheid is lager dan die welke aan een controleverklaring kan worden ontleend.
Op grond van onze beoordeling is ons niets gebleken op basis waarvan wij zouden moeten concluderen dat de financiële subsidieverantwoording, als onderdeel van de totale subsidieverantwoording, niet in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Beperking in gebruik en verspreidingskring
De gewaarmerkte financiële subsidieverantwoording is opgesteld voor de Gemeente Rotterdam met als doel ... (naam entiteit) in staat te stellen te voldoen aan de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de financiële subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Onze beoordelingsverklaring is derhalve uitsluitend bestemd voor ... (naam entiteit)en de Gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
BIJLAGE 3. Model goedkeurend assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 200.000
ASSURANCE-RAPPORT betreffende de inhoudelijke subsidieverantwoording
Afgegeven ten behoeve van de Gemeente Rotterdam in het kader de verstrekte subsidie op basis van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.
Opdracht en verantwoordelijkheden
Wij hebben bijgevoegde en door ons gewaarmerkte inhoudelijke subsidieverantwoording als onderdeel van de totale subsidieverantwoording inzake ... (gesubsidieerde prestatie(s)) van ... (naam entiteit) te ... (statutaire vestigingsplaats) over ... (subsidietijdvak) onderzocht.
Het bestuur van de entiteit (afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals ‘het bestuur van de vennootschap BV/NV’, ‘vereniging’, ‘stichting’ enz.) is verantwoordelijk voor het opstellen van deze inhoudelijke subsidieverantwoording in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid inzake deze inhoudelijke subsidieverantwoording te verstrekken.
Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie’ en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014. Dienovereenkomstig dienen wij ons onderzoek zodanig te plannen en uit te voeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat deze inhoudelijke subsidieverantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een assurance-opdracht omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van relevante gegevens.
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen assurance-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Naar ons oordeel is de inhoudelijke subsidieverantwoording, als onderdeel van de totale subsidieverantwoording, in alle van materieel belang zijnde aspecten opgesteld in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Beperking in gebruik en verspreidingskring
De gewaarmerkte inhoudelijke subsidieverantwoording is opgesteld voor de Gemeente Rotterdam met als doel ... (naam entiteit) in staat te stellen te voldoen aan de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de inhoudelijke subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons assurance-rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor ... (naam entiteit) en de Gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
BIJLAGE 4. Model goedkeurend assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid aangaande de inhoudelijke subsidieverantwoording bij een subsidie vanaf € 50.000 tot € 200.000
ASSURANCE-RAPPORT betreffende de inhoudelijke subsidieverantwoording
Afgegeven ten behoeve van de Gemeente Rotterdam in het kader de verstrekte subsidie op basis van de Subsidieverordening Rotterdam 2014.
Opdracht en verantwoordelijkheden
Wij hebben bijgevoegde en door ons gewaarmerkte inhoudelijke subsidieverantwoording als onderdeel van de totale subsidieverantwoording inzake ... (gesubsidieerde prestatie(s)) van ... (naam entiteit) te ... (statutaire vestigingsplaats) over ... (subsidietijdvak) onderzocht.
Het bestuur van de entiteit (afhankelijk van de aard van de entiteit te vervangen door een meer passende aanduiding zoals ‘het bestuur van de vennootschap BV/NV’, ‘vereniging’, ‘stichting’ enz.) is verantwoordelijk voor het opstellen van deze inhoudelijke subsidieverantwoording in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Het is onze verantwoordelijkheid een assurance-rapport met beperkte mate van zekerheid inzake deze inhoudelijke subsidieverantwoording te verstrekken.
Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 3000 ‘Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle en beoordeling van historische financiële informatie’ en het SVR2014-subsidiecontroleprotocol genoemd in artikel 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014. De in dit kader uitgevoerde werkzaamheden bestonden in hoofdzaak uit het inwinnen van inlichtingen bij functionarissen van de entiteit en het uitvoeren van analyses met betrekking tot de niet-financiële meetbare (prestatie)gegevens. Door de aard en de omvang van onze werkzaamheden kunnen deze slechts resulteren in een beperkte mate van zekerheid dat de inhoudelijke subsidieverantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Deze mate van zekerheid is lager dan die welke aan een assurance-rapport met redelijke mate van zekerheid kan worden ontleend.
Op grond van onze werkzaamheden is ons niets gebleken op basis waarvan wij zouden moeten concluderen dat de inhoudelijke subsidieverantwoording, als onderdeel van de totale subsidieverantwoording, niet in alle van materieel belang zijnde aspecten is opgesteld in overeenstemming met de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking.
Beperking in gebruik en verspreidingskring
De gewaarmerkte inhoudelijke subsidieverantwoording is opgesteld voor de Gemeente Rotterdam met als doel ... (naam entiteit) in staat te stellen te voldoen aan de Subsidieverordening Rotterdam 2014 en de verleningsbeschikking. Hierdoor is de inhoudelijke subsidieverantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. Ons assurance-rapport is derhalve uitsluitend bestemd voor ... (naam entiteit) en de Gemeente Rotterdam en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen.
... (naam accountantspraktijk)
... (naam externe accountant en ondertekening met die naam)
Dit gemeenteblad 2016, nummer 180, is uitgegeven op 1 november 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)