Organisatie | Wormerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling inzake werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland |
Citeertitel | Regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke regeling |
Het overzicht van opgenomen wijzigingen is mogelijk niet compleet. Er kunnen wijzigingen ontbreken tussen het ontstaan van de regeling en de eerste opgenomen wijziging van de regeling.
artt. 1, 6, 11, 20, 21, 22, 30, 31, 36, 37, 38, 40, 41, 43, 44, 49 wijziging (2015)
Wet gemeenschappelijke regelingen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 27-11-2017 | wijziging | 01-07-2015 Staatscourant, 22 December 2015 | * | |
01-08-2005 | 01-01-2016 | wijziging | 05-07-2005 Onbekend | Onbekend | |
01-04-1999 | 06-01-1999
|
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Er is een openbaar lichaam genaamd: het Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland. Dit openbaar lichaam is gevestigd te Zaanstad.
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 lid 2 van de Wsw dragen de gemeentebesturen aan het openbaar lichaam hun bevoegdheden over ter zake van de in artikel 4 van deze regeling genoemde taken.
Het openbaar lichaam heeft tot doel door middel van de uitvoering van de Wsw te voorzien in arbeid al dan niet onder aangepaste omstandigheden, die zoveel mogelijk gericht is op behoud, herstel dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid van die personen, die tot het verrichten van arbeid in staat zijn, doch voor wie in belangrijke mate ten gevolge van bij hen gelegen factoren, gelegenheid om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten niet of voorshands niet aanwezig is, een en ander mede met het oog op het kunnen verrichten van arbeid onder normale omstandigheden .
Het algemeen bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter met dien verstande dat deze telkens voor een periode van twee jaren wordt benoemd en de keuze van de voorzitter zich beperkt tot het door de gemeente Zaanstad of Purmerend aangewezen lid. In het eerste jaar van het lichaam is de keuze van de voorzitter beperkt tot het door Purmerend aangewezen lid en in het derde jaar tot die van Zaanstad. In de daarop volgende jaren vindt de vervulling van het voorzitterschap plaats in dezelfde volgorde.
1e het aannemen van werk ten behoeve van het openbaar lichaam;
2e het buiten dienstbetrekking tegen beloning doen van verrichtingen ten behoeve van het openbaar lichaam;
3e het doen van leveranties aan het openbaar lichaam;
4e het verhuren van enig goed, met uitzondering van onroerende zaken;
5e het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van het openbaar lichaam;
6e het van het openbaar lichaam onderhands verwerven van onroerende zaken of beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;
7e het onderhands huren of pachten van het openbaar lichaam;
De voorzitter en vice-voorzitter van het algemeen bestuur zijn tevens voorzitter en vice-voorzitter van het dagelijks bestuur. De twee andere leden worden benoemd op basis van het aantal geplaatste personen bij het Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland op 1 juli voorafgaande aan het jaar van aftreden van de gemeenteraden.
De voorzitter en de vice-voorzitter van het algemeen bestuur zijn tevens voorzitter en vice-voorzitter van het dagelijks bestuur. De drie andere leden worden benoemd op basis van het aantal geplaatste personen bij het Werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland op 1 juli voorafgaande aan het jaar van aftreden van de gemeenteraden.
Indien tussentijds een plaats in het dagelijks bestuur openvalt benoemt het algemeen bestuur zo spoedig mogelijk een nieuw lid. Gaat het openvallen van een plaats gepaard met het openvallen van een plaats in het algemeen bestuur dan kan het algemeen bestuur het kiezen van een nieuw lid in het dagelijks bestuur uitstellen totdat de opgevallen plaats in het algemeen bestuur weer zal zijn bezet.
Het algemeen bestuur kan deskundigen benoemen, die bestuur en het dagelijks bestuur in hun werkzaamheden bijstaan. Deze deskundigen hebben slechts een adviserende bevoegdheid.
De voorzitter is voorts gehouden binnen 14 dagen het algemeen bestuur bijeen te roepen, wanneer ten minste één vijfde van het zitting hebbende aantal leden daarom, onder opgave van redenen, schriftelijk verzoekt. De vergadering wordt uiterlijk binnen drie weken na het verstrijken van voorgenoemde termijn gehouden.
De vergaderingen van het algemeen bestuur worden in het openbaar gehouden. De deuren worden gesloten, wanneer dat door ten minste een derde van het aantal aanwezige leden wordt gevorderd of de voorzitter dat nodig oordeelt. De vergadering beslist of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd. In een besloten vergadering kan het algemeen bestuur besluiten nemen inzake de behandelde punten met in achtneming van hetgeen in het tweede en derde lid van dit artikel is bepaald.
Wanneer na opening van de vergadering onverhoop, krachtens de presentielijst, blijkt dat het quorum niet aanwezig is op de in de agenda vermelde tijdstip, de voorzitter op voorhand een nieuwe vergadering uitschrijft die gehouden zal worden tien minuten na het in de agenda vermelde tijdstip. Verder sluit de voorzitter tersond de vergadering.
Over alle zaken wordt mondeling en bij hoofdelijke oproeping gestemd. Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen, wordt gestemd met gesloten en ongetekende briefjes. Indien bij het nemen van een besluit over een zaak door geen der leden stemming wordt gevraagd, wordt het voorstel geacht te zijn aangenomen. Indien bij een stemming blanco briefjes zijn ingediend, worden deze bij het bepalen van de volstrekte meerderheid niet in aanmerking genomen.
Bij staking van stemmen wordt het nemen van een besluit uitgesteld tot de volgende vergadering, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. In deze, alsmede in een voltallige vergadering, wordt bij staking van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen. Bij staking van stemmen over het benoemen van personen wordt een herstemming gehouden; indien bij deze herstemming de stemmen wederom staken beslist terstond het lot. Een benoeming wordt geacht iemand persoonlijk aan te gaan, wanneer hij behoort tot die personen, tot welke de keuze door een voordracht of bij een herstemming is beperkt.
Onverminderd het in het vorig lid bepaalde, worden de aan de gemeentebesturen toegekende bevoegdheden van regeling en bestuur, welke nodig zijn voor de in artikel 4 dezer regeling omschreven taak, toegekend aan respectievelijk het algemeen- en het dagelijks bestuur, waarbij de verdeling van de bevoegdheden gelijk is aan die, zoals die verdeling in de gemeentewet is of zal worden geregeld voor de raad en het college van burgemeester en wethouders.
De leden van het dagelijks bestuur zijn gezamenlijk en ieder afzonderlijk het algemeen bestuur verantwoording schuldig voor het door het dagelijks bestuur gevoerde beleid en zijn gehouden binnen een door het algemeen bestuur of door één of meer leden daarvan te stellen termijn de gevraagde inlichtingen te verstrekken en kunnen ter zake door het algemeen bestuur ter verantwoording worden geroepen.
Een lid van het algemeen bestuur is met inachtneming van het bepaalde in artikel 16, lid 5 van de Wet gemeenschappelijke regelingen gehouden aan de raad die dit lid heeft aangewezen de door één of meer leden van die raad gevraagde inlichtingen te verstrekken volgens de regels welke in de onderscheiden gemeenten voor binnen-gemeentelijke informatie en verantwoordingswijzen gelden.
Het algemeen- en dagelijks bestuur zijn ieder voor zich verplicht op verzoek van gedeputeerde staten en/of de gemeentebesturen van bericht en raad te dienen omtrent alle zaken welke deze regeling betreffen. Zij zijn bevoegd ongevraagd aan de gemeentebesturen advies te geven of voorstellen te doen welke zij in verband met deze regeling nodig achten.
Indien de voorzitter behoort tot het bestuur van een deelnemende gemeente die partij is in een geding of bij een buitengerechtelijke rechtshandeling, waarbij het openbaar lichaam is betrokken, oefent een andere door het dagelijks bestuur aan te wijzen lid van dat bestuur die bevoegdheid uit. Lid 2 van dit artikel blijft van overeenkomstige toepassing.
De voorzitter ondertekent alle stukken, uitgaande van het algemeen- en het dagelijks bestuur.
I. FINANCIËLE ADMINISTRATIE EN KASBEHEER
De deelneming in, danwel de oprichting van eigen organisaties die op commerciële wijze producten verkopen, direct danwel indirect gelieerd aan Baanstede mag niet leiden tot structurele exploitatie tekorten die verrekend worden met het exploitatietekort of – overschot voortvloeiend uit de uitvoering van de nWsw
Ten aanzien van de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding zijn de artikelen 212 tot en met 215 van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat voor de raad en voor burgemeester en wethouders respectievelijk het algemeen- en het dagelijks bestuur worden gelezen.
Het in het vorig artikel bedoelde reglement mag in geen geval bepalingen bevatten die in strijd zijn met het in deze gemeenschappelijke regeling bepaalde.
De in lid 1 genoemde administrateur is bij te verwachten, danwel gebleken onregelmatigheden, en/ of substantiële te verwachten of werkelijke afwijkingen van exploitatie-overzichten of (mj-)begrotingen verantwoording verschuldigd aan het dagelijks bestuur en is gehouden alle met betrekking daartoe gevraagde inlichtingen te verstrekken.
Onverminderd het in artikel 32, tweede lid onder a, dezer regeling bepaalde, zijn voor het doen van betalingen de handtekeningen van de algemeen directeur vereist; voor zover deze betalingen betrekking hebben op geleverde goederen of diensten aan werkverbanden, dienen zij door de functionaris die daarvoor verantwoordelijkheid draagt, voor akkoord te zijn getekend.
Onverminderd het in artikel 32, tweede lid onder d, dezer regeling bepaalde, wordt een voordelig exploitatiesaldo gestort in de bedrijfsreserve, dat door het algemeen bestuur zal worden bestemd.
De deelnemende gemeenten verbinden zich als volgt bij te dragen in de kosten van het lichaam:
een eventueel nadelig exploitatiesaldo wordt ten laste van de gemeente gebracht op basis van de verdeelsleutel 30/70 waarbij 30% van het nadelig saldo aan de gemeente wordt toegerekend op basis van het aantal inwoners van iedere gemeente per 1 januari van het betreffende boekjaar en 70% van dat saldo op basis van het aantal werknemers (SW-fte’s) van iedere gemeente, eveneens per 1 januari van het betreffende boekjaar.
De gemeenten verbinden zich bij de aanvang van elk boekjaar aan het lichaam voorschotten te verstrekken, welke voorschotten worden gebaseerd op de begroting met inachtneming van hetgeen in artikel 37 dezer regeling is bepaald. Zo nodig kan het dagelijks bestuur aanvullende voorschotten van de gemeenten verlangen.
Het dagelijks bestuur dient jaarlijks vóór 15 april bij het algemeen bestuur een ontwerp van de begroting van het lichaam voor het volgende dienstjaar in. Het ontwerp van de begroting gaat vergezeld van een memorie van toelichting. Het dagelijks bestuur zendt het ontwerp van en de toelichting op de begroting tevens en gelijktijdig toe aan de raden van de aan deze regeling deelnemende gemeenten.
De raden van de deelnemende gemeenten kunnen binnen acht weken na de datum van toezending van de ontwerpbegroting het dagelijks bestuur van hun commentaar doen blijken. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren bij de ontwerpbegroting, zoals deze aan het algemeen bestuur is aangeboden, uiterlijk twee weken voor de vergadering van het algemeen bestuur.
Nadat de begroting is vastgesteld zendt het dagelijks bestuur deze binnen 14 dagen na datum van vaststelling ter goedkeuring aan gedeputeerde staten (uiterlijk voor 1 augustus van elk jaar) en voorts ter kennisneming aan de raden van de gemeenten, die binnen twee maanden na de datum van toezending, ter zake, gedeputeerde staten schriftelijk van hun commentaar kunnen doen blijken. Van dit commentaar wordt het dagelijks bestuur door toezending van een afschrift daarvan in kennis gesteld.
Jaarlijks vóór of uiterlijk op 15 april dient het dagelijks bestuur bij het algemeen bestuur een verantwoording in van het over het afgelopen dienstjaar gevoerde beheer, zulks onder overlegging van de rekening met de daarbij behorende bescheiden en een voorlopige berekening van de door de gemeenten te betalen bijdragen als bedoeld in artikel 42 dezer regeling. Het voegt daarbij een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid der rekening, ingesteld door de krachtens artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet aangewezen deskundige, als bedoeld in artikel 32, derde lid dezer regeling. Het dagelijks bestuur zendt het ontwerp van de rekening tevens en gelijktijdig toe aan de raden van de aan deze regeling deelnemende gemeenten.
Nadat de rekening door het algemeen bestuur is vastgesteld, wordt deze binnen 14 dagen door het dagelijks bestuur ter kennisneming aangeboden aan gedeputeerde staten (uiterlijk voor 15 juli van elk jaar) en voorts zo nodig ter kennisneming aan de raden van de gemeenten, die binnen twee maanden na de datum van toezending schriftelijk van hun commentaar doen blijken. Van dit commentaar wordt het dagelijks bestuur door toezending van een afschrift daarvan in kennis gesteld.
Het besluit van het algemeen bestuur, houdende de vaststelling van de rekening strekt het dagelijks bestuur, de in artikel 34 lid 1 genoemde functionaris en degene die voorts eventueel met comptabele administratie is belast tot décharge behoudens later in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.
I. DUUR VAN DE REGELING EN BEKENDMAKING
In geval van toetreding van één of meer gemeenten stelt het algemeen bestuur, zulks in overleg met de raad of de raden van de toetredende gemeente of gemeenten, vóór het tijdstip van toetreding een regeling vast met betrekking tot de bestuurlijk organisatorische en financiële gevolgen van die toetreding. Naast evenbedoelde regeling kunnen door het algemeen bestuur aan de toetreding eventueel ook andere voorwaarden worden verbonden.
Wanneer een of meer gemeenten van de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende gemeenten tengevolge van een gemeentelijke herindeling is/zijn opgeheven, treedt/treden de gemeente(n), die krachtens de betreffende regeling geacht wordt/worden aan deze regeling deel te nemen, voor wat betreft de uit deze regeling voortvloeiende rechten en verplichtingen in haar plaats.
In geval van opheffing van de regeling besluit het algemeen bestuur tot liquidatie en stelt het algemeen bestuur een liquidatieplan op dat voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten alle rechten en verplichtingen van het openbaar lichaam over de deelnemende gemeenten te verdelen op een in het plan te bepalen wijze. Daarbij kan worden afgeweken van de bepalingen van deze regeling.
Deze regeling kan worden aangehaald als "Regeling Werkvoorzieningschap Zaanstreek -Waterland "
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die van haar opname in de registers als bedoeld in artikel 27, tweede lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Vastgesteld door de gemeenteraad van Beemster in zijn openbare vergadering van 17 december 1998,
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Beemster op 1 december 1998,
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Edam-Volendam in zijn openbare vergadering van 17 december 1998
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Edam-Volendam op 1 december 1998,
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Landsmeer in zijn openbare vergadering van 22 december 1998
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Landsmeer op
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Oostzaan in zijn openbare vergadering van 21 december 1998
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Oostzaan op
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Purmerend in zijn openbare vergadering van *
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Purmerend op
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Waterland in zijn openbare vergadering van *
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Waterland op
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Wormerland in zijn openbare vergadering van *
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Wormerland op
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Zaanstad in zijn openbare vergadering van 17 december 1998
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zaanstad op 24 november 1998
burgemeester, secretaris
vastgesteld door de gemeenteraad van Zeevang in zijn openbare vergadering van 8 december 1998
voorzitter, secretaris
vastgesteld door burgemeester en wethouders van Zeevang op 8 december 1998
burgemeester, secretaris