Organisatie | Winsum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de rekencommissie |
Citeertitel | Verordening rekenkamercommissie gemeente Winsum |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 81
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | Nieuwe regeling | 13-12-2005 De Wiekslag, 14-12-2010 | 13 |
In deze verordening wordt verstaan onder:
A Raad:de gemeenteraad van Winsum;
B College: hetcollege van burgemeester en wethouders van de gemeente Winsum;
C Rekenkamercommissie:de gezamenlijke rekenkamercommissie van de gemeente Winsum;
D Voorzitter:de voorzitter van de gezamenlijke rekenkamercommissie;
E Secretaris:de secretaris van de gezamenlijke rekenkamercommissie;
F Doeltreffendheid of effectiviteit:de mate waarin een organisatie erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken;
G Doelmatigheid of efficiency:het streven om met een zo beperkt mogelijke inzet van de beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.
Hierbij gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat om zowel regelgeving van het rijk als de regelgeving van de gemeente zelf.
Hoofdstuk 2 Taak en samenstelling
De rekenkamercommissie doet onderzoek naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid, alsmede naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gemeentelijk beheer en van de gemeentelijke organisatie, alsmede van (gesubsidieerde) instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd. Daarnaast onderzoekt de rekenkamercommissie de rechtmatigheid van het door de gemeente gevoerde bestuur. Een door de rekenkamercommissie ingesteld onderzoek naar de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur bevat geen controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet.
De raad benoemt één van de drie leden als voorzitter van de rekenkamercommissie. De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, de externe communicatie en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De secretaris draagt zorg voor het formuleren van een onderzoeksopzet en de begeleiding van het onderzoek.
Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de leden
De gemeenteraad stelt ten behoeve van de rekenkamercommissieleden een vergoeding per jaar vast. De gemeenteraad stelt een uurvergoeding vast voor werkzaamheden van de secretaris die verricht worden ten behoeve van een onderzoek.
Daarnaast stelt de raad voor de voorzitter een vergoeding per jaar vast ten behoeve van het presenteren van de uitkomsten van de uitgevoerde onderzoeken in de gemeenteraad.
Hoofdstuk 3 Werkwijze en budget
De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde vast voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisneming naar de raad.
De rekenkamercommissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.
De rekenkamercommissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, een technische reactie op het concept onderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie te geven. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. Daarnaast bepaalt de rekenkamercommissie wie verder als betrokkenen worden aangemerkt. Na het verstrijken van deze termijn worden gebleken feitelijke onjuistheden in het concept-rapport gecorrigeerd. Vervolgens wordt het definitieve rapport inclusief oordelen en aanbevelingen aan het college voorgelegd voor een bestuurlijke reactie. Naar aanleiding van de bestuurlijke reactie kan de rekenkamercommissie een nawoord opstellen.
De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad. De rekenkamercommissie brengt daartoe over ieder dienstjaar voor 1 april van het daaropvolgende dienstjaar een beknopt eigen jaarverslag uit, waarin in ieder geval een overzicht wordt opgenomen van de lopende en afgeronde onderzoeken en de daaraan in het betreffende dienstjaar bestede middelen.