Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels duurzame maatschappelijke organisaties 2016-2017 |
Citeertitel | Nadere subsidieregels duurzame maatschappelijke organisaties 2016-2017 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Milieu, duurzaamheid, energievoorziening, subsidies |
Geen
Provinciewet, Algemene Subsidieverordening 2012 2012 Provincie Limburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-11-2016 | 02-08-2017 | nieuwe regeling | 25-10-2016 Provinciaal Blad, 2016, 5891 | onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
energiebesparende en duurzame energieopwekkende maatregelen: maatregelen inhoudend de aanschaf en installatie van de in deze regeling genoemde nieuwe apparaten en voorzieningen en die de in artikel 3 genoemde doelgroepen in staat stellen het energieverbruik te verminderen respectievelijk energie op te wekken waarbij van hernieuwbare bronnen gebruik wordt gemaakt, alsmede het aandeel in calorische waarde van de met hernieuwbare energiebronnen in hybride installaties opgewekte energie die ook met conventionele energiebronnen werken;
sportvereniging: vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of een stichting die de beoefening van een bepaalde sport of van meer dan één sport bevordert en organiseert en die een ledenadministratie (alleen in geval van een vereniging) en financiële administratie voert op basis van de regels, die zijn vastgelegd in de wet, de statuten, of het huishoudelijk reglement, met een gebouw in beheer, bestemd voor en in gebruik voor het beoefenen van sport met inbegrip van de voor het beoefenen van deze sport bestemde en in gebruik zijnde bijgebouwen;
vrijetijdsvereniging: vereniging met volledige rechtsbevoegdheid of een stichting die de beoefening van een bepaalde activiteit of van meer dan één activiteit bevordert en organiseert en die een ledenadministratie (alleen in geval van een vereniging) en financiële administratie voert op basis van de regels, die zijn vastgelegd in de wet, de statuten, of het huishoudelijk reglement, met een gebouw in beheer, bestemd voor en in gebruik voor het beoefenen van deze activiteit met inbegrip van de voor het beoefenen van deze activiteit bestemde en in gebruik zijnde bijgebouwen.
Artikel 2 Doelstelling/ doel van de regeling
Doelstelling van deze nadere subsidieregels is het stimuleren van het treffen van energiebesparende maatregelen en/of maatregelen om duurzame energie op te wekken aan accommodaties en gemeenschapshuizen.
De energiebesparende en/ of duurzame energieopwekkende maatregelen dienen uiterlijk 9 maanden na subsidieverstrekking te zijn getroffen.
Hoofdstuk 3 Financiële aspecten
Artikel 8 Subsidiabele maatregelen bestaande bouw
De voor subsidie in aanmerking komende energiebesparende en/ of duurzame energieopwekkende maatregelen voor accommodaties of gemeenschapshuizen gebouwd vóór 1 januari 2008 zijn:
dakisolatie 'groen': het dakoppervlak dat beplant wordt, bedraagt minimaal 25 m²; de helling van het dak is niet meer dan 45 graden; het groene dak bestaat uit minimaal 5 lagen, zijnde de wortelwerende laag, drainagelaag, filtervlies, substraatlaag en vegetatielaag (grassen, vetplanten en soms kruiden);
Voor een elektrisch aangedreven warmtepomp met voor water/water systemen geldt ten minste COP _ 4,0 bij een conditie van W10 / W45 bepaald conform NEN-EN 14511 Voor het geval de warmtepomp óók een bijdrage levert aan de verwarming van tapwater, geldt ten minste COP _ 2,4. De warmtepomp mag niet primair gericht zijn op actieve koeling (lucht/lucht warmtepomp) of verwarming van tapwater.
Artikel 9 Subsidiabele maatregelen nieuwbouw
De voor subsidie in aanmerking komende energiebesparende en/ of duurzame energieopwekkende maatregelen voor accommodaties of gemeenschapshuizen gebouwd vanaf 1 januari 2008 zijn:
Voor een elektrisch aangedreven warmtepomp met voor water/water systemen geldt ten minste COP _ 4,0 bij een conditie van W10 / W45 bepaald conform NEN-EN 14511 Voor het geval de warmtepomp óók een bijdrage levert aan de verwarming van tapwater, geldt ten minste COP _ 2,4. De warmtepomp mag niet primair gericht zijn op actieve koeling (lucht/lucht warmtepomp) of verwarming van tapwater.
De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
een kopie van een ondertekende opdrachtverstrekking waarop de voorzieningen inclusief gespecificeerde technische gegevens staan vermeld, waaruit blijkt dat de maatregel voldoet aan artikel 8/9 van deze regeling. De arbeidskosten dienen per te treffen maatregel te worden gespecificeerd. Ook moet blijken dat de opdracht is verstrekt vóór het indienen van de subsidieaanvraag.