Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Lisse

Protocol onderzoek en registratie integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Lisse

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLisse
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingProtocol onderzoek en registratie integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Lisse
CiteertitelProtocol onderzoek en registratie integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Lisse
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 41
  2. Gemeentewet, 69, lid 2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-2016Nieuwe regeling

27-10-2016

gmb-2016-152842

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Protocol onderzoek en registratie integriteitsschendingen politieke ambtsdragers gemeente Lisse

 

 

1. Algemeen

  • 1.

    Onder politiek ambtsdragers wordt verstaan: de burgemeester, de leden van het college, de raadsleden en de raadscommissieleden/niet-zijnde raadsleden.

  • 2.

    In gevallen waarin dit protocol niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het seniorenconvent of de raad.

  • 3.

    Het protocol is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 4.

    De burgemeester, de leden van het college, de raadsleden en de raadcommissieleden/niet-zijnde raadsleden ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van dit protocol.

  • 5.

    Uitgangspunt bij het gebruik van dit protocol is de 'Gedragscode integriteit gemeenteraad Lisse 2016’ en ‘Gedragscode Integriteit college Lisse 2016’, of de gedragscode die op dat moment van kracht is.

2. Melding

  • 1.

    Meldingen van vermeende integriteitsschendingen worden gedaan bij de burgemeester, die deze in behandeling neemt.

  • 2.

    Meldingen over de burgemeester worden gedaan bij het seniorenconvent. Het seniorenconvent wijst een van zijn leden aan - bijvoorbeeld de plaatsvervangend voorzitter van de raad - die in de plaats treedt van de burgemeester bij het zetten van de stappen volgens het protocol.

3. Gesprek met betrokkene

  • 1.

    Alvorens de burgemeester besluit tot het instellen van een vooronderzoek en/of een feitenonderzoek kan een gesprek met betrokkene plaatsvinden.

  • 2.

    De burgemeester kan op grond van dat gesprek tot de conclusie komen geen vooronderzoek en/of feitenonderzoek in te stellen.

4. Vooronderzoek

  • 1.

    Bij twijfel over het wel of niet instellen van een feitenonderzoek kan de burgemeester besluiten een vooronderzoek te doen om te bepalen of er een feitenonderzoek nodig is.

  • 2.

    Van de bevindingen uit het vooronderzoek wordt een rapport opgemaakt, dat ter vaststelling wordt voorgelegd aan het seniorenconvent.

  • 3.

    Het seniorenconvent bepaalt of het vooronderzoek aanleiding geeft voor een feitenonderzoek.

  • 4.

    De betrokken politiek ambtsdrager wordt over het doen van het vooronderzoek en van de uitkomst van het onderzoek op tijd geïnformeerd.

  • 5.

    De melder wordt geïnformeerd als wordt besloten geen feitenonderzoek in te stellen.

  • 6.

    Bij het vermoeden van een opzettelijk valse beschuldiging onderneemt de burgemeester actie tegen de melder in de vorm van een feitenonderzoek of een aangifte bij de politie.

5. Feitenonderzoek

  • 1.

    De burgemeester geeft opdracht tot een feitenonderzoek aan een interne of externe onderzoekscommissie, wanneer hiertoe aanleiding is.

  • 2.

    Een interne onderzoekscommissie bestaat uit de burgemeester en een vertegenwoordiger namens het seniorenconvent. De commissie wordt ambtelijk ondersteund. Aan deze commissie kunnen deskundigen worden toegevoegd.

  • 3.

    Als de afstand tussen de interne onderzoekers en de betrokken politiek ambtsdrager te klein is om voldoende objectief onderzoek te garanderen, dan wordt een externe onderzoekscommissie ingesteld.

  • 4.

    Een externe onderzoekscommissie bestaat uit personen van buiten de organisatie.

  • 5.

    De externe commissie stelt een multidisciplinair team samen, opdat de juiste kennis voor het doen van het feitenonderzoek aanwezig is.

6. Opdrachtverstrekking

  • 1.

    De burgemeester komt een schriftelijke onderzoeksopdracht met de onderzoeker(s) overeen.

  • 2.

    In de opdracht staat in ieder geval vermeld de aanleiding, de onderzoeksopdracht en de verwachte duur en kosten van het onderzoek.

7. Kennisgeving aan betrokkene

  • 1.

    De betrokken politiek ambtsdrager wordt over het instellen van een feitenonderzoek op tijd per brief geïnformeerd.

  • 2.

    In de brief is in ieder geval opgenomen:

    • a.

      een omschrijving van het handelen of nalaten dat aanleiding is tot het instellen van het onderzoek;

    • b.

      de melding dat betrokkene en getuigen kunnen worden gehoord;

    • c.

      de melding dat als andere feiten en omstandigheden bekend worden die van belang kunnen zijn voor het bepalen van de omvang, aard en ernst van de integriteitsbreuk, het onderzoek zich kan uitstrekken tot die feiten en omstandigheden.

8. Horen van betrokkenen en getuigen

  • 1.

    De betrokken politiek ambtsdrager en getuigen kunnen worden gehoord.

  • 2.

    De gesprekken worden gehouden door minimaal twee personen.

  • 3.

    Er wordt een gespreksverslag opgemaakt en ondertekend door de onderzoekers en de getuigen/betrokkene.

  • 4.

    De gehoorde krijgt de mogelijkheid om binnen vijf werkdagen schriftelijk te reageren op het verslag.

  • 5.

    Als de gehoorde weigert te tekenen wordt daarvan melding gemaakt in het verslag. Als de gehoorde dat wil, wordt er een schriftelijke weergave van de afwijkende mening van de gehoorde bij het verslag gevoegd.

9. Aangifte

  • 1.

    Als er een vermoeden is van een misdrijf doet de burgemeester na overleg met het seniorenconvent aangifte bij de politie.

  • 2.

    Vanaf dat moment wordt alle informatie voorgelegd aan de politie, eventueel na overleg met de officier van justitie.

10. Communicatie

De burgemeester zorgt voor de interne en externe communicatie.

11. Onderzoeksrapportage

  • 1.

    De burgemeester biedt de onderzoeksrapportage aan de raad aan. De rapportage bevat alle informatie die nodig is om een oordeel te kunnen vormen over het vermoeden van integriteitsschending. Wanneer de betrokken politiek ambtsdrager wethouder is, informeert de burgemeester ook het college over de onderzoeksrapportage.

  • 2.

    De raad beoordeelt of het rapport aanleiding geeft om aangifte te doen.

12. Formulier registratie integriteitsschendingen

De vermoedens van schendingen, de aard van de daarop volgende onderzoeken en de afdoeningen worden vastgelegd in het formulier 'registratie integriteitsschendingen'.

 

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lisse in zijn openbare vergadering van 27 oktober 2016.

M.Verhoev

Griffier

A.W.M. Spruit

voorzitter