Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Uitvoeringsregeling Dienstwoning

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling Dienstwoning
CiteertitelUitvoeringsregeling dienstwoning
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling dienstwoning.

De regeling bevat de vroegst mogelijk datum van inwerkingtreding.

De bekendmaking van de regeling is gerectificeerd op 10-11-2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-201601-01-2020nieuwe regeling

13-10-2009

Gemeenteblad 2016, 152896

DOC 2009 090580

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling Dienstwoning

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 13 oktober 2009 besloten:

 

De Uitvoeringsregelingen Dienstwoning aan te passen en met ingang van 1 januari 2010 in werking te laten treden.

 

De tekst van de Uitvoeringsregeling Dienstwoning luidt als volgt:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Medewerker: de ambtenaar ingevolge artikel 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • 2.

    Bevoegd gezag: de gemeentesecretaris / algemeen directeur, alle directeuren van de hoofdafdelingen, het hoofd van de concernstaf en de griffier; indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris of het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • 3.

    Dienstwoning: woonruimte welke de medewerker in het kader van zijn werkzaamheden verplicht ter bewoning wordt aangeboden;

  • 4.

    Berekeningsbasis: bezoldiging in de zin van artikel 3:1 van de CAR/UWO, met dien verstande dat de bezoldiging bij een deeltijd dienstverband herleid wordt tot de bezoldiging, geldende bij een volledig dienstverband.

Artikel 2 Verschuldigd bedrag

  • 1.

    Het bevoegd gezag wijst de medewerker aan om een dienstwoning te bewonen.

  • 2.

    De medewerker die is aangewezen om een dienstwoning te bewonen is voor het genot hiervan een bedrag verschuldigd overeenkomende met 12% van zijn berekeningsbasis.

  • 3.

    Indien de medewerker aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van de inkomsten- en loonbelasting minder bedraagt dan het op grond van het bepaalde in het vorig lid geldende bedrag wegens het genot van bewoning, wordt het verschuldigde bedrag op dat van die huurwaarde gesteld.

  • 4.

    Voor de verstrekkingen in de dienstwoning voor:

    • -

      verwarming van de woning;

    • -

      energie voor kookdoeleinden;

    • -

      elektrische energie anders dan voor verwarming van de woning en voor kookdoeleinden;

    • -

      leidingwater;

      zijn bedragen verschuldigd die zijn gebaseerd op het werkelijk verbruik.

  • 5.

    Indien het werkelijk verbruik niet kan worden bepaald, worden de kosten van verbruik bepaald op een vast bedrag. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het bij de gemeente Zoetermeer algemeen geldende prijsindexcijfer.

Artikel 3 Andere voordelen

Ingeval andere voordelen worden genoten dan die vermeld in het vorige artikel, kan een regeling worden getroffen, waarbij de hiervoor door de medewerker verschuldigde bedragen worden vastgesteld.

Artikel 4 Betaling

  • 1.

    De bedragen, die de op grond van de bepalingen van deze regeling verschuldigd is, worden verrekend bij de uitbetaling van het salaris dan wel, indien dit niet mogelijk is, afzonderlijk in rekening gebracht.

  • 2.

    Wanneer de verschuldigde bedragen moeten worden verrekend over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.

  • 3.

    Van het bepaalde in het vorige lid kan worden afgeweken ingeval daartoe op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.

Artikel 5 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Uitvoeringsregeling dienstwoning’ en treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 2.

    Met de invoering van deze regeling vervalt de ‘Uitvoeringsregeling dienstwoning’ uit 2004.

De secretaris, de burgemeester,

Drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot