Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zoetermeer

Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en Werktijden

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZoetermeer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling Arbeidsduur en Werktijden
CiteertitelUitvoeringsregeling Arbeidsduur en werktijden
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en werktijden.

De regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-11-201601-01-2020nieuwe regeling

02-12-2014

Gemeenteblad 2016, 152877

DOC-2014-005259

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en Werktijden

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 2 december 2014 besloten:

 

  • 1.

    De CAR/UWO aan te passen aan de nieuwe werktijdenregeling zoals aangegeven in de LOGAbriefvan 4 juli 2013 met kenmerk ECCVA/U201300476 en deze aanpassingen in te laten gaan per 1 april 2015.

  • 2.

    De Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en Werktijden aan te passen aan de nieuwe werktijdenregeling en met ingang van 1 april 2015 in werking te laten treden.

 

De tekst van de Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en Werktijden luidt als volgt: 

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Medewerker: de ambtenaar ingevolge art. 1:1 lid 1 sub a van de CAR/UWO.

  • 2.

    Werkgever: het college van burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Bevoegd gezag: de gemeentesecretaris / algemeen directeur, de directeuren en de griffier; indien de bevoegdheid is doorgemandateerd, de in het mandaatbesluit genoemde functionaris van het organisatieonderdeel waar de medewerker werkzaam is.

  • 4.

    Leidinggevende:diegene die uit hoofde van zijn generieke functiebeschrijving, vallend onder de functiefamilie Leiding, vanuit een hiërarchische positie leiding geeft.

  • 5.

    Standaardregeling: regeling die geldt voor de medewerker die zelf (enige) vrijheid heeft bij het bepalen van zijn werktijden zoals bedoeld in artikel 4:2 van de CAR/UWO.

  • 6.

    Bijzondere regeling: regeling die geldt voor de medewerker die zelf geen of heel geringe zeggenschap heeft over zijn werktijden zoals bedoeld in artikel 4:3 van de CAR/UWO.

  • 7.

    Ramp of zwaar ongeval: een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.

  • 8.

    Pauze: een tijdruimte van vijftien minuten, waarmee de werkzaamheden worden onderbroken en de medewerker geen enkele verplichting heeft ten aanzien van de bedongen werkzaamheden.

  • 9.

    Formele arbeidsduur: de volgens de aanstelling vastgestelde omvang van het aantal uren welke de medewerker per week moet verrichten als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub g van de CAR/UWO.

  • 10.

    Feitelijke arbeidsduur: de arbeidsduur zoals die voor de medewerker voor een bepaalde week is vastgesteld als bedoeld in artikel 1:1 lid 1 sub h van de CAR/UWO.

  • 11.

    Variabele uren: die uren waarin door de medewerker arbeid wordt verricht, niet zijnde overwerkuren, die niet gelijk zijn aan de omvang van de feitelijke arbeidsduur per week.

    die voor de medewerker voor een bepaalde week is vastgesteld.

  • 12.

    Overwerk: werkzaamheden door de medewerker die valt onder de bijzondere regeling in dienstopdracht verricht die de feitelijke arbeidsduur overschrijden.

A. Algemeen

Artikel 2 Toepassingsgebied

  • 1.

    Deze regeling is niet van toepassing op medewerkers die werkzaamheden verrichten in verband met een ramp of een zwaar ongeval en aangelegenheden die hier rechtstreeks betrekking op hebben.

  • 2.

    Bij de toepassing van deze regeling wordt te allen tijde een afweging gemaakt tussen het dienstbelang, bedrijfsorganisatorische redenen en het belang van de medewerker, waarbij de dienstverlening aan de klant wordt gewaarborgd.

Artikel 3 Openingstijden stadhuis

Het stadhuis is voor medewerkers geopend op maandag (Raadsdag) van 06.00 tot 00.30 uur en op dinsdag t/m vrijdag van 06.00 tot 20.00 uur.

Artikel 4 Openbare dienst gesloten

De Goede vrijdag en 5 mei zijn met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:5 lid 4 van de CAR/UWO door de werkgever aangewezen als dagen, waarop de openbare dienst van de gemeente gesloten is.

Artikel 5 Arbeidsduur

  • 1.

    De medewerker verricht ten hoogste 11 uren arbeid per dag. Per week verricht de medewerker maximaal 50 uur arbeid.

  • 2.

    Afhankelijk van de arbeidsduur per dag, dienen pauzes te worden genoten. Voor wat betreft de frequentie van pauzes, wordt aansluiting gezocht bij de Arbeidstijdenwet.

  • 3.

    De arbeid van de medewerker wordt, wanneer hij meer dan 5,5 uren arbeid per dag verricht, in ieder geval afgewisseld door een pauze van ten minste een half uur.

Artikel 6 Doktersbezoek

De medewerker bezoekt de dokter, tandarts of specialist voor zover mogelijk in eigen tijd.

Artikel 7 Overige afwezigheid

  • 1.

    Indien de medewerker vanwege verlof op grond van de Uitvoeringsregeling Verlof dan wel de Uitvoeringsregeling Opleiding en Ontwikkeling afwezig is, dient voor de vaststelling van de werktijd te worden uitgegaan van daadwerkelijk gewerkte uren, aangevuld met de geoorloofde verzuimtijd.

  • 2.

    In het geval van geoorloofde afwezigheid, zoals onder meer afwezigheid wegens dienstbezoek, dienstreizen etc., gelden zo nodig de met de leidinggevende gemaakte afspraken over de werktijden.

Artikel 8 Variabele uren

  • 1.

    Het positieve saldo van de variabele uren kan, indien de dienst het toelaat, worden omgezet in vrije uren. Bij een saldo van meer dan 36 variabele uren maken leidinggevende en medewerker afspraken over de opname daarvan. Het positieve saldo van 31 december wordt aangemerkt als beginsaldo van het nieuwe kalenderjaar.

  • 2.

    Een negatief saldo op 31 december wordt verrekend met andere voor de medewerker van toepassing zijnde verloven.

  • 3.

    Een positief urensaldo wordt bij beëindiging van de dienstbetrekking niet financieel gecompenseerd; een negatief saldo wordt met de medewerker verrekend.

  • 4.

    Registratie van variabele uren vindt plaats door invulling van het voorgeschreven urenregistratiesysteem.

Artikel 9 Wijze van registreren en toezicht op uitvoering

  • 1.

    Gewerkte uren, verlofuren en afwezigheid dienen te allen tijde te worden vermeld in het voorgeschreven urenregistratiesysteem.

  • 2.

    Bij het opnemen van verlof vermindert het verlofsaldo met het aantal uren dat voor de medewerker zou gelden, wanneer er geen verlof zou zijn opgenomen.

  • 3.

    Het toezicht op de juiste toepassing van deze regeling geschiedt onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag.

B. Standaardregeling

Artikel 10 Dagvenster

  • 1.

    De medewerker die onder de standaardregeling valt verricht zijn werkzaamheden in beginsel binnen het dagvenster. Het dagvenster loopt van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 22.00 uur.

  • 2.

    De leidinggevende en de medewerker maken tenminste eenmaal per jaar afspraken over werktijden en aanwezigheid binnen het dagvenster als bedoeld in het vorige lid. Deze worden vastgelegd in de afsprakenkaart zoals bedoeld in artikel 1 lid 9 van de Procedureregeling Op Koers.

Artikel 11 Buitendagvenstervergoeding

  • 1.

    De medewerker die onder de standaardregeling valt en door het bevoegd gezag is aangewezen om werkzaamheden buiten het dagvenster te verrichten, heeft recht op een buitendagvenstervergoeding conform artikel 3:8 van de CAR/UWO.

  • 2.

    De medewerker voor wie salarisschaal 11 of hoger geldt heeft conform artikel 3:8 lid 2 van de CAR/UWO geen recht op een buitendagvenstervergoeding.

    De gewerkte uren buiten het dagvenster worden in tijd gecompenseerd als variabele uren.

Artikel 12 Consignatie- en bereikbaarheidsdiensten

  • 1.

    De medewerker die valt onder de standaardregeling en is belast is met het verrichten van consignatie of bereikbaarheidsdienst heeft recht op een vergoeding conform artikel 3:3A van de CAR/UWO en de Uitvoeringsregeling Vergoeding consignatie.

  • 2.

    Als de in het vorige lid bedoelde medewerker daadwerkelijk binnen het dagvenster arbeid verricht in het kader van de consignatie- of bereikbaarheidsdienst, worden deze uren in tijd gecompenseerd als variabele uren.

  • 3.

    Als de in het eerste lid bedoelde medewerker daadwerkelijk buiten het dagvenster arbeid verricht in het kader van de consignatie- of bereikbaarheidsdienst wordt dit gecompenseerd als buitendagvenstervergoeding zoals bedoeld in artikel 11 van deze regeling.

C. Bijzondere regeling

Artikel 13 Vaststelling werktijden

  • 1.

    De bijzondere regeling is van toepassing op medewerkers waarvoor de individuele werktijden eenzijdig door het bevoegd gezag worden vastgesteld.

  • 2.

    De werkgever bepaalt welke functies onder de bijzondere regeling vallen.

Artikel 14 Overwerkvergoeding

  • 1.

    De medewerker die valt onder de bijzondere regeling heeft recht op een vergoeding voor overwerk conform de artikelen 3:2 en 3:2:1 van de CAR/UWO.

  • 2.

    De medewerker voor wie salarisschaal 11 of hoger geldt heeft geen recht op een overwerkvergoeding zoals bedoeld in artikel 3:2 van de CAR/UWO.

Artikel 15 Consignatie- en bereikbaarheidsdiensten

  • 1.

    De medewerker die valt onder de bijzondere regeling en is belast is met het verrichten van consignatie of bereikbaarheidsdienst heeft recht op een vergoeding conform artikel 3:3A van de CAR/UWO en de Uitvoeringsregeling Vergoeding consignatie.

  • 2.

    Als de in het vorige lid bedoelde medewerker daadwerkelijk arbeid verricht in het kader van de consignatie- of bereikbaarheidsdienst, wordt aan hem een vergoeding toegekend overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3:2 en 3:2:1 van de CAR/UWO.

Artikel 16 Onregelmatige dienst

De medewerker die valt onder de bijzondere regeling en is aangewezen voor het verrichten van onregelmatige dienst heeft recht op een toelage conform artikel 3:3 van de CAR/UWO en de Uitvoeringsregeling Toelage onregelmatige dienst.

D. Slotbepalingen

Artikel 17 Hardheidsclausule

Het college is bevoegd indien de toepassing van deze regeling niet tot een redelijke uitkomst zou leiden, afwijkend te beslissen.

Artikel 18 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als de ‘Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en werktijden’ en treedt in werking op 1 april 2015.

  • 2.

    Met de invoering van de regeling vervalt de Uitvoeringsregeling Arbeidsduur en werktijden van 1 januari 2010 en de Uitvoeringsregeling ADV (compensatie-uren) van 1 juli 2009.

  • 3.

    Voor op 31 maart 2015 bestaande afspraken met medewerkers over het sparen van ADV-uren geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2016. De bestaande afspraken zullen onder de voorwaarden van de oude Uitvoeringsregeling ADV van 1 juli 2009 in het kalenderjaar 2015 worden gehandhaafd. Met ingang van 1 januari 2016 vervalt ook voor deze medewerkers de mogelijkheid tot het sparen van ADV-uren.

De secretaris, De burgemeester,

Drs H.M.M. Koek Ch.B. Aptroot