Organisatie | Peel en Maas |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas |
Citeertitel | Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | schuldhulpverlening |
Externe bijlage | toelichting |
Deze beleidsregel heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2018
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-03-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2019 | vaststelling nieuwe regeling onder intrkeking van de oude. Wijzigingen: aanhef, art 1, 2, 4, 11 en toelichting | 19-03-2018 GVOP www.peelenmaas.nl | 1894/2018/1223329 |
01-01-2017 | 01-01-2018 | vaststelling nieuwe regeling onder intreeking van de oude | 24-10-2016 | 1894/2016/841617 |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;
Gelet op het bepaalde in artikel 2 lid 4 sub d en artikel 3, lid 2 en 3 Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
Overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor schuldhulpverlening zoals opgenomen in de hiervoor genoemde wetgeving en de gemeentelijke kaderstelling;
Vast te stellen de volgende beleidsregel:
Beleidsregel integrale schuldhulpverlening gemeente Peel en Maas
In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Fraude : de situatie waarin iemand door zijn handelen of nalaten een
bestuursorgaan financieel benadeelt en dat wist, of redelijkerwijs had kunnen weten, waarbij dit heeft geleid tot het opleggen van een
bestuurlijke boete dan wel een strafrechtelijke veroordeling, waaronder het terugvorderen van ten onrechte verstrekte bijstand.
Recidive : de situatie waarin iemand die zich eerder bij een
schuldhulpverleningsinstantie (gemeente, Sociale Dienst, gemeentelijke kredietbank) heeft aangemeld voor hulp bij problematische schulden, na dossiersluiting terugkeert omdat opnieuw of nog steeds sprake is van problematische schulden (dus zowel na een geslaagd traject als na een voortijdig beëindigde hulpverlening);
Uitzondering op artikel 2, eerste lid van dit artikel, is de situatie waarbij belanghebbenden naar een andere gemeente verhuisd nadat de aanvraag om schuldhulpverlening is ingediend. Hiervoor geldt dat indien een schuldenregeling tot stand is gekomen, het dossiers in behandeling blijft bij het college.
Onder uitvoering, zoals genoemd in artikel 3 lid 1 van deze beleidsregel wordt verstaan:
Aanmelding: tijdens de melding (telefonisch, per e-mail of in persoon aan de balie) wordt beoordeeld of belanghebbende inwoner van de gemeente Peel en Maas is, inkomen heeft, niet uitgesloten is van schuldhulpverlening op grond van artikel 5 en 7 van deze beleidsregel en of er sprake is van een bedreigende situatie;
Informatie en advies: Tot informatie en advies (waaronder begrepen doorverwijzing naar derden) kan worden besloten indien het mogelijk wordt geacht om een duurzaam financieel evenwicht te bereiken voor belanghebbende zonder dat een beroep gedaan wordt op herfinanciering, schuldregeling of stabilisatie. Het betreft maximaal drie gesprekken in een korte periode. Ook kan informatie en advies verstrekt worden indien geen recht op schuldhulpverlening bestaat vanwege fraude, recidive of het niet voldoen aan de vereisten zoals vermeld in resp. artikel 4, 5, 7 van deze beleidsregel. Er wordt dan informatie en advies verstrekt over eventuele andere mogelijkheden tot oplossing van de problematische schuldensituatie;
Intake : tijdens de intake is het toetsen van de zelfredzaamheid van de belanghebbende en het vaststellen van het probleem van de belanghebbende om een plan van aanpak te ontwikkelen. Daarnaast wordt tijdens deze fase het vermogen vastgesteld. Ten aanzien van voertuigen hanteert het college de richtprijs zoals deze is opgenomen in de koerslijst ‘ANWB Auto Dashboard’ onder situatie ‘Inruil bij autobedrijf’. Het plan van aanpak en de daaraan verbonden contracten zijn leidend ten aanzien van de voortgang van het schuldhulpverleningstraject;
Crisisinterventie: tijdens de crisisinterventie is het afwenden van een crisis en daarmee de mogelijkheid creëren om de schuldenaar te helpen via de reguliere schuldhulpverlening. Deze interventie wordt uitgevoerd conform volgens de module ‘Crisisinterventie NVVK’ en het gemeentelijk crisisprotocol schuldhulpverlening;
Budgetbeheer: Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de aanvrager en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichten van betalingen namens aanvrager en het beheren van alle inkomsten van de schuldenaar middels een rekening bij een financiële instelling. De schuldenaar is
Stabilisatie: stabilisatie vloeit voort uit het plan van aanpak zoals genoemd in artikel 3 lid 2 sub c van deze beleidsregel. Het doel van de stabilisatiefase is het in evenwicht brengen en houden van inkomsten en uitgaven van belanghebbende. Zodra dit het geval is, kan worden gestart met de schuldregeling. Het (breed) moratorium kan worden ingezet om stabilisatie mogelijk te maken doch niet door aanvrager afgedwongen worden bij het College.
Schuldsanering: de schuldsanering is gericht op het sanering van de schulden door het bewerkstelligen van een minnelijke regeling van de totale schuldenlast. Hierbij wordt een schuldbemiddelingsovereenkomst of schuldsaneringskredietovereenkomst welke door alle partijen ondertekend moet worden. Het tijdstip van aanvraag, zoals bedoeld in
artikel 4 lid 1 sub a van deze beleidsregel is bepalend voor degoederen dat tot de regeling behoort. De vaststelling vindt plaats conform art 295 FW;
Voorbereiding WSNP-aanvraag: indien via schuldbemiddeling of schuldsanering geen akkoord kan worden bereikt met alle schuldeisers of indien vanwege een andere reden het minnelijke traject niet kan starten dan wel mislukt, kan een beroep worden gedaan op de WSNP. Op grond van artikel 285 lid 1 sub e FW verklaart het college daartoe met redenen omkleed dat er geen reële mogelijkheden zijn tot
Artikel 4 Algemene verplichtingen
Vanaf het moment dat belanghebbende zich voor schuldhulpverlening heeft gewend tot het college gelden de volgende algemene verplichtingen:
Belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de op hem van toepassing zijnde schuldhulpverlening of voor de uitvoering van de Wet en deze beleidsregel;
Artikel 5 Bijzondere verplichtingen
Artikel 6 Beëindiging schuldhulpverlening
Onverminderd overige bepalingen in deze beleidsregel wordt de schuldhulpverlening beëindigd nadat:
schuldeisers geen medewerking verlenen aan het minnelijk voorstel, dan staat alleen nog de mogelijkheid open voor een WSNP- traject. Het college maakt een afweging om een verzoek tot dwangakkoord bij de rechtbank in te dienen en informeert belanghebbende hier schriftelijk over. Als belanghebbende niet binnen 3 maanden na bekendmaking van het voornemen van genoemd verzoek, gebruik maakt van het recht om een WSNP aan te vragen, eindigt de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Artikel 7 Fraude voorafgaande aan een aanvraag voor schuldhulpverlening
In geval van fraude door aanvrager in een periode voorafgaande aan de aanvraag schuldhulpverlening, wordt de aanvraag niet eerder dan 5 jaar na het plegen van deze fraude, toegekend.
Artikel 8 Mate van verwijtbaarheid
Bij toepassing van artikel 3 en 4 van deze beleidsregel wordt de mate van verwijtbaarheid beoordeeld, alvorens over te gaan tot beëindiging van de schuldhulpverlening, in situaties waarin minderjarige inwonende kinderen deel uitmaken van het gezin dat een beroep doet op schuldhulpverlening.
Ten aanzien van recidive en de gevolgen die daaraan vanuit oogpunt van schuldhulpverlening zijn verbonden, wordt in de volgende situaties geen schuldhulpverlening aangeboden.
Binnen 2 jaar nadat tijdens de eerder aangeboden schuldhulpverlening werd gestopt voorafgaande aan de start van het minnelijk traject. Uitzondering hierop is de situatie dat belanghebbende eerder heeft voldaan aan de voorwaarden die ten tijde van de eerdere begeleiding zijn opgelegd en daarbij uitdrukkelijk is aangegeven dat het voldoen aan deze voorwaarden leidt tot het verkorten van de wachttijd van 2 jaar;
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.