Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
WerkSaam Westfriesland

Regeling aanvulling beloningsbeleid hoofdstuk 3 CAR/UWO 2016 WerkSaam Westfriesland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWerkSaam Westfriesland
OrganisatietypeRegionaal samenwerkingsorgaan
Officiële naam regelingRegeling aanvulling beloningsbeleid hoofdstuk 3 CAR/UWO 2016 WerkSaam Westfriesland
CiteertitelRegeling aanvulling beloningsbeleid hoofdstuk 3 CAR/UWO 2016 WerkSaam Westfriesland
Vastgesteld doordagelijks bestuur
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-11-201601-01-201626-10-2018Onbekend

06-10-2016

Blad Gemeenschappelijke Regeling

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling aanvulling beloningsbeleid hoofdstuk 3 CAR/UWO 2016 WerkSaam Westfriesland

Inleiding

Met de invoering van het nieuwe Hoofdstuk 3 CAR per 1 januari 2016, wordt van WerkSaam Westfriesland gevraagd om invulling te geven aan de voorkomende “kan bepalingen”. WerkSaam heeft met deze regeling Beloningsbeleid 2016 hier gevolg aan gegeven. De staf en leiding in dienst bij WerkSaam Verloning BV volgen tevens deze regeling.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Medewerker : De ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, onderdeel a van de CAR-UWO en staf en leiding in dienst bij WerkSaam Verloning BV;

Functieschaal : De op basis van het systeem van functiewaardering bij de functie behorende salarisschaal;

Periodieke verhoging: Het verschil tussen twee opeenvolgende salarisbedragen binnen een salarisschaal;

Beoordeling : De jaarlijkse beoordeling zoals is bedoeld in de Regeling

gesprekscyclus.

Artikel 2. Functies en functiewaardering

  • 1.

    In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:1 van de CAR-UWO wordt bij WerkSaam Westfriesland het ORBA systeem gebruikt.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bepaalt de voor de functie geldende functiebeschrijving en functieschaal. Dit vindt plaats aan de hand van de Regeling functiewaardering en -beschrijving.

Artikel 3. Aanloopschaal

Het dagelijks bestuur van WerkSaam maakt in voorkomende gevallen gebruik van de aanloopschaal zoals omschreven in artikel 3:3 lid 2 van de CAR-UWO voor de duur van maximaal 2 jaar.

Artikel 4. Salarisverhoging

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:4 van de CAR-UWO geldt het volgende:

 

4.1 Periodieke verhoging

  • 1.

    Het salaris van de medewerker wordt na een beoordeling met minimaal een eindscore C, als bedoeld in de Regeling gesprekscyclus, binnen de voor hem geldende salarisschaal per 1 januari periodiek verhoogd met één periodiek.

  • 2.

    De periodieke salarisverhoging wordt voor de eerste maal met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de indiensttreding toegekend, en daarna telkens op 1 januari van het volgende jaar.

 

4.2 Geen periodieke verhoging

  • 1.

    Als een medewerker onvoldoende functioneert, zoals blijkt uit het behalen van een A of B beoordeling, wordt de salarisverhoging achterwege gelaten.

  • 2.

    De medewerker krijgt zo spoedig mogelijk beargumenteerd bericht over het besluit als gevolg van toepassing van lid 1 van dit artikel. Het informeren van de medewerker vindt in elk geval plaats voor de datum waarop de salarisverhoging zou zijn ingegaan. Het besluit wordt schriftelijk bevestigd aan de medewerker.

 

4.3 Extra periodieke verhoging

Het dagelijks bestuur van WerkSaam maakt geen gebruik van artikel 3:4 lid 3 van de CAR-UWO, met betrekking tot het verstrekken van extra periodieke salarisverhoging.

Artikel 5. Arbeidsmarkttoelage

WerkSaam kent een arbeidsmarkttoelage toe overeenkomstig de bepalingen onder artikel 3:9, hoofdstuk 3 van de CAR-UWO indien omstandigheden dit vragen.

Artikel 6. Inpassing in hogere schaal

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:6 van de CAR-UWO geldt het volgende:

  • 1.

    Bij een bevordering naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe salarisschaal vastgesteld op het naast hogere bedrag van het salaris dat de medewerker in de oude salarisschaal zou hebben gekregen. Als deze nieuwe inschaling samen valt met een periodieke verhoging, vindt eerst de periodieke verhoging plaats en daarna de nieuwe inschaling.

  • 2.

    Bij toepassing van lid 1 van dit artikel wordt het nieuwe salaris met één periodiek verhoogd, als het naast hoger gelegen bedrag een groei van minder dan 75% van het salarisverschil bedraagt, welke de medewerker zou hebben gekregen met een periodieke verhoging in zijn oude salarisschaal.

  • 3.

    Voor de medewerker op het maximum van de oude salarisschaal, moet de groei minimaal 75% van het salarisverschil zijn van de voorgaande periodieke verhoging in de oude salarisschaal.

Artikel 7. Beloning uitstekend functioneren en/of bijzondere prestaties

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:20 van de CAR-UWO geldt:

7.1 Incidentele beloning

  • 1.

    Voor medewerkers met een zeer goed/uitstekende beoordeling (een D of E score) geldt de standaard periodieke verhoging zoals bij een C score. Daarnaast heeft de leidinggevende in deze gevallen ook de mogelijkheid om de medewerker als extra beloning voor de geleverde prestatie een cursus, workshop of opleiding naar eigen keuze aan te bieden ter waarde van maximaal € 500,00. Voordat deze beloning toegezegd wordt, dient er eerst te worden afgestemd met de algemeen directeur zodat er een uniforme lijn in de organisatie is in de verhouding prestatie en beloning. Voor deze afstemming is in de bijlage een “aanvraagformulier beloning” toegevoegd. De leidinggevende kan daarna de afspraken over de uitvoering van de beloning met de betrokken medewerker afronden.

  • 2.

    De medewerker die op het maximum van zijn schaal zit en in twee achtereenvolgende jaren een D of E score haalt, krijgt voor de duur van een jaar een periodieke verhoging in de naast gelegen schaal. De berekening vindt plaats overeenkomstig artikel 6. Daarnaast heeft de medewerker als extra beloning voor de geleverde prestatie een cursus, workshop of opleiding naar eigen keuze aan te bieden ter waarde van maximaal € 500,00. Voordat deze beloning toegezegd wordt, dient er eerst te worden afgestemd met de algemeen directeur zodat er een uniforme lijn in de organisatie is in de verhouding prestatie en beloning.

  • 3.

    Verder kunnen leidinggevenden lopende het jaar op basis van een bijzondere prestatie of inspanning van een medewerker (bijvoorbeeld het trekken van een project) een incidentele beloning in de vorm van bijvoorbeeld een cadeaubon, etc. ter waarde van maximaal €100,00 toekennen als blijk van waardering. Voor de beloning van deze prestatie hoeft niet te worden gewacht tot het moment van de beoordeling zoals bedoeld in de gesprekscyclus. De hoogte van deze beloning dient overeen te komen met de geleverde prestatie van de medewerker. Voor deze afstemming is in de bijlage een “aanvraagformulier beloning” toegevoegd.

Artikel 8. Reis- en verblijfskostenvergoeding

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:21 van de CAR-UWO gelden de volgende lokale afspraken:

De tegemoetkoming in de reis- en verblijfskosten wordt toegekend conform de Reiskostenregeling woon-werkverkeer en dienstreizen van WerkSaam.

Artikel 9. Reiskosten woon-werkverkeer

In aanvulling op het bepaalde in artikel 3:22 van de CAR-UWO gelden de volgende lokale afspraken:

De tegemoetkoming in de reis- en verblijfskosten wordt toegekend conform de Reiskostenregeling woon-werkverkeer en dienstreizen van WerkSaam.

Artikel 10. Overgangs- en slotbepalingen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het dagelijks bestuur, zo nodig na advies van het Georganiseerd Overleg.

 

Deze regeling kan worden aangehaald als de “regeling aanvulling Beloningsbeleid Hoofdstuk 3 CAR/UWO 2016” en treedt in werking de dag na bekendmaking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2016. Vanaf de inwerkingtredingdatum van deze regeling vervalt de Bezoldigingsverordening HR-011 van 2015.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur d.d. 6 oktober 2016

De voorzitter, A.J. de Jong

De directeur, M.J. Dölle