Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Fryske Marren

Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Fryske Marren
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingUitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren.
CiteertitelUitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren.
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Ambtenarenwet, art. 125
  2. Gemeentewet, art. 160
  3. CAR-UWO, hfd. 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2017nieuwe regeling

24-10-2016

Gemeenteblad 2016, 150699

24102016

Tekst van de regeling

Intitulé

Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren.

Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren.

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente De Fryske Marren

besluit:

· gelet op artikel 125 van de Ambtenarenwet;

· gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

· gelet op hoofdstuk 3 van de CAR/UWO;

· na overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd Overleg d.d. 3 oktober 2016;

 

tot het vaststellen van de navolgende regeling:

 

Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

De definities zoals bedoeld in artikel 1:1 van de CAR/UWO zijn van toepassing.

Hoofdstuk 2 Lokale bestedingsdoelen

Artikel 2 Doelen

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:29, lid 2 van de CAR/UWO geldt dat de medewerker het IKB ook kan gebruiken voor de volgende (lokale) doelen:

  • a.

    fiets en accessoires ten behoeve van het woon- werkverkeer;

  • b.

    reiskosten woon- werkverkeer bij gebruik van een eigen vervoermiddel;

  • c.

    vakbondscontributie;

  • d.

    abonnement sportschool.

Artikel 3 Voorwaarden belastingvrije vergoeding fiets

De voorwaarden voor het ontvangen van een belastingvrije vergoeding bij het aanschaffen van een fiets zijn:

  • 1.

    Elke type fiets komt in aanmerking voor de belastingvrije vergoeding (inclusief elektrische trapondersteuning).

  • 2.

    De medewerker mag één keer per drie jaar de kosten van een fiets uitruilen tot een maximum van € 800,--.

  • 3.

    Per kalenderjaar kan de medewerker maximaal € 82,-- vergoed krijgen voor fietsaccessoires (bijvoorbeeld extra slot, steun voor tas, regenkleding).

  • 4.

    De medewerker kan aanspraak maken op een netto vergoeding van maximaal € 150,-- voor een fietsverzekering van drie jaar.

  • 5.

    De medewerker maakt voor het woon- werkverkeer meer dan de helft van het aantal dagen dat hij werkt, gebruik van de fiets.

  • 6.

    Voor het ontvangen van een belastingvrije vergoeding is het nodig om een schriftelijke verklaring in te vullen en te ondertekenen waarin staat dat er sprake is van zakelijk gebruik.

  • 7.

    De medewerker schaft een fiets aan, betaalt deze zelf en geeft via het digitale salarissysteem aan hoe hij het IKB hiervoor wil gebruiken. De originele aankoopnota dient toegevoegd te worden (inclusief de schriftelijke verklaring zakelijk gebruik).

Artikel 4 Voorwaarden belastingvrije vergoeding reiskosten woon- werkverkeer

De voorwaarden voor het ontvangen van een belastingvrije vergoeding á € 0,19 per kilometer voor het reizen van de woning naar de werkplek zijn:

  • 1.

    De belastingvrije vergoeding wordt verstrekt vanaf 1 kilometer, enkele reisafstand.

  • 2.

    Voor het berekenen van de enkele reisafstand woon-werkverkeer wordt uitgegaan van de snelste route van de postcode van het huisadres naar de postcode van de werkplek volgens de ANWB-routeplanner.

  • 3.

    De uitruil wordt berekend over maximaal 214 werkdagen per kalenderjaar bij een werkweek van 5 dagen.

  • 4.

    De medewerker reist op tenminste 128 dagen per kalenderjaar naar zijn werkplek.

  • 5.

    Het aantal werkdagen (214) en reisdagen (128) moet evenredig worden toegepast als de medewerker minder dan 5 dagen per week werkt of de dienstbetrekking begint of eindigt in de loop van het kalenderjaar of de reisafstand wijzigt door bijvoorbeeld een (o)verplaatsing of verhuizing.

  • 6.

    “Omrij” kilometers mogen niet onbelast vergoed worden.

  • 7.

    Als de medewerker op grond van de “Uitvoeringsregeling beloningsbeleid gemeente De Fryske Marren” een reiskostenvergoeding woon- werkverkeer ontvangt voor de meer kilometers tussen de woonplaats en de werkplek, moeten de meer kilometers in mindering gebracht worden op het totaal aantal kilometers.

  • 8.

    Bij afwezigheid langer dan 6 weken wegens ziekte of om andere redenen, wordt de vergoeding na 6 weken beëindigd. De belastingvrije vergoeding wordt pas weer uitbetaald vanaf de maand volgend op de maand waarin de medewerker weer gaat werken.

  • 9.

    De medewerker geeft via het digitale salarissysteem aan hoe hij het IKB hiervoor wil gebruiken. Het formulier “Belastingvrije vergoeding reiskosten woon- werkverkeer “ dient ingevuld en ondertekend toegevoegd te worden (inclusief berekening snelste route via ANWB routeplanner).

Artikel 5 Voorwaarden belastingvrije vergoeding vakbondscontributie

De voorwaarden voor het ontvangen van een belastingvrije vergoeding voor de vakbondscontributie zijn:

  • 1.

    De medewerker moet lid zijn van een vakbond.

  • 2.

    De medewerker geeft via het digitale salarissysteem aan hoe hij het IKB hiervoor wil gebruiken.

  • 3.

    De jaaropgave van de betaalde vakbondscontributie dient toegevoegd te worden.

Artikel 6 Voorwaarden belastingvrije vergoeding abonnement sportschool

De voorwaarden voor het ontvangen van een belastingvrije vergoeding voor een abonnement van een sportschool zijn:

  • 1.

    De medewerker bepaalt zelf welke sportschool, de abonnementsvorm en de abonnementsduur.

  • 2.

    De medewerker betaalt het abonnement en geeft via het digitale salarissysteem aan hoe hij het IKB hiervoor wil gebruiken. Een bewijs van het abonnement/lidmaatschap dient toegevoegd te worden.

  • 3.

    Door de werkgever wordt een bijdrage verstrekt van € 5,-- netto per maand.

Hoofdstuk 3 Gevolgen uitruil

Artikel 7 Gebruik IKB

Het gebruik van het IKB kan gevolgen hebben voor loonheffingen, pensioen en sociale verzekeringen.

Artikel 8 Naheffing medewerker

Indien bij controle door de inspecteur van de belastingen blijkt dat het gebruik van de voorzieningen en vergoedingen, zoals die in het kader van deze regeling worden aangeboden, niet voldoen aan de zakelijke bepalingen en voorwaarden zoals die zijn geformuleerd in de fiscale wetgeving en als gevolg hiervan een naheffing bij de werkgever plaatsvindt, dan komt deze naheffing (inclusief rente en boete) in de aan de medewerker verwijtbare gevallen, voor rekening van de medewerker.

Hoofdstuk 4 Verkoop vakantie-uren

Artikel 9 Aanvraagprocedure

In aanvulling op het gestelde in artikel 3:36, lid 3 van de CAR/UWO geldt de volgende aanvraagprocedure voor het verkopen van vakantie-uren:

  • 1.

    De medewerker kan uiterlijk tot 1 november van een kalenderjaar een aanvraag indienen om de in dat jaar opgebouwde en de nog niet gebruikte bovenwettelijke vakantie-uren te verkopen. Dit voor ten hoogste 72 vakantie-uren. Bij een deeltijd dienstverband wordt dit aantal naar rato vastgesteld.

  • 2.

    De aanvraag vindt plaats via het aanvraagformulier “Verkoop vakantie-uren” en wordt beoordeeld door het afdelingshoofd van de medewerker. Dit tegen de achtergrond van alle verzoeken van de medewerkers op de desbetreffende afdeling tezamen.

  • 3.

    Over de beslissing ontvangt de medewerker schriftelijk een bevestiging. Indien een aanvraag niet wordt gehonoreerd in verband met een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang, wordt dit in de brief gemotiveerd.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 10 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.

Artikel 11 Citeertitel en inwerkingtreding

Deze regeling kan worden aangehaald als de “Uitvoeringsregeling Individueel Keuzebudget gemeente De Fryske Marren” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2017. Vanaf de inwerkingtredingsdatum van deze regeling vervalt de “Regeling Cafetariamodel uitvoeringsorganisatie De Friese Meren” en de “Toelichting Regeling cafetariamodel uitvoeringsorganisatie De Friese Meren”.

Joure, 24 oktober 2016.

Burgemeester en wethouders van De Fryske Marren,

de secretaris, de burgemeester,

L.Maarleveld F. Veenstra