Organisatie | Heerhugowaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007) |
Citeertitel | Parkeerverordening 2007 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | parkeerverordening |
Datum inwerkingtreding [30 oktober 2006] staat in Aanwijzingsbesluit behorende bij artikel 2 van de parkeerverordening en de artikelen 7 en 8 van de parkeergeldverordening, art.10.
Nadere regels behorende bij artikel 4 van de parkeerverordening.
Aanwijzingsbesluit behorende bij artikel 2 van de parkeerverordening en de artikelen 7 en 8 van de parkeergeldverordening.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-10-2006 | nieuwe regeling | 26-09-2006 Stadsnieuws jrg.4 nr.18, d.d. 3 oktober 2006, pagina 2. | RB2006118; RC06-0137 |
De raad van de gemeente Heerhugowaard;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 augustus 2006;
gelezen het advies van de commissie Stadsontwikkeling dd 5 september 2006;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990);
vast te stellen de Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007).
Afdeling I Definities en begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 (Stb. 1994, 475) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
Eigen parkeerplaats: een parkeerplaats in een garage of op een terrein, waarover de aanvrager kan beschikken of de beschikking kan krijgen, omdat deze volgens een raadsbesluit, een bouwvergunning, een erfpachts- of splitsingsakte of een huur- of koopovereenkomst voor gebruik bij de woning van de aanvrager is bestemd;
Afdeling II Plaatsen voor vergunninghouders of ontheffinghouders, vergunningen, ontheffingen en vergunningbewijzen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels geven voor het aanvragen en verlenen van een vergunning of ontheffing als bedoeld in artikel 3.
De vergunning of ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens:
het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning of ontheffing is verleend, tenzij de vergunning of ontheffing niet op kenteken wordt afgegeven. In dit laatste geval zal de vergunning of de ontheffing de naam van de vergunninghouder of ontheffinghouder en/of het adres waarop de vergunning of ontheffing wordt afgegeven bevatten.
Bij verlies of diefstal van de in lid 1 bedoelde vergunning of ontheffing binnen de termijn van de vergunning of ontheffing kan op een daartoe strekkend verzoek een duplicaat worden verstrekt, mits een proces-verbaal van de politie wordt overlegd waaruit blijkt dat er sprake is van verlies of diefstal.
Afdeling III Verbodsbepalingen
Het in het tweede lid vervatte verbod geldt niet wanneer aan de eigenaar of houder van het motorvoertuig of een brommobiel een vergunning is verleend voor het parkeren op de betreffende categorie parkeerapparatuurplaatsen en er niet gehandeld wordt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorwaarden.
Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren langer dan door burgemeester en wethouders vastgestelde periode in een parkeerschijfzone slechts aan ontheffinghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig of een brommobiel langer dan de door burgemeester en wethouders vastgestelde periode te parkeren of geparkeerd te houden:
Afdeling V Overgangs- en slotbepalingen
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren belast.