Organisatie | Zeist |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Erfgoedverordening Zeist 2010 |
Citeertitel | Erfgoedverordening Zeist 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Vastgesteld in verband met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Gemeentewet, art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2010 | 04-03-2021 | Nieuwe regeling | 07-09-2010 De Nieuwsbode, 15-09-2010 | Nr. 707 |
Deze verordening verstaat onder:
een overeenkomstig deze verordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen:
de lijst waarop de als gemeentelijk monument aangewezen zaken of terreinen bedoeld in onderdeel a zijn geregistreerd;
beschermd monument als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
de op basis van art.15, lid 1 Monumentenwet 1988 ingestelde commissie met als taak het college op verzoek of uit eigen beweging te adviseren over de toepassing van de Monumentenwet 1988, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, deze verordening en het monumentenbeleid;
e.Nota Archeologische Monumentenzorg Zeist 2009
De door de raad vastgestelde beleidsnota over de archeologische monumentenzorg. In deze nota wordt het gemeentelijke archeologiebeleid nader verwoord en toegelicht;
gebied, aangegeven op de archeologische waardekaart, waarvan is aangegeven dat in bepaalde mate archeologische vondsten of sporen te verwachten zijn. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in hoge, middelhoge en lage verwachtingswaarde, alsmede van archeologisch verstoorde gebieden;
h.hoge archeologische verwachtingswaarde:
de aanwezigheid van archeologische resten is aangetoond en de kans op het aantreffen van archeologische resten is daarom groot;
i.middelhoge archeologische verwachtingswaarde:
vanwege de landschappelijke ligging en / of bodemgesteldheid is er een beperkte kans op het aantreffen van waardevolle archeologische resten;
j.lagearcheologische verwachtingswaarde:
op basis van de bodemgesteldheid en/of de ligging ten opzichte van bekende of veronderstelde mogelijke bewoningszones worden geen archeologische resten verwacht, of waar deze (als ze hebben bestaan) door vergravingen zijn vernietigd;
k.gemeentelijke archeologisch verstoorde gebieden:
Het bodemprofiel van deze gebieden is in het verleden ernstig verstoord of al eerder opgegraven; daarom zijn geen archeologisch relevante sporen meer te verwachten. Aan deze gebieden worden geen nadere eisen opgelegd wat betreft archeologisch onderzoek.;
l.archeologische beleidsadvieskaart:
De door de raad vastgestelde kaart, behorende bij de nota Archeologische Monumentenzorg Zeist 2009. Hierop zijn de archeologisch waardevolle terreinen en onderzoeksgebieden aangegeven, alsmede het vrijstellingsbeleid voor de archeologische onderzoeksplicht;
m.AMK-terrein met monumentnummer:
De als zodanig op de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart aangegeven terreinen (niet wettelijk beschermd), waar archeologische waarden door onderzoek en/of in combinatie met andere bronnen zijn aangetoond;
een door de opdrachtgever op te stellen plan voor de uit te voeren werken waarmee beoogd wordt aan de vereisten zoals geformuleerd in het Programma van Eisen te voldoen.
Ook wordt hierin een voorstel gedaan voor de werkwijze waarmee de in het Programma van Eisen geformuleerde resultaatsverwachtingen bereikt kunnen worden;
een door de bevoegde overheid opgesteld of bekrachtigd programma dat de probleem- en doel-stelling van de te verrichten werkzaamheden van de vindplaats geeft en de daaruit af te leiden eisen formuleert met betrekking tot het uit te voeren werk;
p.gemeentelijke beleidsadvieskaart:
kaart behorende bij de archeologische paragraaf van het bestemmingsplan;
bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 2 Het gebruik van het monument
Bij de toepassing van deze verordening wordt rekening gehouden met het gebruik van het monument.
Met ingang van de datum waarop de eigenaar van een monument de kennisgeving van het voornemen tot aanwijzing als beschermd gemeentelijk monument ontvangt tot het moment dat de aanwijzing en registratie als bedoeld in artikel 7 plaatsvindt, dan wel vaststaat dat het monument niet wordt geregistreerd, zijn de artikelen 10 tot en met 14 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 6 Mededeling aanwijzingsbesluit
De aanwijzing als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt meegedeeld aan degenen die als zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan.
Artikel 7 Registratie op de gemeentelijke monumentenlijst
Burgemeester en wethouders registreren het beschermde gemeentelijke monument op de gemeentelijke monumentenlijst.
De gemeentelijke monumentenlijst bevat de plaatselijke aanduiding, de datum van de aanwijzing, de kadastrale aanduiding, de tenaamstelling en een beschrijving van het gemeentelijke monument.
Artikel 10 Instandhoudingbepaling
Het bevoegd gezag verleent met betrekking tot een monument met een religieuze bestemming geen vergunning als bedoeld onder b dan in overeenstemming met de eigenaar indien en voor zover het een vergunning betreft, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het monument in het geding zijn.
Artikel 11 De schriftelijke aanvraag
Een aanvraag als bedoeld in artikel 4.2 Besluit omgevingsrecht voor een vergunning als bedoeld in artikel 10 en de daarbij te overleggen gegevens en bescheiden worden in 4-voud ingediend.
De vergunning kan slechts worden verleend indien het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet. Bij de beslissing houdt het bevoegd gezag rekening met het gebruik van het monument.
Artikel 16 Instandhoudingbepaling
1.In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige, dan wel naar verwachting aanwezige, archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in lid 3, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders, om in een archeologisch monument, bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2 of een archeologisch verwachtingsgebied, bedoeld in artikel 1, onder h en i, de bodem dieper dan 0,3 m onder de oppervlakte te verstoren.
2 Het verbod (behoudens vergunning) heeft betrekking op de volgende werkzaamheden:
Artikel 17 Nadere eisen bij een vergunning
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan worden bepaald dat de aanvrager van een vergunning als bedoeld in artikel 16, lid 1 een rapport dient over te leggen waarin de archeologische waarde van het terrein, dat volgens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.
Artikel 18 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd betreffende de aanduiding "Gebied met hoge- resp. middelhoge archeologische verwachtingswaarde" op de Archeologische Verwachtingskaart Zeist en de Archeologische Beleidsadvieskaart Zeist te wijzigen zodanig dat:
de aanduiding naar ligging wordt verschoven of naar omvang wordt vergroot of verkleind en in voorkomend geval van de kaart wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft;
Artikel 19 Tegemoetkoming in schade
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kennen burgemeester en wethouders hem op zijn aanvraag een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe, indien de schade in relatie staat tot:
Degene, die handelt in strijd met het derde lid van artikel 10 en artikel 16 met uitzondering van het bepaalde in het tweede lid, onder e, van deze verordening, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of een hechtenis van ten hoogste drie maanden.
1.Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast, met betrekking tot zakelijke monumenten en terreinen als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 1 en sub 2, de daartoe door burgemeester en wethouders opgedragen opsporingsambtenaren.
Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening belast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht genoemde opsporingsambtenaren.
Artikel 22 Intrekken oude regeling
Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Erfgoedverordening 2009, vastgesteld bij raadsbesluit van 25 juni 2009.