Organisatie | Oostzaan |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke Regeling Landschap Waterland |
Citeertitel | Gemeenschappelijk Regeling Landschap Waterland |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Gemeenschappelijke Regeling |
Geen
Wet gemeenschappelijke Regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2007 | 01-01-2005 | 27-11-2017 | wijziging | 12-06-2007 - | - |
01-01-2005 | nieuwe regeling | 05-10-2004
|
Provinciale en Gedeputeerde Staten,van Noord-Holland, de stadsdeelraad en het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord van de gemeente Amsterdam en de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang;
- overwegende dat het noodzakelijk is om het op basis van artikel 8, lid 1 Wet gemeenschappelijke regelingen ingestelde openbaar lichaam Landschap Waterland, zoals ingeschreven in de provinciale en gemeentelijke registers, te wijzigen in verband met de invoering van een nieuw bestuursmodel voor de recreatieschappen in Noord-Holland, per 1 januari 2005;
- overwegende dat het noodzakelijk is de gemeenschappelijke regeling te wijzigen in verband met aanpassingen in de bijdragepercentages van de participanten;
- overwegende dat de gemeente Graft-De Rijp wil toetreden tot de gemeenschappelijke regeling;
gelet op de bepalingen, vervat in hoofdstuk IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
de gemeenschappelijke regeling Landschap Waterland gewijzigd als volgt vast te stellen.
HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN
Wanneer het landschap enig zakelijk dan wel persoonlijk recht verwerft op gronden, grenzend aan het in het eerste lid bedoelde gebied, is deze regeling ook van toepassing op (het gebied van) die gronden, indien het bestuur van de gemeente, tot het grondgebied waarvan deze behoren, bij aangetekende brief heeft medegedeeld hiermede in te stemmen. De in het eerste lid bedoelde tekening wordt overeenkomstig aangepast en aanvullend gewaarmerkt.
Ter verwezenlijking van de in artikel 2 genoemde doelen worden aan het bestuur van het landschap de volgende bevoegdheden toegekend:
Het uitoefenen van de bevoegdheid van burgemeester en wethouders, als bedoeld in artikel 8.2, eerste lid van de Wet milieubeheer voor wat betreft het gestelde in bijlage I, categorie 19, sub g, onder 1 van het Inrichtingen- en Vergunningenbesluit Milieubeheer (gemotoriseerde modelvliegtuigen, -vaartuigen, -voertuigen) indien en voor zover het algemeen bestuur heeft verklaard daartoe over te gaan.
Binnen het kader van het in artikel 2, eerste lid omschreven doel kunnen de aan het landschap toekomende taken en bevoegdheden worden uitgebreid dan wel beperkt bij gelijkluidend besluit van alle deelnemers, zonder dat daartoe wijziging van deze regeling noodzakelijk is. De deelnemers dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van dat besluit.
Het algemeen bestuur gaat niet over tot het vaststellen van een verordening, door strafbepalingen of bestuursdwang te handhaven, dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de raden van elk der deelnemende gemeenten en provinciale staten, Het dagelijks bestuur zendt het ontwerp van die verordening aan de deelnemers. Alle deelnemers zenden binnen drie maanden na ontvangst van het ontwerp van die verordening schriftelijk bericht aan het algemeen bestuur.
Indien de raad van een gemeente, op het grondgebied waarvan de verordening betrekking heeft, schriftelijk heeft bericht, dat naar zijn mening geheel of ten dele niet dient te gelden voor bepaald aangewezen gebieden van deze gemeente, worden deze gebieden uitgesloten van de werkingssfeer van de betreffende bepalingen van de verordening. Deze uitsluiting geldt slechts indien:
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen voor een periode van vier jaar. Zolang de leden lid zijn van provinciale staten, gedeputeerde staten, dagelijkse bestuur van het stadsdeel, college van burgemeester en wethouders of de gemeenteraden behouden zij het lidmaatschap van het algemeen bestuur tot hun opvolgers zijn benoemd.
Het algemeen bestuur en de leden van het algemeen bestuur hebben de bevoegdheid personen uit te nodigen als adviseur aan een vergadeling deel te nemen dan wel zich te doen bijstaan door één of meer (al dan niet ambtelijke) adviseurs. Het reglement van orde voor de vergadelingen van het algemeen bestuur kan hieromtrent nadere regels stellen.
Een lid c.q. zijn plaatsvervanger, alsmede de vertegenwoordiger van de minister belast met de zorg voor de openluchtrecreatie, natuur- en landschapsbeheer, kan staande de beraadslagingen vragen de beslissing over het aan de orde zijnde onderwerp aan te houden voor nader overleg met het orgaan dat hem heeft aangewezen.
De leden van het dagelijks bestuur worden aangewezen in de eerste vergadering van het algemeen bestuur, nadat en yoor zover hernieuwde aanwijzing, als bedoeld in artikel 5, van leden van het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden dan wel door ontslag, overlijden of om een andere reden een plaats in het dagelijks bestuur is opengevallen.
Zij verstrekken - tezamen dan wel afzonderlijk - aan het algemeen bestuur alle inlichtingen, voor zover dat niet strijdig is met het openbaar belang, die door het algemeen bestuur dan wel één of meer leden daarvan, hetzij mondeling in een vergadering van het algemeen bestuur, hetzij schriftelijk worden verlangd en wel door:
De voorzitter, vice-voorzitter en secretaris
Zo door het landschap een geding wordt gevoerd tegen of een rechtshandeling gepleegd met een rechtspersoon, die door dezelfde persoon wordt vertegenwoordigd als de voorzitter van het landschap, wordt het landschap vertegenwoordigd door de vice-voorzitter, ook indien door de wederpartij alsnog een andere vertegenwoordiger mocht zijn aangewezen.
Het algemeen bestuur kan bij verordening voor deelgebieden of bepaalde aangelegenheden bestuurscommissies instellen zoals bedoeld in de artkelen 52, juncto 25 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan bevoegdheden van algemeen bestuur, dagelijks bestuur en voorzitter kunnen worden overgedragen.
Het algemeen bestuur kan ten behoeve van de leden, plaatsvervangende leden en adviseurs van het algemeen en dagelijks bestuur, alsmede ten behoeve van de leden en plaatsvervangende leden van de in artikel 15 bedoelde commissie(s) een regeling vaststellen voor een op jaarbasis te bepalen vergoeding voor hun werkzaamheden en tegemoetkoming in de kosten.
Het algemeen bestuur geeft provinciale staten en de gemeenteraden alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het algemeen bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig is. Het algemeen bestuur zendt in ieder geval de volgende stukken, zodra die zijn vastgesteld respectievelijk door het bestuur is ontvangen, ter kennisneming toe:
het accountantsrapport over de rekening.
Het algemeen bestuur verstrekt aan provinciale staten en de gemeenteraden alle inlichtingen, voor zover dat niet strijdig is met het openbaar belang die door één of meer leden van provinciale staten of gemeenteraden schriftelijk worden verlangd en wel door: - toezending van bepaald aangewezen stukken binnen drie weken na ontvangst van het verzoek daartoe;
Voordat ten aanzien van een geschil, aangaande de uitvoering of toepassing, van deze regeling gerezen, de beslissing van een rechterlijke instantie wordt ingeroepen, wordt de zaak voorgelegd aan een geschillencommissie samen te stellen door gedeputeerde staten, in overleg met de dagelijkse besturen van de bij het geschil betrokken deelnemers.
HOOFDSTUK lIl: BELEID, UITVOERING EN VERANTWOORDING
De deelnemers kunnen tegen het ontwerp van een beleidsplan, alsmede tegen ontwerpen van wijzigingen van dat plan schriftelijk bezwaren indienen bij het dagelijks bestuur binnen drie maanden na toezending van dat ontwerp. Het dagelijks bestuur onderzoekt de ingediende bezwaren; het pleegt daarbij overleg met de indiener van de bezwaren, indien één der partijen zulks wenst.
Het algemeen bestuur kan in de organisatieverordening of opdrachtovereenkomst bepalen dat het hoofd van de uitvoeringsorganisatie als adviseur zorg draagt voor de beleidsvoorbereiding van het algemeen bestuur alsmede voorziet in de secretariële en administratieve ondersteuning van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur.
Het provinciaal bestuur stelt het maximum van - zijn aandeel in - de kosten van de in het vierde lid bedoelde regeling voor een jaar vast voordat de begroting van dat jaar door het algemeen bestuur wordt vastgesteld. Is door het provinciaal bestuur dan nog geen maximum bepaald, dan geldt als maximum het in de vastgestelde begroting van het voorafgaande jaar daartoe opgenomen bedrag.
HOOFDSTUK IV: FINANCIËLE BEPALINGEN
Het algemeen bestuur stelt bij verordening voorschriften vast met betrekking tot het financieel beheer, welke voorschriften onder meer regelen inhouden betreffende:
Het algemeen bestuur kan besluiten om de bedragen van de meerjarenbegroting telkenjare voor wat de loonkosten betreft te verhogen tot maximaal het indexcijfer van regelingslonen voor volwassen werknemers per maand, sector overheid, op 31 december van het aan dat boekjaar voorafgaande jaar, zoals dit cijfer voor de eerste maal na laatstgenoemd tijdstip is bekendgemaakt en voor wat de overige kosten betreft aan de hand van de hiervoor vastgestelde percentages van de meerjarenraming van de rijksbegroting.
Het meerjarenbegroting wordt voor de eerste vier jaar zoveel mogelijk ongewijzigd overgenomen van het voorgaande programma, behoudens de aanpassingen ingevolge het tweede lid. In geval andere wijzigingen van de meerjarenbegroting voor één of meer deelnemers een verhoging betekent van het bedrag, dat volgens de meerjarenraming in enig jaar te hunnen laste wordt gebracht, wordt het gewijzigde programma niet door het algemeen bestuur vastgesteld dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van die deelnemer(s).
Het algemeen bestuur stelt de begroting, meerjarenbegroting en eventueel gewijzigd investeringsschema - overeenkomstig de in de comptabiliteitsvoorschriften voor provincies en gemeenten opgenomen termijnen - tijdig voor het begrotingsjaar vast nadat de deelnemers in de gelegenheid zijn gesteld hierop te reageren en zendt deze onmiddellijk na vaststelling aan de deelnemers.
Het dagelijks bestuur zendt jaarlijks de ontwerpjaarrekening van het landschap eventueel vergezeld van zijn opmerkingen en vergezeld van een verantwoording van zijn financieel beleid tijdig aan het algemeen bestuur en aan de deelnemers onder overlegging van een afschrift van het verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de jaarrekening, ingesteld door de hiertoe door het algemeen bestuur aangewezen registeraccountant(s).
De deelnemers kunnen schriftelijk bezwaren tegen de jaarrekening indienen bij het dagelijks bestuur binnen twee maanden na toezending van de rekening. Bij de vaststelling van de jaarrekening - overeenkomstig de daarvoor in de comptabiliteitsvoorschriften voor provincies en gemeenten opgenomen termijnen - beslist het algemeen bestuur op de door de deelnemers ingediende bezwaren.
Het nadelig saldo over enig boekjaar van een door het algemeen bestuur vastgestelde jaarrekening wordt gebracht ten last van de deelnemers volgens een door de deelnemers bij het aangaan van deze regeling overeengekomen of later gewijzigde verdeelsleutel, welke als bijlage bij deze regeling is gevoegd en van deze regeling deel uitmaakt.
Geen van de deelnemers is gehouden in de netto-lasten met betrekking tot de financiering van de investeringen en het beheer en onderhoud meer bij te dragen dan - afgezien van de stijging van die lasten die een gevolg is van loon - en prijsstijgingen (indexcijfer en percentages als bedoeld in artikel 24 tweede lid) - is geraamd als aan het landschap verschuldigde bijdrage als bedoeld in artikel 24, vierde lid, rekening houdend met het bepaalde in het vijfde lid van dat artikel
Indien van de deelnemers de in het derde en vierde lid bedoelde voorschotten later zijn ontvangen dan de krachtens besluit van het dagelijks bestuur, ingevolge het derde lid bepaalde data respectievelijk de in het vierde lid genoemde data, komen de hieruit voortvloeiende kosten voor rekening van die deelnemers naar rato van de grootte van de verschuldigde voorschotten gerelateerd aan de termijn waarmee die data zijn overschreden. Voor die kostentoerekening is basis de debetrente van de door het landschap aangegane rekeningcourantovereenkomst.
HOOFDSTUK V: TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Het algemeen bestuur stelt, na overleg met de deelnemers, binnen drie maanden, nadat het in het eerste lid bedoelde verzoek is ontvangen, een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling in verband met de voorgenomen toetreding alsmede een regeling voor de gevolgen van de toetreding. Het dagelijks bestuur zendt dit ontwerp en regeling aan de deelnemers, waaronder begrepen de aspirant-deelnemer, met het verzoek binnen drie maanden na verzending hiervan, inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen.
Het algemeen bestuur stelt binnen drie maanden nadat het besluit tot uittreding is ontvangen een ontwerp vast voor de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling aan de gevolgen van de uittreding en zendt dit ontwerp aan de deelnemers met het verzoek binnen drie maanden na verzending van dat ontwerp inzake de vaststelling ervan een besluit te nemen.
HOOFDSTUK VI: ARCHIEFBEPALING EN SLOTBEPALINGEN
Ten aanzien van de archiefbescheiden van het landschap zijn de voorschriften omtrent de zorg, de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden, alsmede de omtrent het toezicht daarop, zoals die voor de provincie Noord-Holland zijn of nader worden vastgesteld, van overeenkomstige toepassing.
De functionaris van de uitvoeringsorganisatie die voor 1 januari 2005 aangesteld is als ambtelijk secretaris van het bestuur behoudt zijn functie en positie in het bestuur tot het moment waarop een nieuw verkozen dagelijks bestuur uit zijn midden een bestuurlijke secretaris heeft aangewezen, doch uiterlijk tot 1 mei 2005.
Aldus besloten in de openbare vergaderingen van het algemeen bestuur op 1 april 2004 en 1 juli 2004
De secretaris, K. Diepenveen. De voorzitter, J.J. Schipper
Overeengekomen verdeelsleutel als bedoeld in artikel 27, lid 1 van deze regeling:
Het nadelig exploitatiesaldo van een door het algemeen bestuur vastgestelde rekening komt ten laste van de deelnemers overeenkomstig de volgende bepalingen:
van het overblijvende totaaltekort komt 51,9% (vast percentage) voor rekening van de provincie Noord-Holland en 23,6% (vast percentage) voor rekening van de gemeente Amsterdam, terwijl het dan resterende bedrag wordt verdeeld over de overige gemeenten op basis van het aantal inwoners van die gemeenten. Als inwonertal van een gemeente wordt gehanteerd het laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekend gemaakte cijfer.
het algemeen bestuur is bevoegd - al dan niet op voorstel van één of meer deelnemers - te bepalen dat het nadelig exploitatiesaldo van één of meer daartoe in de meerjarenbegroting aangewezen voorzieningen of onderdelen van de exploitatie geheel of gedeeltelijk rechtstreeks ten laste van één of meer deelnemers wordt gebracht.
Amsterdam-Noord 23,6% (vast percentage)
Beemster 2,2%; zijnde 1,7% naar rato inwoneraantal en 0,5%
structurele verhoging i.v.m. uittreding RAUM
Tijdens het laatste jaar van de 5-jaarsperiode stelt het algemeen bestuur, met inachtneming van het bepaalde in sub a tot en met f tijdig de bijdragen voor de volgende periode van 5 jaren vast.
Werkgebied Landschap Waterland Schaal I : 125000