Organisatie | Zuid-Holland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 |
Citeertitel | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervalt op 31 december 2027.
Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-09-2023 | 01-07-2023 | artikel 2.18.1, 2.18.2 | 05-09-2023 | ||
30-03-2023 | 15-09-2023 | paragraaf 2.19, artikel 2.18.5, 2.19.1, 2.19.2, 2.19.3, 2.19.4, 2.19.5, 2.19.6, 2.19.7, 2.19.8, 2.19.9, 2.19.10, 2.19.11, 2.19.12, bijlage 7, 8, 9 | 21-03-2023 | PZH-2023-825728962 | |
11-01-2023 | 30-03-2023 | paragraaf 2.18, artikel 2.18.1, 2.18.2, 2.18.3, 2.18.4, 2.18.5, 2.18.6, 2.18.7, 2.18.8, 2.18.9, 2.18.10, 2.18.11, 2.18.12, bijlage 10 | 13-12-2022 | ||
01-01-2023 | 11-01-2023 | hoofdstuk 3, 4, paragraaf 2.3, 2.9, 2.11, 2.12, 2.17, artikel 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.3.4, 2.3.5, 2.3.6, 2.9.1, 2.9.2, 2.9.3, 2.9.4, 2.9.5, 2.9.6, 2.9.7, 2.9.8, 2.11.1, 2.11.2, 2.11.3, 2.11.4, 2.11.5, 2.11.6, 2.11.7, 2.11.8, 2.11.9, 2.11.10, 2.11.11, 2.12.1, 2.12.2, 2.12.3, 2.16.5, 2.16.12, 2.17.1, 2.17.2, 2.17.3, 2.17.4, 2.17.5, 2.17.6, 2.17.7, 2.17.8, 3.1, 3.2, 3.23, 3.4, 4.1, 4.2, 4.3, 4.4 | 22-11-2022 | PZH-2022-808922555 | |
17-09-2022 | 01-01-2023 | artikel 2.11.2 | 06-09-2022 | PZH-2022-810265613 | |
07-07-2022 | 17-09-2022 | artikel 2.11.2 | 28-06-2022 | PZH-2022-803284459 | |
30-06-2022 | 07-07-2022 | paragraaf 2.5, 2.7, 2.13, 2.14, 2.15, 2.16, artikel 1.1, 1.7, 2.1.1, 2.1.3, 2.1.4, 2.1.6, 2.1.7, 2.1.8a, 2.6.1, 2.6.2, 2.6.5, 2.6.9, 2.6.10, 2.6.11, 2.7.1, 2.7.3, 2.8.1, 2.8.2, 2.8.3, 2.8.4, 2.8.6, 2.8.8, 2.10.1, 2.10.6, 2.10.9, 2.10.10, 2.13.1, 2.13.2, 2.13.3, 2.13.4, 2.13.5, 2.13.6, 2.13.7, 2.13.8, 2.13.9, 2.14.1, 2.14.2, 2.14.3, 2.14.4, 2.14.5, 2.14.6, 2.14.7, 2.14.8, 2.14.9, 2.14.10, 2.14.11, 2.14.12, 2.15.1, 2.15.2, 2.15.3, 2.15.4, 2.15.5, 2.15.6, 2.16.1, 2.16.2, 2.16.3, 2.16.4, 2.16.5, 2.16.6, 2.16.7, 2.16.8, 2.16.9, 2.16.10, 2.16.11, 2.16.12 | 21-06-2022 | PZH-2021-790238138 | |
26-02-2022 | 30-06-2022 | artikel 2.11.2 | 15-02-2022 | PZH-2022-795588421 | |
26-11-2021 | 26-02-2022 | artikel 2.11.2 | 16-11-2021 | PZH-2021-788533119 | |
18-11-2021 | 26-11-2021 | paragraaf 2.2, artikel 2.2.1, 2.2.2, 2.2.3, 2.2.4, 2.2.5, 2.2.6, 2.2.7, 2.2.8 | 09-11-2021 | PZH-2021-782870443 | |
20-10-2021 | 18-11-2021 | artikel 2.11.2 | 05-10-2021 | PZH-2021-786464644 | |
14-10-2021 | 20-10-2021 | paragraaf 2.12, artikel 2.12.1, 2.12.2, 2.12.3 | 05-10-2021 | PZH-2021-786625750 | |
01-07-2021 | 14-10-2021 | paragraaf 2.6, artikel 2.6.1, 2.6.2, 2.6.3, 2.6.4, 2.6.5, 2.6.6, 2.6.7, 2.6.8, 2.6.9, 2.6.10, 2.11.2, bijlage 3 | 22-06-2021 | PZH-2021-776168489 | |
29-05-2021 | 01-07-2021 | artikel 2.11.2 | 18-05-2021 | PZH-2021-773653919 | |
08-04-2021 | 29-05-2021 | artikel 2.11.1, 2.11.2, 2.11.3, 2.11.4, 2.11.5, 2.11.6, 2.11.7, 2.11.8, 2.11.9, 2.11.10, 2.11.11, bijlage 6 | 30-03-2021 | PZH-2021-768286501 | |
26-02-2021 | 08-04-2021 | paragraaf 2.9, 2,10, artikel 2.9.1, 2.9.2, 2.9.3, 2.9.4, 2.9.5, 2.9.6, 2.9.7, 2.9.8, 2.10.1, 2.10.2, 2.10.3, 2.10.4, 2.10.5, 2.10.6, 2.10.7, 2.10.8, 2.10.9, 2.10.10, 3.23 | 16-02-2021 | PZH-2021-764801157 | |
17-10-2020 | 26-02-2021 | paragraaf 2.4, artikel 2.11.2, 2.11.6 | 06-10-2020 | PZH- 2020-735001174 | |
10-07-2020 | 17-10-2020 | artikel 1.1, 2.11.1, 2.11.7, 2.11.9, bijlage 6 | 30-06-2020 | PZH-2020-738979119 | |
21-12-2019 | 10-07-2020 | bijlage 2 | 17-12-2019 | PZH-2019-688165249 | |
22-11-2019 | 21-12-2019 | bijlage 6 | 19-11-2019 | PZH-2019-711746834 | |
09-11-2019 | 22-11-2019 | artikel 2.7.1, 2.7.2, bijlage 4, 5 | 29-10-2019 | ||
24-05-2019 | 09-11-2019 | Wijzigingen van artikelen 2.8.3, 2.8.4, 2.9.5 en art. 2.9.8 wordt toegevoed. | 21-05-2019 | PZH-2019-688165249 | |
19-03-2019 | 24-05-2019 | Wijzingen artikel 2.6.1 a en c, art. 2.6.2, art. 2.6.4, art. 2.6.7 en bijlage 3 vervalt | 05-03-2019 | PZH-2019-678019652 | |
08-03-2019 | 19-03-2019 | Wijziging: onderdeel 2.11.1 toegevoegd, wijziging art. 2.11.3, 2.11.5, 2.11.6, 2.11.9, 2.11.11, 3.23 en bijlage 7 vervangen | 22-02-2019 | PZH-2018-674012450 | |
01-01-2019 | 08-03-2019 | wijziging van de art. 2.4.3; art.2.4.7; Toegevoegd art. 2.4.3a; paragraaf 2.11 en de bijlagen | 02-10-2018 | PZH-2018-661534998 | |
09-12-2017 | 01-01-2019 | wijziging van de artikelen 2.4.1; 2.4.2; 2.4.3; 2.4.4; 2.4.7. Nieuw ingevoegd: par. 2.10; artikelen 2.10.1 tot en met 2.10.9. | 11-10-2016 | PZH-2017-615323894 | |
25-11-2017 | 20-01-2017 | 09-12-2017 | wijziging van de artikelen 2.1.1; 2.1.4; 2.1.5; 2.1.7; 2.1.10. | 11-10-2016 | PZH-2017-604726109 |
12-10-2017 | 25-11-2017 | wijziging van de artikelen 2.6.1; 2.6.2; 2.6.4; 2.6.7 en bijlage 3. | 11-10-2016 | PZH-2017-611344259 DOS-2016-0005086 | |
27-10-2016 | 12-10-2017 | nieuwe regeling | 11-10-2016 Prov. Blad 2016, nr. 5776 | DOS-2016-0005086 |
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,
Overwegende dat het wenselijk is om projectsubsidies te kunnen verstreken om activiteiten te stimuleren die bijdragen aan groenbeleving, biodiversiteit en agrarisch ondernemerschap,
artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013;
Vast te stellen de "Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016"
Artikel 2.1.1 begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
grondgebruiker: degene die op titel van eigendom, (erf)pacht dan wel een door de grondkamer goedgekeurde of ter registratie ingezonden (teelt)pachtovereenkomst gerechtigd is de als ganzenrustgebied aangewezen gewaspercelen in gebruik te hebben en die onderneming is actief in de primaire productie van landbouwproducten;
In afwijking van de artikelen 11, eerste lid, onder a, en 26, eerste lid, van de Asv wordt de aanvraag voor subsidie ingediend:
binnen zes weken na de datum van de verzending van het besluit op grond van Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland omtrent de hoogte van de uit te betalen tegemoetkoming in de door de beschermde inheemse ganzen veroorzaakte schade in de periode waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft; of
Artikel 2.1.5 Aanvraagvereisten
Naast de gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van:
a. het besluit, bedoeld in artikel 2.1.4, eerste lid;
b. een verklaring van de aanvrager dat hij gedurende de periode van 1 november tot 1 april verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden heeft nagelaten.
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2 geweigerd indien voor dezelfde activiteit reeds subsidie is verstrekt voor dezelfde periode.
Artikel 2.1.7 Subsidievereiste
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.1.2 in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het vereiste dat de grondgebruiker voor de betreffende percelen op grond van de Beleidsregel uitvoering Wet natuurbescherming Zuid Holland in aanmerking komt voor een tegemoetkoming in de door beschermde inheemse ganzen aangerichte schade aan de landbouw in de periode van 1 november tot 1 april.
Artikel 2.1.8a Subsidievaststelling en betaling
De subsidie wordt direct vastgesteld en de betaling van het subsidiebedrag vindt in één keer plaats.
Indien de subsidie is aan te merken als steunmaatregel in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is de volgende verordening van overeenkomstige toepassing: Verordening (EU) Nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, PbEU, L 352 van 24 december 2013.
§ 2.2 Verduurzaming landbouw met agrarische structuurversterking
Subsidie als bedoeld in artikel 2.2.1 wordt uitsluitend verstrekt aan agrarische ondernemingen en samenwerkingsverbanden daarvan, stichtingen voor kavelruil, landbouworganisaties, natuur- en landschapsorganisaties, waterschappen en gemeenten.
Artikel 2.2.3 Subsidievereisten
Artikel 2.2.4 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.2.6 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.2.7 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op de artikelen 18 en 19 van de Asv en artikel 1.4 worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
Artikel 2.2.8 Prestatieverantwoording
§ 2.6 Ecologische verbindingen en NNN-gronden
Subsidie als bedoeld in artikel 2.6.2 wordt uitsluitend verstrekt aan degene die duurzaam natuurbeheer verricht of voldoende aannemelijk maakt dat hij duurzaam natuurbeheer kan en zal verrichten overeenkomstig het natuurbeheertype waarvoor de verwerving van het terrein is bedoeld.
Artikel 2.6.5 Subsidievereisten
Artikel 2.6.6 Subsidiabele kosten
Artikel 2.6.7 Niet-subsidiabele kosten
De kosten van bodemsanering komen niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.6.9 Kwalitatieve verplichtingen van de subsidieontvanger
Artikel 2.6.10 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 2.6.9 worden aan de subsidieontvanger de volgende verplichtingen opgelegd:
voor zover subsidie wordt verleend ten behoeve van verkrijging van het erfpachtrecht op de grond, legt subsidieontvanger een ondertekende schriftelijke toezegging van de eigenaar van het betreffende terrein over, dat binnen een jaar na subsidieverlening de eigenaar met gedeputeerde staten een overeenkomst als bedoeld in artikel 2.6.9, onder a, sluit.
in de gevallen, bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, a, c, d en e, van de Awb, is de subsidieontvanger, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor een vergoeding verschuldigd aan gedeputeerde staten, welke wordt vastgesteld op de gerealiseerde vermogenstoename en bepaald aan de hand van de waarde van het met subsidie verworven terrein op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt;
Artikel 2.6.11 Afwijkingsbevoegdheid
Indien de ecologische verbinding waarvoor subsidie wordt gevraagd niet is aangeduid als ecologische verbinding in de omgevingsverordening kunnen gedeputeerde staten besluiten om van deze verordening af te wijken indien die ecologische verbinding:
van voldoende kwaliteit is om te fungeren als noodzakelijke migratie-, foerageer- of voorplantingsgebied voor de doelsoorten van de nog niet gerealiseerde verbindingen zoals beschreven in de Nota ecologische verbindingen en de ligging van die verbinding zodanig is, dat de in de Nota genoemde natuurgebieden door die verbinding verbonden worden; of
§ 2.7 Beschermde natuurmonumenten
Subsidie als bedoeld in artikel 2.7.1 wordt uitsluitend verstrekt aan de pachters, erfpachters of eigenaren van gronden in de gebieden Huys Ten Donck en de Oosterse en Westerse Laagjes.
Artikel 2.7.3 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.7.1 in aanmerking te komen wordt voldaan aan het vereiste dat de activiteit bijdraagt aan het realiseren van de voor het gebied bepaalde natuurdoelen, als aangeduid in bijlage 4.
§ 2.8 Innovatieve Pilots Groene Cirkels
Subsidie als bedoeld in artikel 2.8.2 wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen die participeren binnen één van de Groene Cirkels, waarover een overeenkomst met de provincie Zuid-Holland is gesloten.
Artikel 2.8.4 Subsidievereiste
Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.8.5 Subsidiabele kosten
Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie.
Indien de subsidie is aan te merken als steunmaatregel in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is de volgende verordening van overeenkomstige toepassing: Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, PbEU, L 352 van 24 december 2013.
§ 2.10 Initiatieven voor Vitale Landbouw
Artikel 2.10.1 Begripsbepaling
In deze paragraaf wordt onder Hoofdlijnennotitie verstaan: door gedeputeerde staten van Zuid-Holland op 26 mei 2020 vastgestelde Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw van de provincie Zuid-Holland.
Artikel 2.10.4 Aanvraagvereisten
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van een beschrijving van de wijze waarop het project openbaar wordt gemaakt en de resultaten worden gedeeld.
Artikel 2.10.5 Weigeringsgronden
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie als bedoeld in artikel 2.10.2 geweigerd indien:
Artikel 2.10.6 Subsidievereisten
Artikel 2.10.7 Subsidiabele kosten
Kosten komen in aanmerking voor subsidie zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie.
Artikel 2.10.8 Niet subsidiabele kosten
De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:
Paragraaf 2.11 Kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk
§ 2.13 Verbeteren waterkwaliteit
Artikel 2.13.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.13.2 in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.13.5 Aanvraagvereisten
Naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, bevat de aanvraag in elk geval een termijn waarbinnen het onderzoek of de maatregel afgerond is.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.13.2 bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 75.000,00 per onderzoek of maatregel.
Artikel 2.14.4 Subsidievereisten
Artikel 2.14.5 Aanvraagvereisten
Indien een aanvraag wordt ingediend voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.14.2, eerste lid, onder d of e, gaat de aanvraag naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, in ieder geval vergezeld van een omschrijving van de wijze waarop de resultaten van de activiteit toegankelijk worden gemaakt voor derden.
Indien een aanvraag wordt ingediend voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.14.2, eerste lid, onder e, en de aanvrager een onderneming is, gaat de aanvraag naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, vergezeld van een ondertekende de-minimisverklaring als bedoeld in Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352).
Artikel 2.14.9 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de Asv wordt de subsidie geweigerd indien:
Artikel 2.14.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op artikel 1.4 heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:
Indien de subsidie is aan te merken als steunmaatregel in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352) van overeenkomstige toepassing.
§ 2.15 Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland Gebiedsplan Zuidwestelijke Delta en Gebiedsplan Hollands-Utrechtse Veenweiden
Subsidie als bedoeld in artikel 2.15.2 wordt uitsluitend verstrekt aan publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.
Artikel 2.15.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
§ 2.16 Verbeteren leefgebied boerenlandvogels
Artikel 2.16.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt onder ontwikkelingsbeheer verstaan: niet alleen het beheer zelf maar ook de inkomstenderving voor de betreffende gronden;
Artikel 2.16.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 216.2, eerste lid, onder a, in aanmerking te komen wordt voldaan aan de volgende vereisten:
bij de kap van hout wordt rekening gehouden met de Wet natuurbescherming, onderdeel soortenbescherming. Er mogen geen beschermde dier- of plantensoorten in of onder de bomen voorkomen of indien dit wel het geval is moet voor aanvang van de werkzaamheden een ontheffing verleend zijn of er moet gewerkt worden volgens een goedgekeurde gedragscode;
Artikel 2.16.6 Aanvraagvereisten
Naast de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Asv, gaat een aanvraag voor subsidie vergezeld van een plan van aanpak dat ten minste bestaat uit:
Artikel 2.16.9 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.16.10 Niet Subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.16.9 komen de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.16.11 Weigeringsgronden
In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van de Asv wordt subsidie geweigerd indien:
§ 2.17 Ondersteuning wildbeheereenheden
Artikel 2.17.2 Subsidiabele activiteiten en prestatie
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:
de uitvoering van de door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplannen voor ganzen en predatoren, een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren en de bestrijding van schadeveroorzakende dieren als bedoeld in artikel 3.12, eerste lid, van de Wet natuurbescherming of artikel 8.2, derde lid, van de Omgevingswet, zodra deze in werking treedt en de Wet natuurbescherming vervalt;
Een subsidie als bedoeld in artikel 2.17.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan het bestuur van een wildbeheereenheid waarvan het werkgebied is gelegen binnen de provincie Zuid-Holland.
Artikel 2.17.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.17.2, eerste lid, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het vereiste dat de wildbeheereenheid voldoet aan de uitvoering van zijn wettelijke taken met betrekking tot faunabeheer binnen de provincie Zuid-Holland.
De hoogte van de subsidie, bedoeld in artikel 2.17.2, eerste lid, wordt bepaald aan de hand van de oppervlakte van de wildbeheereenheid en de aandachtsvelden van de wildbeheereenheid met betrekking tot ganzen en valwild en bedraagt voor de wildbeheereenheden:
§ 2.18 Waterinfiltratiesystemen en verduurzamingsmaatregelen in veenweidegebieden
Artikel 2.18.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
Landbouwvrijstellingsverordening: Verordening (EU) 2022/2472 van de Commissie van 14 december 2022 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU 2022, L 327/1);
verduurzamingsmaatregelen: maatregelen die verband houden met milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen als bedoeld in artikel 14, derde lid, onder e, f en g, van de Landbouwvrijstellingsverordening, voor zover die geen aanzienlijke stijging van de waarde of rentabiliteit van het landbouwbouwbedrijf tot gevolg hebben;
Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2.18.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan de penvoerder van een samenwerkingsverband.
Artikel 2.18.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.18.2, eerste lid, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
indien een stelsel van buizen wordt aangelegd waarmee slootwater in een perceel wordt gebracht door een rechtstreekse verbinding met het slootpeil, is het technisch mogelijk om deze op termijn te kunnen upgraden naar een systeem waarmee slootwater in een perceel wordt gebracht door middel van een pomp;
Artikel 2.18.8 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de volgende kosten voor subsidie als bedoeld in artikel 2.18.2 in aanmerking:
Artikel 2.18.9 Niet-subsidiabele kosten
In afwijking van artikel 2.18.8, eerste lid, komen, voor zover het activiteiten gericht op een waterinfiltratiesysteem betreft, de volgende kosten niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 2.18.10 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25 tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd als:
Artikel 2.18.11 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 18 en 19 van de Asv heeft de subsidieontvanger in ieder geval de volgende verplichtingen:
Artikel 2.19.1 Begripsbepalingen
In deze paragraaf wordt verstaan onder:
adviseur: de natuurlijk persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon die:
als coach is aangesloten bij de Nederlandse Orde van Beroepscoaches, of als bedrijfsadviseur overeenkomstig artikel 38, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling GLB 2023 is erkend in het kader van het bedrijfsadviseringssysteem, of als advocaat, notaris of kandidaat-notaris, accountant, belastingadviseur, dan wel anderszins als deskundige op juridisch, bedrijfskundig of fiscaal gebied werkzaamheden verricht;
Een aanvraag voor een subsidie als bedoeld in artikel 2.19.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan een landbouwer.
Artikel 2.19.4 Subsidievereisten
Om voor subsidie als bedoeld in artikel 2.19.2, eerste lid, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:
Artikel 2.19.5 Aanvraagvereisten
Naast de gegevens die ingevolge het aanvraagformulier, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Asv, worden verstrekt, gaat de aanvraag voor subsidie in ieder geval vergezeld van:
Artikel 2.19.7 Subsidiabele kosten
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen de kosten voor de activiteit, bedoeld in artikel 2.19.2, eerste lid, voor subsidie in aanmerking.
Artikel 2.19.8 Niet subsidiabele kosten
Kosten die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen, zijn kosten voor trainingen, workshops, cursussen of stages, en demonstratieactiviteiten waarbij landbouwers kennis nemen van innovaties en de toepassing ervan.
Artikel 2.19.9 Weigeringsgronden
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Awb en artikel 11 van de Asv, wordt de subsidie geweigerd indien de subsidieaanvrager reeds voor dezelfde activiteit subsidie op grond van een andere subsidieregeling heeft aangevraagd of ontvangen.
Artikel 2.19.10 Verplichtingen van de subsidieontvanger
In aanvulling op het bepaalde in de artikelen 18 en 19 van de Asv heeft de subsidieontvanger in ieder geval de verplichting om:
Hoofdstuk 3 Openstellingsbesluiten voor ambities uit het Coalitieakkoord
Artikel 3.1 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan de doelen uit het Coalitieakkoord 2019-2023 ‘Elke dag beter. Zuid-Holland’ die gericht zijn op de ambitie Versterken natuur in Zuid-Holland.
De evaluatie van de risicoanalyse als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Asv vindt drie jaar na de inwerkingtreding van deze regeling plaats.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit is geplaatst.
(kaart) Bijlage 1 behorende bij art. 2.1.1 van de subsidieregeling groen ganzenrustgebieden Alblasserwaard
http://www.zuid-holland.nl/publish/pages/14514/bijlage1behorendebijartikel2-1-1vandesubsidieregelinggroenganzenrustgebiedenalblasserwaard2016.pdf
(kaart) Bijlage 1 behorende bij art. 2.1.1 van de subsidieregeling groen ganzenrustgebieden Reeuwijk
http://www.zuid-holland.nl/publish/pages/14515/bijlage1behorendebijartikel2-1-1vandesubsidieregelinggroenganzenrustgebiedenreeuwijk2016.pdf
Bijlage 4 behorende bij artikel 2.7.3 van de Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016