Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning | |
| | |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen | |
| | |
2.1.1 | Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1 | aanlegkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.2 | bouwkosten: | |
| de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft; | |
2.1.1.4 | Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
2.1.2 | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3 | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld. | |
| | |
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | |
2.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
2.2.1 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo, activiteit bouwen, vergunbaar is indien de bouwkosten minder dan €100.000,00 bedragen | € 209,90 |
2.2.2 | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo, activiteit bouwen, vergunbaar is indien de bouwkosten meer dan €100.000,00 bedragen | € 419,80 |
| | |
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning | |
2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 4.000 bedragen: | € 120,70 |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 4.000 of meer bedragen: | € 120,70 |
vermeerderd met: | 2,61% |
| van de bouwkosten, waarmee de bouwkosten € 4.000,- te boven gaan. | |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: | 1,09% |
| van de aanlegkosten, met een minimum van | € 65,90 |
| | |
2.3.4 | Planologisch strijdig gebruik | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 217,10 |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking): | € 434,20 |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 868,20 |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 434,20 |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 65,90 |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 65,90 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 65,90 |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 65,90 |
| | |
2.3.5 | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
2.3.5.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.5.1.1 | Indien de gebruiksoppervlakte minder dan 1000 m2 bedraagt | € 161,40 |
2.3.5.1.2 | Indien de gebruiksoppervlakte 1000 m2 of meer bedraagt | € 322,80 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening Gorinchem aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 11 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 65,90 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 65,90 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 65,90 |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag voor advies wordt voorgelegd aan de Monumentencommissie worden de in 2.3.6.1 en 2.3.6.2 genoemde bedragen verhoogd met | € 29,50 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 65,90 |
| | |
2.3.8 | Aanleggen of veranderen weg | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 65,90 |
| | |
2.3.9 | Handelsreclame | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:15 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder g, van de Wabo: | € 65,90 |
| | |
2.3.10 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 65,90 |
| | |
| | |
2.3.11 | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 131,80 |
| | |
2.3.12 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:13 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | |
2.3.12.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 65,90 |
2.3.12.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 65,90 |
| | |
2.3.13 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 65,90 |
2.3.13.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 65,90 |
| | |
2.3.14 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 65,90 |
| | |
2.3.15 | Andere activiteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | |
2.3.15.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 65,90 |
2.3.15.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.15.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft | € 65,90 |
2.3.15.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft | € 65,90 |
| | |
2.3.16 | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.16.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.16.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.17 | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | |
2.3.17.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 433,50 |
2.3.17.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | |
| voor particuliere bouw | € 283,90 |
| voor bedrijfslocaties | € 710,10 |
| | |
2.3.18 | Advies | |
| Welstandstoets | |
2.3.18.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.9 wordt het tarief, indien daarvoor een welstandstoets noodzakelijk is verhoogd met: indien de bouwkosten minder dan € 25.000 bedragen: indien de bouwkosten € 25.000 tot € 1.250.000 bedragen: van de bouwkosten; indien de bouwkosten meer dan € 1.250.000 bedragen: | € 46,10 0,18% € 2.304,00 |
| | |
| Verplicht advies | |
2.3.18.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.9 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld: | € 295,70 |
2.3.18.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.9 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een monumentenadvies nodig is en wordt beoordeeld | € 295,70 |
2.3.18.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, 2.3.9 en 2.3.14 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies in het kader van flora en fauna nodig is en wordt beoordeeld | € 295,70 |
2.3.18.5 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.18.6 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
| | |
| | |
| | |
2.3.19 | Verklaring van geen bedenkingen | |
2.3.19.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | |
2.3.19.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 65,90 |
2.3.19.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.19.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Hoofdstuk 4 Vermindering | |
2.4.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt: | |
2.4.1.1 | bij 5 tot 10 activiteiten: | 5% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
2.4.1.2 | bij 10 tot 15 activiteiten: | 7% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges; | |
2.4.1.3 | bij 15 of meer activiteiten: | 9% |
| van de voor die activiteiten verschuldigde leges. | |
2.4.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een vergunningvrije activiteit, wordt voor die betreffende activiteit geen leges in rekening gebracht. | |
| | |
Hoofdstuk 5 Teruggaaf | |
2.5.1 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten | |
2.5.1.1 | Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | |
| indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan | 60% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges; | |
| | |
2.5.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- en/of aanlegactiviteiten | |
2.5.2.1 | Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- en/of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2 intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
| | |
2.5.3 | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- en/of aanlegactiviteiten | |
2.5.3.1 | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- en/of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 of 2.3.2 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: | 50% |
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. | |
2.5.3.2 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak. | |
| | |
2.5.4 | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag minder dan € 22,20 wordt niet teruggegeven. | |
| | |
2.5.5 | Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen | |
| Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2.1, 2.3.1.2.2, 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 Achteraf ingediende aanvraag | |
2.6.1 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: | 10% |
2.6.2 | van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum van | € 1.078,00 |
2.6.3 | onverminderd het bepaalde in onderdelen 2.3.2 tot en met 2.3.14, bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de werkzaamheden | € 34,50 |
| | |
Hoofdstuk 7 Niet in behandeling nemen aanvraag omgevingsvergunning | |
2.7 | Het tarief bedraagt voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet verder in behandeling wordt genomen: | € 64,30 |
| | |
Hoofdstuk 8 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project | |
2.8.1 | Het tarief bedraagt voor het gewijzigd uitvoeren van een project als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van: | € 65,90 |
2.8.2 | Het tarief bedraagt voor het gewijzigd uitvoeren van een project anders dan bedoeld in onderdeel 2.8.1 | € 409,60 |
| | |
Hoofdstuk 9 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten | |
2.9.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening | € 1.247,70 |
2.9.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening | € 217,10 |
| | |
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking | |
2.10 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking: | € 65,90 |
| | |
| | |
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn |
Hoofdstuk 1 Horeca | |
3.1.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet | € 206,10 |
3.1.2 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet | € 171,80 |
3.1.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet | € 34,50 |
3.1.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2.29 en 2.30 van de Algemene plaatselijke verordening (een ontheffing sluitingstijd) | € 34,50 |
| | |
Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten | |
3.2.1 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning) | € 34,50 |
| | |
Hoofdstuk 3 Prostitutiebedrijven | |
3.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
3.3.1 | een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, van de Algemene plaatselijke verordening, anders dan een wijziging bedoeld in onderdeel 3.3.2 | € 860,20 |
3.3.2 | wijziging van een exploitatievergunning in verband met uitsluitend een wijziging van het beheer in een seksinrichting of escortbedrijf, als bedoeld in artikel 3.15, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening | € 112,90 |
| | |
Hoofdstuk 4 Speelautomatenhal | |
3.4 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om: | |
3.4.1 | een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in artikel 2 van de Speelautomatenhalverordening | € 5.336,00 |
3.4.2 | Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag of weigering vergunning | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een vergunning, als bedoeld in onderdeel 3.4.1 intrekt, of als de gemeente de vergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt | |
3.4.2.1 | indien de aanvraag wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd in fase 1 (beoordeling ontvankelijkheid) | 90% |
| van de op grond van onderdeel 3.4.1 verschuldigde leges; | |
3.4.2.2 | indien de aanvraag wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd in fase 2 (vergelijking aanvragen) | 25% |
| van de op grond van onderdeel 3.4.1 verschuldigde leges | |
3.4.2.3 | indien de aanvraag wordt ingetrokken of de vergunning wordt geweigerd in fase 3 (toetsing Wet Bibob) | 15% |
| van de op grond van onderdeel 3.4.1 verschuldigde leges | |
3.4.3 | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 3.4.2 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak | |
| |
Hoofdstuk 5 Huisvestingswet 2014 | |
3.5 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
3.5.1 | tot het verlenen van een vergunning tot onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014 | € 60,50 |
3.5.2 | tot het verlenen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014 | € 60,50 |
3.5.3 | tot het verlenen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 | € 60,50 |
3.5.4 | tot het verlenen van een vergunning voor het verbouwen van woonruimte tot twee of meer woonruimten als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder d, van de Huisvestingswet 2014 | € 60,50 |
3.5.5 | tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014 | € 60,50 |
| | |
Hoofdstuk 6 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | |
3.6 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking | € 66,00 |