Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling briefadressen BRP gemeente Smallingerland 2016 |
Citeertitel | Regeling briefadressen BRP gemeente Smallingerland 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-10-2016 | Nieuwe regeling | 01-09-2016 Breeduit, 27 oktober 2016 | 01-09-2016, nr. 1 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland,
· de artikelen 1.1, 1.4, lid 1, 1.9, lid 2, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.27 en 2.52 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP),
· artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP),
· de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling basisregistratie personen (Regeling BRP),
· artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht,
· de circulaire 'Correcte registratie op een briefadres in de BRP' van de minister van BZK van 6 december 2013;
· de circulaire 'Registratie briefadres om veiligheidsredenen' van de minister van BZK van 6 december 2013.
vast te stellen de navolgende beleidsregel 'Regeling briefadressen BRP gemeente Smallingerland 2016'
woonadres: het adres waar betrokkene woont, inclusief voer- of vaartuigen met vaste stand- of ligplaats. Of als betrokkene op meerdere adressen woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten. Of als ook ontbreekt, het adres, waar hij naar redelijke verwachting gedurende drie maanden tenminste twee derde van de tijd zal overnachten;
Artikel 5 Redenen tot weigering of intrekking briefadres
Inschrijving op een briefadres is niet (langer) mogelijk als:
Artikel 6 Termijnen briefadres
onverminderd hetgeen is bepaald in lid 1 en 2, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, verplicht om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.
Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 september 2016.
De voorzitter, De secretaris,
de heer drs. Tjeerd van Bekkum mevrouw Nelly Otter
Toelichting op de Regeling briefadressen BRP gemeente Smallingerland
Toelichting artikel 2, lid 1, sub a
Personen zonder woonadres die gebruik maken van maatschappelijke opvang kunnen met een briefadres ingeschreven worden bij die opvanginstelling. Personen zonder woonadres die geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang, zijn verplicht elders een briefadres te kiezen.
Toelichting artikel 2, lid 1, sub b
Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan personen die hun huis hebben verkocht/verlaten en wachten tot zij het nieuwe woonadres tot hun beschikking hebben.
Toelichting artikel 2, lid 1, sub c
Personen die vallen onder de categorie ‘ambulant beroep’ zijn bijvoorbeeld binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) rondtrekken.
Toelichting artikel 2, lid 1, sub d
Personen die naar het buitenland vertrekken voor minder dan 8 maanden van een jaar, komen in aanmerking voor een briefadres.
Op grond van artikel 2.43 van de Wet mogen personen die voor meer dan 8 maanden van een jaar naar het buitenland vertrekken niet als inwoner (ingezetene) ingeschreven staan in de BRP. In dat geval is de persoon verplicht aangifte van emigratie te doen.
Toelichting artikel 2, lid 1, sub e
Als een inwoner beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland thuishaven heeft én het is de verwachting dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft er geen aangifte van emigratie te worden gedaan (artikel 29 Besluit BRP). Een voorwaarde is wel dat betrokkene bereikbaar blijft via het briefadres. Er mag ook aangifte van emigratie worden gedaan.
Degene die zijn woonadres heeft in een instelling kan, in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet, in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Dit zijn instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen (artikel 2.40, lid van de Wet).
Het college van B&W kan instellingen op het gebied van maatschappelijke opvang binnen de gemeente Smallingerland aanwijzen om personen die daar verblijven of opvang krijgen, een briefadres te mogen verstrekken.
Met deze mogelijkheid moet voorkomen worden dat door registratie van het feitelijke woonadres de veiligheid van een persoon in gevaar komt (circulaire 'Registratie briefadres om veiligheidsredenen' van de minister van BZK van 6 december 2013).
Een briefadres kan, in aanvulling op wat de Wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht om een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. De aangifte wordt altijd gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.
Toelichting artikel 3, lid 2 en 3
Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 2.45 lid 2 van de Wet). In de schriftelijke verklaring van aangifte dienen de redenen van het briefadres en de verwachte duur te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen.
Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. Deze verklaring zal veelal achteraf via de interne kanalen van de gemeente bij de aangifte gevoegd worden.
Maximaal 2 briefadressen betekent maximaal aan twee gezinnen of twee alleenstaanden of één gezin en één alleenstaande.
Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan één briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. Bijvoorbeeld een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan een beroep worden gedaan op de hardheidsclausule van artikel 7.
Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen, eenmalig te verlengen met veertien dagen.
Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd waarin vermeld wordt dat de aangifte briefadres buiten behandeling wordt gesteld vanwege het ontbreken van de gevraagde documenten.
Het is toegestaan om in de mededeling tot aanvulling van gegevens (artikel 4:5 Awb) al melding te maken van het voornemen om de aangifte buiten behandeling te stellen (artikel 4:7 Awb) in het geval dat niet voldaan wordt aan de aanvulling.
Het betreft hier een opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres.
Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt verstaan: het adres waar betrokkene woont (woning of vaste standplaats voertuig of vaartuig). Of als iemand op meerdere adressen verblijft: het adres waar naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste keren overnacht zal worden; of het adres waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten.
Toelichting artikel 5 sub b en c
Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer dan acht maanden van een jaar in het buitenland verblijft. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon beroepshalve op een schip vaart. Zie de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub e.
Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen of slechts één briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een gezin als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal of twee alleenstaanden of twee gezinnen of één alleenstaande en één gezin een briefadres kunnen hebben op één adres.
Een briefadres mag geen postbus zijn. Kenmerk van een briefadres is dat er een waarborg is, dat voor de briefadreshouder bestemde geschriften of inlichten daarover aan deze worden doorgegeven of meegedeeld. Als post naar een postbus wordt gestuurd wordt aan die voorwaarde niet voldaan. Een postadres is overigens ook niet veilig omdat via Post NL kan worden achterhaald op wiens naam de postbus wordt gehouden.
Het is wel mogelijk om een briefadres bij een rechtspersoon te houden. Hierbij geldt dan wel, dat een natuurlijk persoon die namens de rechtspersoon optreedt, als briefadresgever de toestemming moet geven.
Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten om een briefadres voor een periode van zes maanden te verlenen met de mogelijkheid tot éénmalige verlenging met nogmaals zes maanden. Na het verloop van deze periode, moet de burger zijn ingeschreven op het woonadres waar hij feitelijk verblijft.
De periode van zes maanden is bewust gekozen om op deze manier in ieder geval na zes maanden een contactmoment te hebben met de burger, om zo te zorgen dat hij/zij snel een woonadres heeft.
De Wet verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de maximale termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres wordt dit uiteraard weer getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling.
In uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze regeling, bijvoorbeeld in het geval van de eenmalige verlenging zoals vastgelegd in artikel 6, lid 1 van de regeling. Individuele omstandigheden kunnen er toe leiden dat er nog een extra verlenging van de termijn wordt overeengekomen.