Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Peel en Maas

Beleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Peel en Maas
Officiële naam regelingBeleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016
CiteertitelBeleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 Awb
  2. artikel 3.1 en 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening
  3. artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-10-201617-11-2017vaststelling nieuwe regeling onder intrekking van de oude

03-10-2016

elektronisch gemeenteblad week 42, 2016

1894/2016/837363

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN PEEL EN MAAS;

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het bepaalde in artikel 3.1 en 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

Overwegende dat:

Door het college op 18-10-2011 nr. 42-7c de beleidsregel woningbouwverzoeken is vastgesteld;

Deze beleidsregel vervolgens is aangepast bij besluiten van 23-09-2013, nr. 39-7.1 en 21-12-2015, nr. 52-6.1;

Dat in genoemde beleidsregels mogelijkheden zijn opgenomen om onder voorwaarden woningbouw, dan wel woningsplitsing mogelijk te maken op locaties waar dit bestemmingsplan technisch niet is toegestaan;

Dat inmiddels de structuurvisie Wonen Noord-Limburg door de raad is vastgesteld bij besluit van 5 april 2016, waarin is opgenomen dat de gemeente Peel en Maas een overcapaciteit aan bouwplannen heeft gerelateerd aan de natuurlijke woningbehoefte;

Dat in genoemde structuurvisie Wonen Noord-Limburg afspraken zijn opgenomen om de woningbouwplanning voor Peel en Maas in overeenstemming te brengen met de natuurlijke behoefte, te weten de huishoudensontwikkeling volgens de cijfers van het E’til;

Dat het mogelijk maken van het toevoegen van woningen op locaties waar dat op dit moment niet is toegestaan niet meer past binnen de reductieopgave waar de gemeente Peel en Maas voor staat;

Dat de woningbouwlocaties die bestemmingsplan technisch geregeld zijn, dan wel waar contractuele afspraken over gemaakt zijn ruim voldoende zijn om in de natuurlijke woningbouwbehoefte voor Peel en Maas te voldoen;

Dat we hierin een gelimiteerde uitzondering willen maken voor de zogenaamde win-win situaties, omdat daarmee de mogelijkheid behouden blijft voor IV-bedrijven in of tegen de kernrandzone om de bedrijfsactiviteiten te beëindigen hetgeen van groot belang is voor de verbetering van het woon- en leefklimaat van de woonomgeving;

Dat het daarom wenselijk en noodzakelijk is om eerdergenoemde beleidsregels in te trekken;

BESLUITEN:

Vast te stellen de volgende beleidsregel:

“Beleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016”

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

  • a.

    intensieve veehouderij: een bedrijf met in hoofdzaak een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering die is gericht op het houden van dieren in stallen en/of hokken zonder dat het bedrijf hoeft te beschikken over grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren. Onder intensieve veehouderij wordt onder meer gedoeld op eenden, ganzen, kalkoenen, kippen, konijnen, mestkalveren, parelhoenders pelsdieren, stieren voor de roodvleesproductie, varkens, vleeskalveren, vleeskuikens, met uitzondering van een melkveehouderij;

  • b.

    kernrandzone: zones rondom een kern zoals vastgesteld in het raadsbesluit van 31 mei 2011 en opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze beleidsregel;

  • c.

    win-win situaties:

    agrarische bedrijvigheid, waarbij sprake is van:

    • -

      een intensieve veehouderij;

    • -

      een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer met een geldende omgevingsvergunning;

    • -

      ligging in de kernrandzone;

    • -

      ligging tegen de kernrandzone waarbij sprake is van een vergelijkbare situatie als ware de locatie gelegen binnen de kernrandzone, zulks ter beoordeling van ons college;

    • -

      een maatschappelijk belang dat verder gaat dan het economisch belang van de aanvrager;

    • -

      verbetering van het woon- en leefklimaat van de woonomgeving en/of de kernen;

    • -

      het opheffen van hindercirkels als gevolg van het intrekken van een omgevingsvergunning voor de activiteit ‘milieu’;

  • d.

    woningbouwverzoeken: verzoeken voor het bouwen van een burgerwoning.

Artikel 2 Woningbouwverzoeken

Alle nieuwe aanvragen voor woningbouwverzoeken worden afgewezen.

Artikel 3 Uitzonderingen

In de volgende gevallen kan een uitzondering worden gemaakt op het bepaalde in artikel 2:

  • a.

    woningbouwverzoeken die zijn gelegen in een in de structuurvisie kernen en bedrijventerreinen voor woningbouw aangewezen gebied;

  • b.

    woningbouwverzoeken waarbij een win-win situatie kan worden gecreëerd door het oplossen van een planologisch en milieutechnisch knelpunt, mits voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 4;

  • c.

    verzoeken die passen binnen de Ruimte-voor-Ruimte-regeling en die deel uitmaken van de taakstelling Ruimte voor Ruimte, zoals overeengekomen met de provincie en Ruimte voor Ruimte Beheer B.V.; hiertoe behoren ook de bouwkavels die in eigen beheer door de gemeente Peel en Maas worden ontwikkeld;

  • d.

    verzoeken waarop al een positief (principe)besluit is genomen of anderszins in de pijplijn zit voorafgaand aan de vaststelling van deze beleidsregel en passen in het vigerende gemeentelijke beleid en waarvoor binnen 1 jaar na datering van het principebesluit een ontvankelijke aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend.   Hieronder worden tevens begrepen bouwkavels die dienen ter compensatie van reeds gemaakte kosten bij de sanering van bedrijven waarbij een overlast gevende situatie voor de woonomgeving is opgelost.

  • e.

    woningsplitsing binnen het bestemmingsplan buitengebied met als doel behoud en versterking van cultuurhistorische waarden, mits wordt voldaan aan de voorwaarden als gesteld in het gemeentelijke beleid.

Artikel 4 Voorwaarden

Indien aan een woningbouwverzoek medewerking wordt verleend, omdat het valt onder de in artikel 3, lid b genoemde uitzondering, moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het woningbouwverzoek moet voorafgegaan worden door een principeverzoek waarop een positief standpunt is ingenomen;

  • b.

    er moet zijn gewaarborgd dat de woning(en) daadwerkelijk op korte termijn worden gerealiseerd;

  • c.

    de bouwkavel dient ten minste een omvang te hebben van 750 m2

  • d.

    er moet worden gewaarborgd dat de bedrijfsbebouwing binnen twee jaar na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan / omgevingsvergunning wordt gesloopt;

  • e.

    de bestemming van de bestaande bedrijfswoning wordt omgezet in een woonbestemming;

  • f.

    er geldt een maximum van in totaal 10 te bouwen woningen op grond van deze beleidsregel, waarbij sprake is van win-win, zoals genoemd onder artikel 3, lid a en er dient toepassing te worden gegeven aan het Limburgs Kwaliteitsmenu en/of het gemeentelijk kwaliteitskader, waarbij ten aanzien van milieuaspecten maatwerk wordt geleverd;

  • g.

    het verzoek moet passen binnen het overige vigerende beleid en voldoen aan een goede ruimtelijke ordening;

Artikel 5 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregel wordt aangehaald als “beleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016”.

  • 2. De beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking ervan.

Artikel 6 intrekking oude beleidsregel en overgangsregeling

  • 1. De beleidsregel woningbouwverzoeken d.d. 18-10-2011, nr. 42-7c; 23-09-2013, nr. 39-7.1 en 21-12-2015, nr. 52.6. met terugwerkende kracht in te trekken met ingang van 1 juli 2016.

  • 2. Principeverzoeken die zijn toegekend tot uiterlijk 30 juni 2016 worden afgewikkeld op grond van het bepaalde in het principebesluit en op basis van het op het moment van het beslissen op het principebesluit geldende beleid.

  • 3. Principe-verzoeken die zijn ingediend tot en met 30 juni 2016 en waarop nog geen beslissing is genomen worden nog behandeld op grond van de beleidsregel woningbouwverzoeken, zoals die gold op het moment van indiening van het verzoek.

  • 4. Principeverzoeken die zijn ingediend vanaf 1 juli 2016 tot aan de dag van de bekendmaking van de nieuwe beleidsregel woningbouwverzoeken Peel en Maas 2016 worden eveneens nog afgehandeld op basis van de beleidsregel van 21-12-2015, nr. 52.6.

  • 5. Bij de toekenning van principeverzoeken nemen we de voorwaarde op dat:

    • -

      een ontvankelijke aanvraag om een omgevingsvergunning moet zijn ingediend binnen 1 jaar na datering van het principebesluit en

    • -

      dat de bebouwing bij afgifte van de omgevingsvergunning moet zijn gerealiseerd binnen 2 jaar na datering van de omgevingsvergunning.

  • 6. Degenen die al een principe-toezegging hebben gekregen voor de bouw van een woning waar de onder e genoemde bepaling niet is opgenomen alsnog aan te schrijven dat deze voorwaarden alsnog van toepassing worden verklaard vanaf de datering van de aanschrijving.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Peel en Maas van 3 oktober 2016,

de gemeentesecretaris/directeur, de burgemeester,

drs. H. Mensink W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting

In artikel 3 wordt gesproken over ‘win-win situaties’ waarbij een planologisch knelpunt wordt opgelost. Voorbeeld hiervan is:

  • -

    de opheffing en sloop van een intensieve veehouderij in of tegen een kernrandzone, zoals omschreven in artikel 1, lid c; 

In ieder geval levert geen win-win situatie op:

  • -

    de opheffing en sloop van een intensieve veehouderij in een LOG;

  • -

    het enkel ‘inleveren’ van een milieuvergunning;

  • -

    de sloop van agrarische bebouwing;

  • -

    het realiseren van (natuur)compensatie;

  • -

    het opknappen van een verloederd terrein/achterstallig onderhoud;

  • -

    de sanering van een niet-hinderlijk bedrijf of gebouw;

  • -

    niet-bebouwde grond.