Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zutphen

Regeling gedenkparken gemeente Zutphen 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZutphen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling gedenkparken gemeente Zutphen 2016
CiteertitelRegeling gedenkparken gemeente Zutphen 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Beheerverordening gedenkparken gemeente Zutphen 2016

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-10-2016Nieuwe regeling

28-06-2016

GVOP 2016, nr. 143783, 19-10-2016

71445

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling gedenkparken gemeente Zutphen 2016

Het college van burgemeester en wethouders,

 

overwegende dat het gewenst is nadere regels te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke gedenkparken in de gemeente Zutphen;

 

gelet op artikel(en) 4, tweede lid, 5, eerste en tweede lid, 6, negende lid, 9, derde en vijfde lid, 13, 14, derde lid, 15, 17, tweede lid, 21, derde lid en 25 van de Beheerverordening gedenkparken gemeente Zutphen 2016;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

 

Regeling gedenkparken gemeente Zutphen 2016

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    APV: Algemene plaatselijke verordening gemeente Zutphen;

  • b.

    beheerder: degene die in opdracht van het college belast is met de dagelijkse leiding van het gedenkpark;

  • c.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • d.

    verordening: de Beheerverordening gedenkparken gemeente Zutphen 2016.

Artikel 2 Openstelling gedenkparken

  • 1.

    Een gedenkpark is dagelijks van zonsopgang tot zonsondergang geopend.

  • 2.

    Op het gedenkpark De Ooster is het overgang pad naar het aangrenzende crematorium te allen tijde toegankelijk.

  • 3.

    Voor een avondbegrafenis is een gedenkpark zo nodig buiten de in lid 1 genoemde tijd geopend.

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging

De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn:

  • -

    op werkdagen van 10.00 uur tot 1 uur voor zonsondergang;

  • -

    op zaterdag van 10.00 uur tot 16.00 uur;

  • -

    op zon- en feestdagen van 10.00 uur tot 16.00 uur;

  • -

    bij fakkel uitvaarten: tot na 1 uur voor zonsondergang.

Artikel 4 Bestemming

  • 1.

    Extensief recreatief medegebruik van de gedenkparken is toegestaan, voor zover het geen overlast veroorzaakt bij begrafenissen en plechtigheden of voor andere bezoekers.

  • 2.

    Het organiseren van evenementen op de gedenkparken is toegestaan met inachtneming van het bepaalde in de APV.

Artikel 5 Gebruik gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van het gedenkpark, ontvangst/ condoléanceruimte, de aula alsmede van de muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur, drie werkdagen voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid gedurende een vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking tegen het daarvoor vastgestelde tarief.

Artikel 6 Administratie gedenkparken

  • 1.

    De administratie bevat een openbaar register van diegenen die zijn begraven of waarvan de as is bezorgd. In dit register worden vermeld:

    • a.

      de naam;

    • b.

      de geboortedatum;

    • c.

      de datum van overlijden;

    • d.

      de grafaanduiding;

    • e.

      de dag van de begraving of bijzetting.

  • 2.

    De administratie bevat gegevens van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven en urnenplaatsen, met hun namen en adressen en aantekening van hun relatie tot de overledene. Dit register is niet openbaar doch de gegevens van rechthebbenden en gebruikers kunnen worden verstrekt aan derden, indien deze schade leiden door of als gevolg van de grafbedekking op de graven, urnenplaatsen of gedenkplaatsen van die rechthebbenden en gebruikers.

  • 3.

    De rechthebbenden van particuliere graven, gebruikers van algemene graven, gebruikers van urnennissen en eigenaren van grafbedekkingen voor zover niet de rechthebbende of gebruiker van het graf, zijn verplicht de wijziging van hun NAW-gegevens binnen 1 maand aan de administratie door te geven.

  • 4.

    Het kantoor van de administratie is bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 9.00 uur tot 12.00 uur en op afspraak.

Artikel 7 Ordemaatregelen

  • 1.

    Het is verboden gedenkparken te verontreinigen. Dit verbod betreft naast afval, ook het buiten het grafvak plaatsen van gebruiksvoorwerpen, zoals vazen, potten, gieters, gereedschap, bankjes e.d..

  • 2.

    Hondenbezitters die met een hond de gedenkplaats bezoeken moeten hondenuitwerpselen onmiddellijk verwijderen.

  • 3.

    De beheerder kan bezoekers met een beperking toestemming verlenen voor het bezoeken van het gedenkpark met een fiets, rolstoel of ander aangepast voertuig.

  • 4.

    Zonder toestemming van de beheerder is het filmen, fotograferen en anderszins registreren op de gedenkparken niet toegestaan.

Artikel 8 Aantal lijken in graven en asvoorzieningen

  • 1.

    Per particulier graf mogen maximaal twee lijken worden begraven en maximaal twee asbussen worden bijgezet of verstrooid, tenzij anders is bepaald. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet of verstrooid.

  • 2.

    In een particuliere grafkelder mogen maximaal twee lijken per (graf)vak worden bijgezet, voor zover de kistmaat en de kelderruimte dit toelaten, of twee asbussen of asverstrooiingen per kistruimte. De beheerder beslist op basis van de technische staat van de grafkelder of bijzettingen mogelijk zijn en hoeveel overledenen het betreft. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet of verstrooid.

  • 3.

    Per particulier (kelder)urnengraf mogen maximaal twee asbussen worden bijgezet. De rechthebbende bepaalt wie worden begraven en bijgezet.

  • 4.

    Per algemeen graf worden maximaal twee lijken begraven en mogen geen extra asbussen worden bijgezet. De beheerder bepaalt wie waar wordt begraven.

  • 5.

    Per urnennis mogen maximaal twee asbussen worden geplaatst. De gebruiker van de urnennis bepaalt wie wordt bijgezet.

Artikel 9 Categorieën (themavelden)

  • 1.

    Voor begraven en asbestemmingen kan per gedenkpark gekozen worden uit een reeks themavelden, waarbij voor een aantal themavelden specifieke voorschriften gelden. Tenzij anders vermeld, is het bepaalde in de artikelen 8, 12, eerste tot en met negende lid en 13 van deze regeling en het bepaalde in artikel 16 van de verordening, van toepassing.

  • 2.

    Themavelden op gedenkpark De Ooster zijn:

    • a.

      Themaveld ‘Vuurdoorn pad’

      Graven met liggend en/ of staand gedenkteken/ monument.

    • b.

      Themaveld ‘Onder de beuken’

      Graven en urnengraven langs het pad onder de beuken, met liggend of staand gedenkteken/ monument in het middengedeelte.

    • c.

      Themaveld ‘Eigentijds’

      Graven met een grote variëteit aan grafbedekkingen en gedenktekens.

    • d.

      Themaveld ‘Vlinderhoek’

      Graven langs vlinderstruiken.

    • e.

      Themaveld ‘Kastanje hof’

      Graven onder kastanjebomen.

    • f.

      Themaveld ‘De Singels’

      Particuliere éénmansgraven, enkel graf, gangbare afmetingen, 1 diep.

    • g.

      Themaveld ‘Taxus rij’

      Algemene graven, 1 diep, met een staand standaard monument van 40 x 40 cm. Het plaatsen van voorwerpen en bloemen of planten is niet toegestaan.

    • h.

      Themaveld ‘Islamitisch’

      Islamitische graven, 1 diep en uitgiftetermijnen van 10, 15, 20, 50 en 100 jaar.

    • i.

      Themaveld ‘Vier seizoenen’

      Urnengraven langs het overgangspad, met liggende steen of kei of beeldje op sokkel. Maximale oppervlakte 50 x 50 cm.

    • j.

      Themaveld ‘De rozentuin’

      Urnengraven aan de voorzijde van het grasveld bij de hoofdingang, met mogelijkheid tot het planten van een eigen rozenstruik en het plaatsen van een klein liggend gedenkteken/ monument, maximaal 30 x 30 cm. Eén asbus per graf.

    • k.

      Themaveld ‘Trompethofje’

      Urnengraven met een liggende gedenksteen/ monument van 100 x 100 cm.

    • l.

      Themaveld ‘Ooster strooiveld’

      Asverstrooiing op een grasveld met optie voor een standaard naamkaartje op een algemeen herdenkingsmonument.

    • m.

      Themaveld ‘Ooster natuurpad’

      Urnengraven langs een natuurpad, met een liggend gedenkteken/ monument of kei, maximaal 50 x 50 cm of een natuurlijk ornament van maximaal 50 x 50 x 50 cm, bijvoorbeeld boomstam of boomstamschijf met naamplaatje (vergunningplichtig).

    • n.

      Themaveld ‘Ooster bos’

      Natuurbegraven, graven en urnengraven met een eenvoudig gedenkteken/ monument in de vorm van een boomschijf, diameter maximaal 50 cm, met bescheiden naamplaatje van maximaal 20 x 10 cm. Mogelijkheid tot het planten of adopteren van een eigen boom (vergunningplichtig). Voor asbussen zijn uitgeholde boomstammen (maximaal 60 cm hoog) toegestaan en kleine natuurlijke ornamenten met een diameter van maximaal 50 cm (vergunningplichtig). De uitgiftetermijn is 10, 15, 20, 50 of 100 jaar.o.

    • o.

      Themaveld ‘Kinderhofje’

      Kindergraven en kinderurnengraven in een speels ingericht hofje, met beperkte grafafmetingen van 60 x 100 cm. Maximale afmetingen gedenkteken/ monument 60 x 100 cm. Tevens een ‘foetushoekje’ voor niet levend geboren kinderen, met de mogelijkheid voor een naamplaatje op een zuil of ornament.

     

  • 3.

    Themavelden op gedenkpark Warnsveld zijn:

    • a.

      Themaveld ‘Historisch Warnsveld’

      Nieuwe graven op de oude begraafplaats, met grafbedekking in een aan de omgeving aangepaste oude stijl (vergunningplichtig).

    • b.

      Themaveld ‘Nieuw Warnsveldse veld’

      Graven met ruime keuzemogelijkheden.

    • c.

      Themaveld ‘Urnenlaan’

      Asbestemmingen aan de rechterzijde van het pad: urnengraven in het gras met een liggende steen van 40 x 40 cm of een sokkel met beeld (sokkel plus beeld maximaal 40 x 40 x 180 cm hoog).

    • d.

      Themaveld ‘Urnenhofje de Hemelboom’

      Urnennissen in een urnenmuur.

    • e.

      Themaveld ‘Strooiveld’

      Asverstrooiingen in een natuurlijk kruidenveld. Ruimte voor een naamplaatje op een algemeen gedenkteken.

    • f.

      Themaveld ‘Rododendrons’

      Urnengraven onder een rododendronhaag met een kleine liggende steen van 40 x 40 cm als gedenkteken/ monument.

    • g.

      Themaveld ‘Bosrand’

      Graven met de mogelijkheid voor een liggend gedenkteken/monument, maximaal 90 x 180 cm of aanplant van varens. De uitgiftetermijn is 10, 15, 20, 50 of 100 jaar.

    • h.

      Themaveld ‘Natuurpad’

      Urnengraven en graven met een natuurlijk ogend liggend gedenkteken/ monument van maximaal 50 x 50 cm of een natuurlijk ornament van maximaal 50 x 50 x 50 cm, bijvoorbeeld kei of boomstronk of boomstam of boomstamschijf met naamplaatje (vergunningplichtig). De uitgiftetermijn is 10, 15, 20, 50 of 100 jaar.

    • i.

      Themaveld ‘Graffelse Bos in wording’

      Graven en urnengraven in een natuurlijke bosrijke omgeving met de mogelijkheid tot het planten van een eigen herdenkingsboom of het plaatsen van een natuurlijk ornament als kei of boomstamschijf (vergunningplichtig). De uitgiftetermijn is 10, 15, 20, 50 of 100 jaar.

    • j.

      Themaveld ‘Plukweide’

      Graven en urnengraven in een bloemenweide. Ruimte voor een naamplaatje op een algemeen gedenkteken. Het eerste deel is bestemd als kinderhofje (themaveld ‘Kabouterbos’).

    • k.

      Themaveld ‘Kabouterbos’

      Kindergraven en kinderurnengraven in een bloemrijke en speelse omgeving. Aangepaste grafafmetingen, 60 x 100 cm. Boomstammen met naamplaatje als gedenkteken/ grafmonument, maximale hoogte 50 cm. Tevens een ‘foetushoekje’ voor niet levend geboren kinderen, met de mogelijkheid voor een naamplaatje op een algemeen gedenkteken.

  • 4.

    Themavelden op gedenkpark De oude Begraafplaats zijn:

    • a.

      Themaveld ‘Familiehofjes’

      Particuliere graven voor 50-100 jaar in hofjesverband of kelders. Toegestaan zijn monumenten in een ‘oude stijl’ (vergunningplichtig).

    • b.

      Themaveld ‘Zicht op de Gracht’

      Graven langs de gracht, met monumenten in ‘oude stijl’ (vergunningplichtig).

    • c.

      Themaveld ‘Stinzenveld’

      • (I)

        Open grasveld links van de ingang, met graven langs het pad. Grafbedekking en gedenktekens zijn niet toegestaan, wel een naamplaatje op een algemene herdenkingszuil.

      • (II)

        Urnengraven langs de waterkant. Grafbedekking en gedenktekens zijn niet toegestaan, wel een naamplaatje op een algemene herdenkingszuil.

    • d.

      Themaveld ‘Luwte’

      Urnengraven met optie voor kei of een laag staand of liggend gedenkteken/ monument, afmetingen maximaal 40 x 40 x 40 cm.

    • e.

      Themaveld ‘Jeneverbesboom’

      Urnengraven met liggend of staand gedenkteken/ monument, maximaal 40 x 40 x 40 cm.

    • f.

      Themaveld ’Kastanjeboom’

      Urnengraven onder de kastanjeboom op het nieuwere deel met liggend of staand gedenkteken/ monument, maximaal 40 x 40 x 40 cm.

    • g.

      Themaveld ’Cederboom’

      Urnengraven onder de cederboom met liggend of staand gedenkteken/ monument, maximaal 40 x 40 x 40 cm.

    • j.

      Themaveld ‘Eikenhof’

      Graven onder een monumentale eik.

Artikel 10 Reserveren van grafrechten

  • 1.

    Het reserveren van een graf of urnengraf is mogelijk zonder dat meteen tot begraven of asbijzetting wordt overgegaan. Op het moment van begraven of asbijzetting wordt de reservering omgezet in een grafrecht.

  • 2.

    De reserveringstermijnen bedragen 10 en 20 jaar.

  • 3.

    De tarieven voor reservering worden jaarlijks vastgesteld.

  • 4.

    Er vindt geen terugbetaling plaats van (een deel van) de betaalde reserveringskosten.

Artikel 11 Vergunning of melding grafbedekking

  • 1.

    Een aanvraag om vergunning tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een graf of urnengraf moet door middel van een daartoe vastgesteld aanvraagformulier bij het college worden ingediend.

  • 2.

    Een aanvraag om vergunning, als bedoeld in het eerste lid, voor een themaveld, dat geen vergunningstelstel heeft, en die voldoet aan de voorschriften, zoals vermeld in artikel 12, wordt afgehandeld als een melding.

Artikel 12 Voorschriften grafbedekking en gedenkteken

  • 1.

    Een gedenkteken/ grafmonument op een particulier graf moet voldoen aan de volgende voorschriften:

    • a.

      het gedenkteken mag maximaal 2 meter lang en 1 meter breed zijn;

    • b.

      het gedenkteken mag maximaal 1,80 meter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn;

    • c.

      de liggende steen moet op palen gefundeerd zijn.

  • 2.

    Een gedenkteken/ grafmonument op een particulier urnengraf mag:

    • a.

      maximaal 60 x 60 centimeter lang en breed zijn;

    • b.

      maximaal 60 centimeter boven het aangrenzende maaiveld zichtbaar zijn.

  • 3.

    Een gedenkteken/ grafmonument op een algemeen graf mag:

    • a.

      slechts bestaan uit een staande steen;

    • b.

      maximaal 40 x 40 centimeter hoog en breed zijn;

    • c.

      slechts een door de gemeente vastgesteld standaard ontwerp en materiaal, waarop ruimte is voor de naam van de overledene, geboortedatum en datum van overlijden.

  • 4.

    Voor de gedenktekens/ grafmonumenten, als bedoeld in het eerste tot en met derde lid, geldt dat de onderdelen vast aan het gedenkteken moeten zijn verbonden.

  • 5.

    Het grafnummer moet op duurzame wijze in het gedenkteken/ monument worden aangebracht.

  • 6.

    Een grafmonument moet bestaan uit duurzaam en klimaatbestendig materiaal, zoals bijvoorbeeld natuursteen, metaal, keramiek, duurzame kunststoffen, duurzame houtsoorten en gehard glas met een minimale dikte van 2 cm.

  • 7.

    Het is verboden materialen te gebruiken die schade geven aan het milieu of gevaarlijk zijn voor bezoekers of medewerkers of personeel van de begraafplaats. Onder deze materialen worden onder meer verstaan: asbest en asbesthoudende materialen, niet gehard glas en alle materialen met scherpe randen of uitsteeksels.

  • 8.

    Het is verboden bodembedekking of strooibedekking, zoals grind en schelpen, op graven van één vierkante meter en kleiner te gebruiken. Op grotere graven is deze bedekking alleen toegestaan binnen een deugdelijke omranding van minimaal 10 cm hoogte en indien voorzien van een bodemplaat.

  • 9.

    Voor de plaatsing van een urn geldt dat:

    • a.

      als een urn blijvend zichtbaar op een graf wordt geplaatst, deze zodanig moet worden bevestigd of afgedekt dat verwijdering door onbevoegden wordt voorkomen;

    • b.

      een asbus geplaatst in een urnenmuur verplicht moet worden afgesloten met de daarvoor aanwezige natuurstenen afdekplaat;

    • c.

      het aanbrengen van een inscriptie op de afdekplaat, in opdracht van de gebruiker door een erkende steenhouwer moet worden uitgevoerd.

  • 10.

    De afmetingen van een particulier gedenkplaatje op een algemene gedenkplaats bedraagt: 10 centimeter lang x 15 centimeter breed. De tekst moet bij de begraafplaatsadministratie worden aangeleverd.

  • 11.

    De voorschriften voor de grafbedekking kunnen per themaveld verschillen. Van de voorschriften van het betreffende themaveld kan niet worden afgeweken.

  • 12.

    Voorafgaand aan plaatsing of verwijdering van grafbedekking of gedenkteken is melding bij en toestemming van de beheerder nodig over het tijdstip en wijze van plaatsing of verwijdering.

Artikel 13 Grafbeplanting

  • 1.

    De beplanting op een graf moet binnen de afmeting van het graf blijven en mag niet hoger worden dan de maximaal toegestane hoogte van 180 cm.

  • 2.

    Het is verboden sterk woekerende planten, zoals klimop en bamboe of planten die overlast geven bij het beheer door stekels en doornen, te plaatsen.

  • 3.

    Bij een urnennis mogen bloemen en planten uitsluitend geplaatst worden in de daarvoor bestemde bloemhouder naast de nis.

  • 4.

    Niet-blijvende beplanting op een graf die, naar het oordeel van de beheerder, in een verwaarloosde staat verkeert kan door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 5.

    Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende twaalf weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer deze het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende als deze daartoe tevoren een aanvraag heeft ingediend bij de beheerder.

  • 6.

    De beheerder is gerechtigd om te allen tijde, zonder toestemming van de eigenaar van de grafbedekking, overhangend groen van graven en beplanting die buiten en boven de toegestane maximale hoogte uitreikt, te snoeien of te verwijderen, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

Artikel 14 Onderhoud door rechthebbende/ gebruiker

  • 1.

    De rechthebbende of gebruiker is verplicht de grafbedekking op een graf op een behoorlijke wijze te (doen) onderhouden of te (doen) herstellen. Onder dit onderhoud wordt onder meer verstaan: het schoonmaken van het gedenkteken, het verven of vergulden van letters en andere figuraties op het gedenkteken, het verwijderen van spontaan opkomende kruiden of zaailingen en het uitvoeren van herstellingen van het gedenkteken en andere grafbedekkingen.

  • 2.

    Het afval dat vrij komt bij het onderhoud moet in de daarvoor aanwezige afvalbakken worden gedeponeerd.

Artikel 15 Grafkelder

  • 1.

    Bij het oprichten van een grafkelder geldt dat:

    • a.

      de grafuitgifte een veelvoud is van een aantal grafvakken;

    • b.

      de gebruikte materialen duurzaam moeten zijn;

    • c.

      de fundering en constructie veilig is;

    • d.

      de grafkelder om redenen van beheertechnische aard aanvaardbaar is, zulks ter beoordeling van de beheerder;

    • e.

      de grafkelder moet voldoet aan de voorschriften van het betreffende themaveld.

  • 2.

    Bij het begraven in (oude) grafkelders geldt dat:

    • a.

      dit beheertechnisch mogelijk moet zijn, onder andere gezien de kistafmetingen, zulks ter beoordeling van de beheerder;

    • b.

      de grafkelder waterdicht moet zijn;

    • c.

      de werkzaamheden veilig uit te voeren moeten zijn.

Artikel 16 Hardheidsclausule

Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het beheren en gebruiken van de gemeentelijke gedenkparken, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 17 Intrekking oude regeling

De Nadere regels voor graven, asbezorging en gedenkplaatsen 2011 en de Nadere regels voor grafbedekkingen 2011, beide zoals vastgesteld bij besluit van 23 augustus 2011, nummer 34.3, worden ingetrokken.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling gedenkparken gemeente Zutphen 2016.

 

Aldus besloten op 28 juni 2016.

Het college van burgemeester en wethouders,

De burgemeester, de secretaris,

Algemene toelichting  

Met de vaststelling van de Beheerverordening gedenkparken gemeente Zutphen 2016 heeft de raad de kaders gesteld waarin naast het nodige over het begraven en het bezorgen van as is bepaald, ook het beheer van de gedenkparken door het college is geregeld.

 

In de betreffende verordening zijn enkele bepalingen opgenomen waarin het college de bevoegdheid krijgt om nadere regels ter uitwerking van de verordening te stellen. Met het vaststellen van deze regeling geeft het college uitvoering aan die bevoegdheid.

 

Naast de verordening, de regeling moet het college uiteraard uitvoering geven aan de Wet op de lijkbezorging en overige geldende wet- en regelgeving op dit gebied.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven.

 

Artikel 2 Openstelling gedenkparken

In dit artikel is in het eerste lid de tijd van dagelijkse openstelling van de gedenkparken geregeld.

Voor het gedenkpark De Ooster wordt in het tweede lid bepaald dat het overgang pad naar het aangrenzende crematorium altijd toegankelijk is, dus ook voor zonsopgang en na zonsondergang.

 

Artikel 3 Tijden van begraven en asbezorging

In dit artikel worden de tijden van het begraven en het bezorgen van as bepaald. Van deze tijden kan niet worden afgeweken.

 

Artikel 4 Bestemming

Omdat het de bedoeling van het gemeentebestuur is om de plaats van begraven en het bezorgen van as niet meer te zien als een begraafplaats, maar meer als een gedenkpark, wordt met het eerste lid van dit artikel mogelijk gemaakt dat extensief recreatief medegebruik van de gedenkparken is toegestaan. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan rondleidingen.

Als men een evenement wil organiseren op de gedenkparken is uiteraard het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening hierop van toepassing (zo is het ook een bevoegdheid van de burgemeester om een evenementenvergunning al dan niet te verlenen). Voor de duidelijkheid is dit bepaald in het tweede lid van dit artikel. Uiteraard kan de gemeente, maar dan als eigenaar van het gedenkpark, bijvoorbeeld gebruiksregels opstellen.

 

Artikel 5 Gebruik van gebouwen en muziekinstallatie

Met dit artikel wordt beoogd om plechtigheden en het gebruik van gebouwen en muziekinstallatie ordelijk te doen verlopen. De kennisgeving voor het al dan niet gebruiken van de gebouwen en muziekinstallaties vindt bijna altijd gelijktijdig met de kennisgeving begraven plaats, vandaar dat hier dezelfde kennisgevingstermijn aangehouden is.

 

Artikel 6 Administratie

Dit artikel maakt duidelijk aan welke eisen de administratie moet voldoen en de toegankelijkheid ervan. Tevens wordt aangegeven aan welke voorwaarden moet worden voldaan bij wijziging van de NAW-gegevens van rechthebbenden, gebruikers en overige belanghebbenden. Het vragen naar een BSN is op grond van de geldende wet- en regelgeving niet toegestaan, maar het BSN kan via de Basisregistratie personen (BRP) eventueel wel gekoppeld worden aan de interne administratie.

 

Artikel 7 Ordemaatregelen

In dit artikel zijn nog enkele ordemaatregelen uitgewerkt, zoals er ook in de verordening enkele andere ordemaatregelen zijn bepaald (eveneens artikel 5). Anders dan bij de ordemaatregelen zoals die in de verordening zijn opgenomen is het bij de in het eerste en tweede lid van dit artikel opgenomen ordemaatregelen niet mogelijk om hiervan ontheffing te verlenen. Met betrekking tot de ordemaatregelen, zoals vermeld in het derde en vierde lid, is het aan de beheerder om al dan niet toestemming te verlenen.

 

Artikel 8 Aantal lijken in graven en asvoorzieningen

Dit artikel betreft een uitwerking van artikel 13 van de verordening.

 

Artikel 9 Categorieën (themavelden)

Dit artikel is een uitwerking van artikel15 van de verordening, waarin is bepaald dat het college bij nadere regels de algemene en particuliere graven kan onder verdelen in categorieën (themavelden).

In het tweede tot en met vierde lid van dit artikel zijn de themavelden op de verschillende gedenkparken benoemd.

 

Artikel 10 Reserveren van grafrechten

Dit artikel schept de mogelijkheid om een graf of een urnengraf te reserveren, zonder dat meteen tot begraven of asbijzetting moet worden overgegaan. De termijnen bedragen 10 en 20 jaar. Betaalde reserveringskosten worden niet geheel of gedeeltelijk terugbetaald.

 

Artikel 11 Vergunning of melding grafbedekking

Op grond van het eerste lid van dit artikel geldt in beginsel een vergunningplicht tot het plaatsen, aanbrengen of wijzigen van een gedenkteken op een graf of urnengraf. Een dergelijke vergunning moet worden aangevraagd door middel van een door het college vast te stellen aanvraagformulier.

Echter, als een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, wordt aangevraagd voor een themaveld dat geen vergunningstelsel heeft, en waarbij er wordt voldaan aan de voorschriften zoals vermeld in artikel 12 van deze regeling, geldt op grond van het tweede lid van dit artikel dat deze aanvraag om vergunning wordt afgehandeld als een melding. Dit in het kader van vereenvoudiging van regels en administratieve lastenverlichting.

 

Artikel 12 Voorschriften grafbedekking en gedenkteken

Dit artikel betreft een uitwerking van artikel 21, derde en vierde lid van de verordening, waarin is bepaald dat het college nadere regels kan vaststellen voor grafbedekkingen en gedenktekens. Dit artikel behoeft verder geen nadere toelichting.

 

Artikel 13 Grafbeplanting

Dit artikel is een uitwerking van artikel 25 van de verordening. Daarin is bepaald dat het college nadere regels kan stellen over de aard, de afmetingen, de wijze van aanbrengen en het onderhoud van grafbeplanting. Dit artikel behoeft verder geen nadere toelichting.

 

Artikel 14 Onderhoud door rechthebbende/ gebruiker

Dit artikel bepaalt dat de rechthebbende of gebruiker verplicht is de grafbedekking op een graf op een behoorlijke wijze te (doen) onderhouden of te (doen) herstellen. Het eerste lid bepaalt wat onder meer onder dit onderhoud moet worden verstaan.

Op grond van het tweede lid wordt erin voorzien dat het hierbij vrijkomende afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor aanwezige afvalbakken.

 

Artikel 15 Grafkelder

In dit artikel worden de regels gesteld voor het oprichten van een grafkelder, alsmede voor het begraven in (oude) grafkelders.

 

Artikel 16 Hardheidsclausule

Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het begraven en het bezorgen van as, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de regeling. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.

 

Artikel 17 Intrekking oude regeling

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 18 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 19 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.