Organisatie | Arnhem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bankreglement Stadsbank 2008 |
Citeertitel | Bankreglement Stadsbank 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Dit reglement vervangt het bankreglement Stadsbank 2006.
Dit reglement is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Gelderland op 26 februari 2008.
Wet financieel toezicht, artikel 4:37, eerste lid
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-03-2008 | 25-10-2016 | nieuwe regeling | 15-01-2008 Arnhemse Koerier 12 maart 2008 | B&W 2007-04-01320 |
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Voor de toepassing van het bij of krachtens dit reglement bepaalde wordt verstaan onder:
gemeente waarmee de Bank een regeling heeft getroffen betreffende de dienstverlening aan haar inwoners;
de directeur van de dienst Inwonerszaken van de gemeente Arnhem;
de gemeentelijke Kredietbank Arnhem, genaamd Stadsbank Arnhem, als onderdeel van de dienst Inwonerszaken, van de gemeente Arnhem, gevestigd te Arnhem, in deze kantoorhoudende aan de Eusebiusbuitensingel 50 ( 6828 HZ);
een regel waarbij nadere invulling wordt gegeven aan de eisen van de Wet en het Besluit, niet zijnde een beleidsregel als bedoeld in artikel 1.3 lid 4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;
het beheren van het inkomen van een natuurlijke persoon door het openen van een rekening bij de Bank gericht op een zelfstandig financieel beheer;
het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Arnhem;
krediet, niet zijnde hypothecair krediet, starterskrediet of onderhoudskrediet;
de directeur van de Bank handelend krachtens mandaat van het College of volmacht;
het aanbieden of bemiddelen ter zake van een financieel product;
het verlenen van diensten als bedoeld in de wet, zijnde:
de niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelende natuurlijke persoon waaraan de Bank een financiële dienst verleent of aan wie zij voornemens is een financiële dienst te verlenen;
het aan de kredietnemer ter beschikking stellen van een geldsom, waarbij de kredietnemer gehouden is ter zake een of meer betalingen te verrichten;
de niet in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf handelde natuurlijke persoon waarmee de Bank een overeenkomst tot kredietverlening sluit;
de overeenkomst waarbij de kredietgever aan de kredietnemer een geldsom ter beschikking stelt en waarbij de kredietnemer gehouden is ter zake een of meer betalingen te verrichten;
een overeenkomst inzake een financiële dienst of financieel product tussen de Bank en een klant die wordt gesloten in het kader van een door de Bank georganiseerd systeem voor de verkoop of dienstverrichting op afstand, waarbij tot en met de totstandkoming van deze overeenkomst gebruik wordt gemaakt van een of meer technieken voor communicatie op afstand;
de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te 2512 HE Den Haag aan het Westeinde 40;
het toezicht als bedoeld in artikel 4:37 lid 3 van de wet;
Hoofdstuk III Financiële Dienstverlening
De artikelen 7 tot en met 16 zijn alleen van toepassing op financiële diensten en financiële producten waarop de wet van toepassing is.
Artikel 10 Zorgvuldige dienstverlening
de Bank draagt er zorg voor dat de door of namens haar verstrekte of beschikbaar gestelde informatie ter zake van een financieel product of financiële dienst, waaronder reclame-uitingen, geen afbreuk doet aan de bij of krachtens de wet aan de klant te verstrekken of beschikbaar te stellen informatie;
de bank verstrekt de klant gedurende de looptijd van een overeenkomst inzake een financieel product of een financiële dienst tijdig informatie over wezenlijke wijzigingen in de informatie bedoeld in het derde lid van dit artikel, voor zover deze informatie redelijkerwijs relevant is voor de klant dan wel informatie over bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere onderwerpen;
Paragraaf 1 Inleidende bepalingen
de Bank kan, krachtens mandaat als bedoeld in lid 1 van dit artikel, kredieten verstrekken aan inwoners van de eigen gemeente, aan inwoners van een gemeente waarmee een overeenkomst is gesloten of aan inwoners van gemeenten waar geen voorziening op het terrein van sociale kredietverlening aanwezig is.
Paragraaf 3 Kredietovereenkomst
Artikel 25 Ter beschikkingstelling van het kredietbedrag
indien de ter beschikkingstelling als bedoeld in lid 1 sub a of b of de opname als bedoeld in lid 1 sub c van dit artikel op onjuiste wijze plaatsvindt en dit geheel of in overwegende mate te wijten is aan onregelmatigheden aan de kant van de kredietnemer, is dit geheel voor rekening en risico van de kredietnemer.
Artikel 26 Algemene voorwaarden
een en ander onverminderd het recht van de kredietnemer tot het leveren van tegenbewijs;
Artikel 27 Zakelijke of persoonlijke zekerheid
Indien omstandigheden met betrekking tot de kredietnemer dan wel het doel van de kredietverlening dit rechtvaardigen, kan de Bank verlangen dat zakelijke of persoonlijke zekerheid wordt gesteld.
Artikel 31 Kredietvergoeding niet doorlopend krediet
Indien een krediet met een van tevoren vastgelegde kredietsom is overeengekomen kunnen door de Bank vergoedingen in rekening worden gebracht:
Artikel 32 Kredietvergoeding doorlopend krediet
indien een krediet met een van tevoren vastgestelde kredietlimiet is overeengekomen kunnen door de Bank vergoedingen in rekening worden gebracht:
De Bank is bevoegd het krediet vervroegd op te eisen indien:
de kredietnemer aan de Bank, met het oog op het aangaan van de kredietovereenkomst, bewust onjuiste inlichtingen heeft verstrekt van dien aard, dat de Bank de kredietovereenkomst geheel niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben aangegaan indien de Bank de juiste stand van zaken bekend zou zijn geweest.
Artikel 35 Kwijtschelding bij overlijden
indien de eerste kredietnemer overlijdt, zullen de, op de datum van overlijden, overeenkomstig het bij de kredietovereenkomst vastgestelde aflossingsplan, nog niet verschenen aflossingen worden kwijtgescholden tot een maximumbedrag van euro 9.000,--, tenzij anders is overeengekomen. Bij kwijtschelding vindt geen restitutie van kredietvergoeding en vooruitbetaalde termijnen plaats. Het overlijden moet worden aangetoond door overlegging aan de Bank van een afschrift of uittreksel van de overlijdensakte, afgegeven door een ambtenaar van de burgerlijke stand. Het genoemde maximumbedrag kan bij beslissing van het College in verband met geldontwaarding worden gewijzigd. Een aldus vastgesteld bedrag treedt in de plaats van het in dit lid genoemde maximumbedrag.
indien een beroep wordt gedaan op kwijtschelding kan, indien de aanvrager binnen een periode van zes maanden na het afsluiten van de kredietovereenkomst is overleden, een medische verklaring verlangd dat betrokkenen niet overleden is ten gevolge van een ziekte waaraan hij reeds leed ten tijde van het afsluiten van de kredietovereenkomst.
Indien een klant zich niet kan verenigen met de inhoud van een beslissing die betrekking heeft op een kredietverstrekking of een aanvraag hiertoe, kan hij:
indien de directeur niet tot heroverweging overgaat, of na heroverweging afwijzend beslist heeft, schriftelijk bezwaar aantekenen bij de algemeen directeur. Dit bezwaar dient binnen dertig dagen nadat de beslissing van de directeur ter kennis is gekomen van de klant, met redenen omkleed te zijn ingediend. De algemeen directeur beslist binnen dertig dagen nadat het bezwaar te zijner kennis is gekomen;