Regeling dienstreizen/woon-werkverkeer gemeente Marum 2016

Regeling dienstreizen/woon-werkverkeer gemeente Marum 2016

Artikel 1 Algemene bepalingen

• 1

  Naar de regels van deze regeling wordt vergoeding verleend van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen binnen Nederland.

• 2

  Voor vergoeding van reis- en verblijfkosten in verband met dienstreizen naar het buitenland neemt het college in voorkomend geval een afzonderlijke beslissing.

• 3

  Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen voor de in het eerste en tweede lid bedoelde kosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop ingevolge deze regeling aanspraak bestaat.

   

Artikel 2 Begripsomschrijving

In dit besluit wordt verstaan onder:

• a

  betrokkene: de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO 2016 van de gemeente Marum;

• b

  standplaats: de gemeente of met name bekende afzonderlijk liggend deel van de gemeente waar de plaats van tewerkstelling van betrokkene is gelegen;

• c

  plaats van tewerkstelling: het gebouw, gebouwencomplex of terrein van waaruit de betrokkene naar het oordeel van het college gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht;

• d

  dienstreis: een door de ambtenaar ondernomen reis in het belang van de dienst, waarvoor toestemming is verleend door of namens burgemeester en wethouders;

• e

  woon-werkverkeer: de noodzakelijk af te leggen afstand tussen de woon- en werkplaats van betrokkene, uitgaande van de kortste route.

   

Artikel 3 Reiskosten dienstreizen

• 1

  Het reizen per openbaar vervoer wordt vergoed tegen het tarief tweede klasse, na overlegging van het vervoersbewijs.

• 2

  Bij gebruik van de eigen auto voor een dienstreis die in zijn totaliteit minder dan 200 kilometer bedraagt, bedraagt de vergoeding € 0,37 bruto per kilometer.

• 3

  Bij gebruik van de eigen auto voor een dienstreis die in zijn totaliteit meer dan 200 kilometer bedraagt, bedraagt de vergoeding € 0,37 bruto per kilometer voor de eerste 200 kilometers. De vergoeding voor de overige kilometers bedraagt € 0,09 netto per kilometer.

• 4

  De daadwerkelijk verreden kilometers worden vergoed, uitgaande van de kortste route.

• 5

  Parkeer-, tol- en veergelden worden na overlegging van de betreffende betalingsbewijzen volledig vergoed.

• 6

  De naar oordeel van burgemeester en wethouders te maken redelijke verblijfskosten worden vergoed na overlegging van de betreffende betalingsbewijzen waarbij als maximum geldt de vergoedingen genoemd in artikel 5 van de Reisregeling binnenland.

   

Artikel 4 Begin en einde van de dienstreizen

• 1

  Voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten geldt dat de plaats van de tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

• 2

  In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de betrokkene of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heenreis of de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

   

Artikel 5 Reiskosten woon-werkverkeer

• 1

  Er wordt geen tegemoetkoming verleend in de reiskosten woon-werkverkeer aan ambtenaren in vaste dienst bij de gemeente Marum.

• 2

  Voor ambtenaren in tijdelijke dienst geldt een vergoeding van de kosten van openbaar vervoer naar de laagste klasse.

• 3

  Voor ambtenaren in tijdelijke dienst die gebruik maken van een eigen auto geldt een vergoeding van € 0,09 per kilometer.

• 4

  Indien van derden een vergoeding wordt ontvangen voor de in het tweede en derde lid bedoelde kosten, wordt deze in mindering gebracht op de vergoeding waarop ingevolge deze regeling aanspraak bestaat.

   

Artikel 7 Reisdeclaraties

• 1

  Het declareren van reis- en verblijfkosten en kosten woon-werkverkeer geschiedt op een door het college voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.

• 2

  Uitbetaling vindt plaats met de eerstvolgende salarisbetaling.

• 3

  Geen aanspraak op een tegemoetkoming in reis- en verblijfkosten bestaat indien de declaratie niet binnen drie maanden is ingediend. In bijzondere omstandigheden naar oordeel van burgemeester en wethouders kan hiervan worden afgeweken.

   

Artikel 8 Verzekering

• 1

  Indien de ambtenaar gebruik maakt van zijn eigen auto voor het maken van een dienstreis moet dit voertuig all risk verzekerd zijn.

• 2

  In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan worden volstaan met een WA-verzekering, indien de dagwaarde van het te verzekeren voertuig lager ligt dan de nominale premie van een all risk verzekering.

• 3

  In de voorwaarden bij de verzekering moet eventuele aansprakelijkheid van de gemeente Marum als werkgever bij schade aan derden zijn afgedekt.

• 4

  De ambtenaar verklaart schriftelijk dat het door hem te gebruiken voertuig is verzekerd overeenkomstig lid 1 of 2.

   

Artikel 9 Hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze regeling niet of niet voldoende voorziet, beslissen burgemeester en wethouders van de gemeente Marum.

Artikel 10 Slotbepaling

• 1

  Deze regeling kan worden aangehaald als Regeling dienstreizen gemeente Marum 2016.

• 2

  Deze regeling treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2016. Met ingang van deze datum wordt ingetrokken de Uitvoeringsregeling voor het toekennen van een tegemoetkoming voor reiskosten aan ambtenaren in dienst van de gemeente Marum, vastgesteld op 7 april 1998.

   

  Marum, 11 oktober 2016

   

  Burgemeester en wethouders van de gemeente Marum,

  de secretaris, de burgemeester,

   

   

  (J.A. Jellema) (H. Kosmeijer)