Organisatie | Oegstgeest |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement van orde voor de raadsvergaderingen en de commissies van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest 2016 |
Citeertitel | Reglement van orde voor de raadsvergaderingen en commissies van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling heeft de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Deze regeling vervangt het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad 2013.
Deze regeling vervangt de Verordening op de raadscommissies 2012.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-10-2016 | 15-11-2019 | nieuwe regeling | 29-09-2016 | Z-15/11737 |
De raad van de gemeente Oegstgeest;
gelezen het voorstel van het presidium, nr. Z-15/11737 van 1 september 2016;
gehoord het advies van de commissie Burger van 13 september 2016;
gelet op het bepaalde in artikelen 16, 82, 83, 84, 86 van de Gemeentewet;
vast te stellen het Reglement van orde voor de raadsvergaderingen en de commissies van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest 2016
De gemeenteraad heeft een proces doorlopen om de besturing van de gemeente Oegstgeest verder te professionaliseren. Een van de doelen is de raad in zijn kaderstellende, volksvertegenwoordigende en controlerende rol te versterken. Daarbij is ingegaan op zowel het versterken van het samenspel tussen raad en college als op de organisatorische randvoorwaarden voor adequate bestuurlijke informatievoorziening. Ook is ingegaan op de versterking van de kwaliteit van de volksvertegenwoordigende rol van de gemeenteraad, waarbij de ontwikkeling is om meer ruimte en aandacht te geven aan beeldvorming. Daarom heeft de gemeenteraad besloten tot de invoering van een type vergadermodel, het BOB-model (Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming) waarbij meer aandacht kan worden gegeven aan informatie door burgers, inwoners, organisaties, instellingen, bedrijven, naast de informatie die door het college van burgemeester en wethouders wordt geleverd. De gedachte is dat informatie aan de voorkant van beleidsprocessen zorgt voor een kwalitatief betere besluitvorming. De uitwerking van het BOB-model is als volgt:
Bij Beeldvorming gaat het om het verkrijgen van een goed inzicht in de situatie. Het gaat dan om het afbakenen van het vraagstuk, inzicht krijgen in de inhoudelijke problematiek en oplossingsrichtingen, maar ook om het verkrijgen van inzichten van derden. Aandacht geven aan deze punten voorkomt dat al te snel een (politiek) oordeel wordt geveld en bevordert dat alle beschikbare informatie zorgvuldig wordt meegenomen en meegewogen. Beeldvorming is een belangrijke fase voor de burgers, inwoners, organisaties, instellingen, bedrijvenen is mede bedoeld om hen intensiever bij het lokale bestuur te betrekken.
Oordeelsvorming is gericht op het formuleren van een politiek standpunt op grond van argumenten en de weging daarvan. De volgende werkvormen dragen hieraan bij: debat gericht op oordeelsvorming – discussie om argumenten te delen, waarbij de deelnemers luisteren naar de argumenten van anderen, en de overtuigingskracht van de eigen argumenten en die van anderen toetsen. Deelnemers benoemen de positieve elementen in het standpunt van anderen en geven aan hoe negatieve elementen voorkomen kunnen worden.
De fase van Besluitvorming is gericht op het formuleren van in ieder geval een meerderheidsstandpunt (en eventueel consensus) op basis van argumentatie of onderhandeling. De deelnemers trachten tot een gezamenlijk standpunt te komen en spreken dit uit, eventueel met gebruikmaking van meerderheids‐ en minderheidsstandpunten.
Een aantal zaken van het besturingsmodel, zoals bijvoorbeeld het BOB-model, is verwerkt in voorliggend reglement van orde.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Raadsfractie: leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij aanvang van de zitting als één raadsfractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één raadslid verkozen, dan wordt dit raadslid als een afzonderlijke raadsfractie beschouwd;
Steunfractielid: vertegenwoordiger van een in de raad vertegenwoordigde groepering die de raadsleden van die groepering ondersteunt bij hun werkzaamheden bijvoorbeeld door deelname aan commissies. Een steunfractielid is een meerderjarige ingezetene van de gemeente Oegstgeest en wordt door de raad benoemd op voordracht van een fractie;
Artikel 3 Vergaderdata raadsvergaderingen en commissievergaderingen
De vergaderingen van de raadscommissies starten om 20.00 uur -tenzij anders wordt bepaald- en vinden plaats in de raadzaal of trouwzaal van het gemeentehuis. De raadsvergaderingen eindigen om uiterlijk 23.00 uur. De commissies eindigen om uiterlijk 23.30 uur. Indien op dat tijdstip een agendapunt in behandeling is, wordt de beraadslaging en besluitvorming daarover zo spoedig mogelijk afgerond. Aansluitend inventariseert de voorzitter over welke nog niet behandelde agendapunten de aanwezige leden het woord wensen te voeren. Agendapunten waarover geen enkel aanwezig lid het woord wenst te voeren, worden vervolgens, bij hamerslag van de voorzitter, als hamerstuk aangemerkt. De agendapunten ten aanzien waarvan een of meer van de aanwezige leden te kennen hebben gegeven het woord te willen voeren, worden aangehouden tot een volgende commissievergadering, tenzij de commissie terstond een andere datum voor de beraadslaging en besluitvorming over de overgebleven agendapunten vaststelt of andere gronden zich daartegen verzetten.
Paragraaf 1 Samenstelling raad
Artikel 9 Benoeming wethouders
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie bestaande uit drie raadsleden in. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste, derde en vierde lid en 41, eerste lid van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren. Indien een fractie gedurende een raadsperiode besluit van naamsaanduiding te veranderen geldt lid 5.
Zowel de voorzitter van de raad als de raad - de raad slechts, indien daartoe bij voorstel van orde wordt verzocht en besloten – kunnen besluiten tot:
Artikel 17 Spreekrecht burgers
Na de opening van de vergadering kunnen aanwezige burgers gezamenlijk gedurende maximaal dertig minuten het woord voeren over uitsluitend geagendeerde onderwerpen, mits het betreffende onderwerp niet geagendeerd is geweest in een openbare vergadering. Uitzondering hierop is een onderwerp dat geagendeerd is geweest in een openbare vergadering, maar dat na die vergadering het besluit ingrijpend is gewijzigd naar het oordeel van het presidium.
Artikel 18 Beraadslaging in termijnen
Tenzij de raad anders bepaalt geschiedt de beraadslaging over onderwerpen of voorstellen in ten hoogste twee termijnen. De beraadslaging in termijnen is niet van toepassing voor de beeldvormende en oordeelsvormende commissies.
Artikel 19 Beraadslaging - Het voeren van het woord
De volgorde wordt doorbroken wanneer een raadslid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter van de raad verleent aan dat raadslid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter van de raad verlof te hebben gekregen.
Artikel 21 Handhaving orde en schorsing
Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel op andere wijze de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter van de raad tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter van de raad de raad voorstellen hem gedurende de vergadering, over het aanhangige onderwerp het woord te ontzeggen.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag kort toelichten.
Artikel 24 Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing nog herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt wel aantekening vragen dat hij zich heeft vergist; in de uitslag van de stemming brengt dit echter geen verandering.
Artikel 26 Stemming over personen
Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.
Artikel 27 Herstemming over personen
Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.
Artikel 28 Staking van stemmen over personen
Indien de stemmen staken bij een herstemming of een tussenstemming als bedoeld in artikel 21, beslist terstond het lot. De griffier schrijft daartoe de namen van hen, tussen wie de loting plaatsvindt, op briefjes van dezelfde grootte en kleur, welke hij op dezelfde wijze gevouwen in de daartoe bestemde bus doet, waarna de voorzitter van de raad één van de briefjes daaruit neemt.
Paragraaf 6 Bevoegdheden en instrumenten raadsleden
Artikel 32 Amendementen en subamendementen
Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die ingediend zijn door leden van de raad die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.
Artikel 34 Initiatiefvoorstellen
Deze voorstellen worden, nadat het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid is gesteld wensen en bedenkingen te uiten, op de agenda van de eerstvolgende of daaropvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.
Artikel 35 Inspraak en Uitspraak
Op de agenda van elke raadsvergadering wordt het punt Inspraak en Uitspraak voor raadsleden opgenomen. Hiervoor is per vergadering maximaal 20 minuten beschikbaar. Indien vragen door gebrek aan tijd niet kunnen worden beantwoord, zal de beantwoording binnen een week schriftelijk plaatsvinden. De beantwoording is openbaar. Het raadslid dat vragen wil stellen, meldt dit -onder vermelding van de vraag- uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffier.
Het agendapunt "Inspraak en Uitspraak" is bedoeld voor het aan het college en/of de burgemeester stellen van vragen met een actueel karakter welke vragen zich lenen voor directe en korte beantwoording. In dit kader dienen zowel het stellen van een vraag als het geven van het antwoord niet langer dan één minuut elk te duren.
Artikel 37 Schriftelijke vragen
Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd in het door de griffier geleverde format. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Indien sprake is van vragen waarvan moet worden aangenomen dat ofwel de vragen ofwel de beantwoording ervan vertrouwelijke informatie bevat zal openbaarmaking achterwege blijven.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 21 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan, via de griffier, gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. De termijn van beantwoording bedraagt maximaal 21 dagen.
De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door burgemeester en wethouders gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.
Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 21 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de vragensteller hiervan, via de griffier, gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. De termijn van beantwoording bedraagt maximaal 21 dagen.
Paragraaf 7 Lidmaatschap van een Gemeenschappelijke Regeling
Artikel 42 Lidmaatschap van een Gemeenschappelijke Regeling
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de raad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur of dagelijks bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Gemeentewet gemeenschappelijke regelingen, doet schriftelijk verslag over zaken die in het algemeen of dagelijks bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Het verslag wordt zo spoedig mogelijk gestuurd aan de griffier. Het presidium agendeert de verslagen in de eerstvolgende commissie- dan wel raadsvergadering. Nadere bespreking van dit verslag kan de voorzitter van de raad verwijzen naar de oordeelsvormende commissie.
Hoofdstuk III Vergadering beeldvormende en oordeelsvormende commissies en commissie Audit
Paragraaf 1 Taken en samenstelling
De raad kan op voorstel van de desbetreffende fracties steunfractieleden benoemen. Iedere fractie in de raad heeft het recht maximaal drie steunfractieleden te doen benoemen. De kandidaat-steunfractieleden dienen te voldoen aan de eisen van het lidmaatschap van de raad. De artikelen 15 en 28 van de Gemeentewet zijn op de steunfractieleden van overeenkomstige toepassing. Het door de raad benoemde steunfractielid ontvangt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissies conform het bepaalde in de Verordening geldelijke voorzieningen raads- en commissieleden. Alle bepalingen die van toepassing zijn op de leden van de commissies zijn van overeenkomstige toepassing op steunfractieleden.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de steunfractieleden in handen van de voorzitter de volgende eed (verklaring en belofte) af: "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot steunfractielid benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als steunfractielid naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" (Dat verklaar en beloof ik!")
Indien het in lid 1 vermelde aantal leden niet aanwezig is, belegt de voorzitter van de commissie een nieuwe vergadering, die kan worden gehouden ongeacht het aantal opgekomen leden; in deze vergadering worden geen punten behandeld die niet in de oproep voor de eerste vergadering vermeld zijn geweest.
Artikel 51 Het voeren van het woord
De volgorde wordt verbroken wanneer een raadslid of steunfractielid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter verleent aan dat raadslid of steunfractielid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter verlof te hebben gekregen.
Hoofdstuk IV Besloten vergaderingen van commissies
Artikel 56 Opheffen geheimhouding
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Artikel 58 Toepassing reglement
In de gevallen, waarin dit reglement niet voorziet of wanneer een artikel voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de raad.
Dit reglement kan worden aangehaald als: “Reglement van orde voor de raadsvergaderingen en de commissies van de gemeenteraad van de gemeente Oegstgeest 2016”.