Organisatie | Utrecht (Utr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Verhaal Wet werk en bijstand van de gemeente Utrecht |
Citeertitel | Beleidsregels Verhaal Wet werk en bijstand van de gemeente Utrecht |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | sociale zaken |
Geen.
1.Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 30-10-2007 Gemeenteblad van Utrecht 2008, nr. 17 | Besluit college van B&W van 30 oktober 2007 |
Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst
Beleidsregels Verhaal Wet werk en bijstand van de gemeente Utrecht(b. en w.-besluit van 30 oktober 2007)
Het college van burgemeester en wethouders;
BELEIDSREGELS Verhaal Wet werk en bijstand van de gemeente Utrecht
Overige grondslagen voor het bijstandsverhaal
3.De uitvoering van het bijstandsverhaal wordt mede bepaald door:
4.Het college maakt gebruik van de bevoegdheid tot het verhalen van kosten van bijstand:
d.op degene aan wie de persoon die bijstand ontvangt of heeft ontvangen een schenking heeft gedaan voor zover bij het besluit op de bijstandsaanvraag met de geschonken middelen rekening zou zijn gehouden indien de schenking niet had plaatsgevonden, tenzij gelet op alle omstandigheden aannemelijk is dat de schenker ten tijde van de schenking de noodzaak van bijstandsverlening redelijkerwijs niet heeft kunnen voorzien;
e.op de nalatenschap van de persoon indien:
1° aan die persoon ten onrechte bijstand is verleend indien sprake is van een situatie als beschreven in de beleidsregels terugvordering 4 onder a en e en voorzover voor het overlijden nog geen terugvordering heeft plaatsgevonden;
2° bijstand is verleend in de vorm van geldlening of als gevolg van borgtocht.
Afzien opleggen verhaalsbijdrage
8.Het college ziet af van het opleggen van een verhaalsbijdrage indien:
9.Het college kan kwijtschelding verlenen van opgelegde betalingsverplichtingen in verband met bijstandsverhaal.
Kwijtschelding vindt alleen plaats:
a. Indien een onderhoudsplichtige is toegelaten tot het gerechtelijke traject van een schuldsanering in het kader van de WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) wordt hij/zij geacht gedurende de looptijd ervan geen draagkracht te hebben voor de nakoming van een onderhoudsbijdrage.
De vordering in verband met bijstandsverhaal tot de datum van toelating tot een schuldsanering in het kader van de WSNP wordt ingebracht in de schuldsanering. Hierbij beroept de gemeente zich op de wettelijke bevoorrechting die aan vorderingen in verband met bijstandsverhaal is toegekend.
11.Een minnelijk voorstel tot schuldsanering wordt alleen in overweging genomen als de schuldsanering tot stand komt door tussenkomst van een door de NVVK (Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet) erkende instelling.
BEOORDELING VAN MATE VAN ONDERHOUDSPLICHT
12.Beoordeling onderhoudsplicht
Bij de beoordeling van het bestaan van het verhaalsrecht als bedoeld in beleidsregel 4 onder a, b en c en de omvang van het te verhalen bedrag wordt rekening gehouden met de maatstaven die gelden en de omstandigheden die van belang zijn in het geval dat de rechter dient te beslissen over de vraag of en, zo ja, tot welk bedrag een uitkering tot levensonderhoud na echtscheiding, scheiding van tafel en bed of ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed zou moeten worden toegekend.
VERHALEN VAN RECHTERLIJKE UITSPRAAK BETREFFENDE LEVENSONDERHOUD
13.Verhaal op grond van rechterlijke uitspraak
Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO)
14.Met inachtneming van het recht van de bijstandscliënt om zelf de inning van alimentatie over te dragen aan het LBIO, vindt inning van alimentatieverplichtingen bij onderhoudsplichtigen, voorzover niet vrijwillig door deze onderhoudsplichtigen aan de betalingsverplichting wordt voldaan, plaats volgens beleidsregel 13.
HERZIENING BESCHIKKING RECHTBANK
Verhaalsbijdrage in aanvulling op een door de rechter vastgestelde onderhoudsbijdrage (alimentatiebeschikking)
Wijziging door de rechter vastgestelde verhaalsbijdrage
22.Het door de rechter vastgestelde verhaalsbedrag kan worden gewijzigd op grond van gewijzigde omstandigheden dan wel als blijkt dat het verhaalsbedrag niet (meer) voldoet aan de wettelijke maatstaven.
Onderzoek naar incassomogelijkheden
24.Indien de onderhoudsplichtige niet vrijwillig volledig aan de opgelegde betalingsverplichting voldoet zal voortdurend onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden tot gedwongen incasso. Hiertoe zal ook informatie bij derden worden ingewonnen voorzover daartoe wettelijk de bevoegdheid aanwezig is.
25.Voor betaling van de opgelegde betalingsverplichting verzendt het college in beginsel maandelijks acceptgirokaarten. Verzending vindt plaats steeds aan het einde van de betreffende maand. Betaling vindt achteraf plaats. Het niet ontvangen van acceptgirokaarten ontslaat belanghebbende niet van de verplichting tot betalen.
Als de omstandigheden van belanghebbende daartoe de mogelijkheid bieden zal inning van betalingsverplichting zoals bedoeld in het vorige lid plaatsvinden door middel van vereenvoudigd derdenbeslag onder de werkgever van belanghebbende, overeenkomstig de artikelen 479b tot en met 479g, behoudens artikel 479e, tweede lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waartoe de gemeente wettelijk de bevoegdheid is toegekend.
28.De bevoegdheid van het college tot het beslissen in zaken betreffende bijstandsverhaal en het besluiten tot het instellen van verhaal in rechte, alsmede de bevoegdheid van de burgemeester in verband met de vertegenwoordiging in procedures in rechte is gemandateerd aan ambtenaren.
Inwerkingtreding en werkingsduur
29.Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 januari 2008.
Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht op 30 oktober 2007.
De secretaris, De burgemeester,
Drs. J. Schuilenburg Mr. A.H. Brouwer-Korf
Bekendmaking is geschied op 12 maart 2008.
Deze beleidsregels zijn in werking getreden op 1 januari 2008.
BIJLAGE BEHOREND BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2008, NR. 17
TOELICHTING BELEIDSREGELS VERHAAL WET WERK EN BIJSTAND
Met ingang van 1 januari 2004 is de Algemene bijstandswet (Abw) vervangen door de Wet Werk en Bijstand (WWB).
De artikelen 56, 61 en 62 WWB, betreffende kinderalimentatie en bijstandsverhaal, zijn daarbij niet in werking getreden in afwachting van de invoering van een gewijzigd kinderalimentatiestelsel.
In artikel 13 Invoeringswet Wet werk en bijstand is bepaald dat kosten van bijstand vooralsnog door de gemeente kunnen worden blijven verhaald in de gevallen en overeenkomstig de regels aangegeven in de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met artikel 105 en artikel 141 van de Algemene bijstandswet.
De verplichting tot bijstandsverhaal uit de Algemene bijstandswet is daarbij een bevoegdheid van de gemeente geworden.
Nu het bijstandsverhaal een bevoegdheid van de gemeente is geworden, is het noodzakelijk om in beleidsregels te beschrijven op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan deze bevoegdheid.
Uit jurisprudentie blijkt dat de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels toekomt aan College van Burgemeester en wethouders.
De inhoud van deze beleidsregels betreffen een weergave van de huidige uitvoeringspraktijk op hoofdlijnen. Deze uitvoeringspraktijk is vooralsnog dezelfde als in het verleden reeds werd toegepast.
De opzet van deze beleidsregels volgt in beginsel de volgorde van de formele wetsartikelen en de ministeriele circulaires terzake.
De herziening van het kinderalimentatiestelsel is definitief van de baan. Op termijn zullen de verhaalsartikelen uit de Algemene bijstandswet worden opgenomen in de Wet werk en bijstand.
Op dit moment is de bij het parlement in behandeling het voorstel van wet ‘Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’.
Deze nieuwe wetgeving zal naar verwachting gevolgen hebben voor de nakoming van onderhoudsverplichting en het daarmee samenhangende bijstandsverhaal door de gemeente.
Als over deze ontwikkelingen meer duidelijkheid bestaat zal een heroverweging van het beleid op de uitvoering van het bijstandsverhaal plaatsvinden.