Organisatie | Papendrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Papendrecht 2015 |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Papendrecht 2015 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | Nieuwe regeling | 12-11-2015 | Onbekend |
De raad van de gemeente Papendrecht;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 oktober 2015;
gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;
gezien het advies van de commissie Algemene Bestuurlijke en financiële Zaken;
besluit vast te stellen de Financiële verordening gemeente Papendrecht 2015:
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uitzettingen van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen het op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Het college informeert de raad als het verwacht dat de lasten de geautoriseerde lasten of de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden of de baten de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft vervolgens aan of het hiervoor een voorstel wenst van het college voor wijziging van het budget of een voorstel wenst van het college voor bijstelling van het beleid.
Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het vaststellen van een investeringskrediet aan de raad voor. Bij investeringen groter dan € 1.000.000 informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.
Uitgangspunt bij het uitvoeren van investeringskredieten is dat deze binnen twee jaar na autorisatie afgewikkeld moeten zijn. Kredieten die na beschikbaarstelling door de raad, per ultimo van het begrotingsjaar ouder zijn dan twee jaar, worden niet voor verdere uitvoering in het volgend begrotingsjaar in stand gehouden. Indien een krediet in afwijking op deze regel in stand dient te worden gehouden, kan het college hiertoe aan de raad zo snel mogelijk na afloop van het begrotingsjaar een onderbouwd voorstel doen.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 9. Waardering en afschrijving vaste activa
Het college is verantwoordelijk voor een nota waarderen en afschrijven vaste activa. Regels omtrent de waardering en afschrijving vaste activa zijn in deze nota afzonderlijk en gedetailleerd vastgelegd. De raad stelt de nota vast. Het college beoordeelt tenminste iedere 4 jaar of er aanleiding is deze nota actualiseren en stemt dit af met de Begeleidingscommissie Accountants (BCA).
Artikel 12. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen en diensten van de gemeente, wordt een systeem van integrale kostendoorberekening gehanteerd. Bij de kostenberekening worden naast de directe kosten de indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten of geleverde goederen.
Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele omzetbelasting (BTW) en de kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Deze rente is een vergoeding voor de inzet van vreemd vermogen en van eigen vermogen. De rentepercentages voor deze vergoeding worden bij de behandeling van de begroting vastgesteld.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Het college past bij economische activiteiten de gedragregels volgend uit de Wet Markt en Overheid toe. De raad neemt indien nodig een besluit als er uit oogpunt van publiek belang wordt afgeweken van de gedragsregels tot integrale kostendoorberekening.
Artikel 15. Financieringsfunctie
Het college heeft regels ter uitvoering van de financieringsfunctie alsmede regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vastgelegd in een financieringsstatuut. De raad stelt het financieringsstatuut vast. Het college beoordeelt tenminste iedere 4 jaar of er aanleiding is het statuut te actualiseren en stemt dit af met de Begeleidingscommissie Accountants (BCA).
In de paragraaf lokale heffingen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen van artikel 10 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en voorschriften uit overige wet- en regelgeving op.
Artikel 18. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en voorschriften uit overige wet- en regelgeving op.
Artikel 19. Onderhoud kapitaalgoederen
Het college is verantwoordelijk voor actuele beheerplannen. De beheerplannen geven de kaders weer voor de inrichting van het onderhoud, het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de eventuele normkosten van het onderhoud, de meerjarige kosten en budgettaire beslag van het onderhoud. De raad stelt de beleidsvisie Integraal Beheer Openbare Ruimte eens in de vijf jaar vast.
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 21. Verbonden partijen
In de paragraaf verbonden partijen bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte onderdelen van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.
Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen op basis van het interne controleplan, maar tenminste eenmaal in de 4 jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Artikel 26. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De “Financiële verordening gemeente Papendrecht”, met kenmerk 2003/9392 ingegaan vanaf begrotingsjaar 2004, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.