Organisatie | Limburg |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Nadere subsidieregels Bibliotheek en Maatschappij |
Citeertitel | Nadere subsidieregels Bibliotheek en Maatschappij |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | cultuur, subsidies |
Geen
Provinciewet, Algemene Subsidieverordening 2012 Provincie Limburg
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2016 | 09-08-2017 | nieuwe regeling | 27-09-2016 Provinciaal Blad, 2016, 5477 | onbekend |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 2 Doelstelling/doel van de regeling
Bibliotheekvernieuwing door middel van inzet op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid onder andere door het stimuleren van (activiteiten in het kader van) leesbevordering, waardoor ook wordt bijgedragen aan het vergroten van de maatschappelijke participatie van specifieke doelgroepen in de samenleving.
Om voor een subsidie in aanmerking te komen:
dient een bibliotheek (één van) de uitvoerende partij(en) te zijn in samenwerking met een andere organisatie dan een bibliotheek, met specifieke expertise vanwege haar kerntaken op het gebied van het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid, het stimuleren van (activiteiten in het kader van) leesbevordering, het vergroten van maatschappelijke participatie of het tegengaan van maatschappelijk isolement en/of cultuureducatie; en
Artikel 5 Verplichtingen subsidieontvanger
ervoor te zorgen dat de activiteiten ook na de ‘projectfase’ uitvoerbaar zijn en worden gewaarborgd (financieel en inhoudelijk), met uitzondering van projecten die een experimenteel karakter hebben of van tijdelijke aard zijn. Van deze projecten moet het leereffect breed gedeeld worden met andere Limburgse bibliotheken en andere Limburgse gemeenten;
De aanvraag dient een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend standaard aanvraagformulier te bevatten en te zijn voorzien van alle bijlagen zoals aangegeven in het formulier en dient te worden verzonden naar het op het formulier aangegeven adres (Gedeputeerde Staten van Limburg, Cluster Subsidies, Postbus 5700, 6202 MA Maastricht).
De volgende bijlagen dienen in ieder geval aan het aanvraagformulier te worden toegevoegd:
een SMART-geformuleerd projectplan, waarin is aangegeven op welke wijze de doelen van het project zullen worden gediend, welke maatschappelijk relevante resultaten worden beoogd, op welke wijze aan de subsidiecriteria en verplichtingen wordt/zal worden voldaan en waarin een tijdplanning is opgenomen;
Artikel 13 Inwerkingtreding, beëindiging en citeertitel
Deze Nadere subsidieregels vervallen met ingang van 31 december 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en subsidiebesluiten die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidietraject.
Gedeputeerde Staten voornoemd
de voorzitter, dhr. drs. Th.J.F.M. Bovens
secretaris dhr. mr. A.C.J.M. de Kroon
In februari 2015 is de bibliotheekregeling ‘Nadere Subsidieregels Bibliotheekvernieuwing 2014-2015’ ingetrokken door Gedeputeerde Staten. Reden hiervan was het feit dat een pas op de plaats gemaakt moest worden om te bezien waar in de maatschappij echt behoefte aan is om in het kader van bibliotheekvernieuwing mee aan de slag te gaan. Uit overleg met de Limburgse bibliotheken en gemeenten is gebleken dat met name een maatschappelijke functie die ‘verder gaat’ dan het uitlenen van een boek (traditionele invulling van de bibliotheek) meer van belang wordt. De Limburgse bibliotheken en gemeenten willen hier in het kader van bibliotheekvernieuwing graag nog meer op inspelen.
Op deze wijze kan de bibliotheek zonder de basisgedachte teniet te doen (informatie toegankelijk voor eenieder) ook onderscheidend worden en de maatschappelijke problemen met hun netwerk en de al aangesloten en nog aan te sluiten partners samen het hoofd bieden. De bibliotheek en haar netwerk kan door haar laagdrempelige en publieke karakter zorgen voor de juiste ondersteuning.
Het thema waaraan de vernieuwing voor dit moment met name wordt gekoppeld is het voorkomen en tegengaan van laaggeletterdheid, waardoor ook wordt bijgedragen aan het vergroten van de maatschappelijke participatie van specifieke doelgroepen in de samenleving. In de (nabije) toekomst kan een ander thema opborrelen en urgent worden om op in te spelen in het kader van de bibliotheekvernieuwing.
Het thema laaggeletterdheid biedt vanuit de basisgedachte van de bibliotheek mogelijkheden voor bibliotheekvernieuwing en het dienen van de maatschappij. Laaggeletterdheid is nog steeds een groot maatschappelijk probleem. In Nederland beheersen ongeveer 1,3 miljoen volwassenen in de leeftijd van 15-65 jaar de Nederlandse taal onder het niveau van het basisonderwijs.
In de uitgave ‘Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland, van de Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met het Researchcentrum voor onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University, is af te leiden hoe het gemiddeld gesteld is met de laaggeletterdheid en de geletterdheid binnen de provincies en per gemeente. Uit deze analyse valt het volgende te herleiden: De cijfers uit het onderzoek laten zien dat de provincie Limburg qua percentage laaggeletterden (12,8%) valt binnen het gemiddelde (11=13%). 0ok de gemiddelde score van geletterdheid (285,2 ) is rond het landelijk gemiddelde (282-286). Wel is binnen de provincie Limburg diversiteit te zien in de mate van geletterdheid. Zo blijkt dat de gemeenten Venlo en Kerkrade veel lager scoren, Roermond, Brunssum, Landgraaf en Onderbanken lager scoren en de gemeente Heerlen, Sittard-Geleen, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen, Bergen, Gennep, Mook en Middelaar en Venray enigszins lager scoren. De overige Limburgse gemeenten scoren rond het landelijk gemiddelde of enigszins hoger.
Door de focus bij bibliotheekvernieuwing op dit thema te leggen kan vanuit de basisgedachte van de bibliotheek ondersteuning geboden worden aan specifieke doelgroepen die dit nodig hebben in gezamenlijkheid met gemeenten en andere netwerkpartners, waarbij wij met name denken aan de Stichting Lezen & Schrijven en de Stichting ABC Limburg. Het starten met leren lezen en begrijpen kan uitval en niet kunnen meekomen in de maatschappij, die hoge eisen stelt, voorkomen. Door het meer geletterd worden kunnen niet alleen de leesvaardigheid (lezen en begrijpen), maar ook daarop volgend de digitale vaardigheden worden vergroot. Dit alles heeft positieve gevolgen voor de zelfredzaamheid, het zelfstandig kunnen functioneren en het participeren in de maatschappij.
In februari 2015 is de bibliotheekregeling ‘Nadere Subsidieregels Bibliotheekvernieuwing 2014-2015’ ingetrokken door Gedeputeerde Staten. Reden hiervan was het feit dat een pas op de plaats gemaakt moest worden om te bezien waar in de maatschappij echt behoefte aan is om in het kader van bibliotheekvernieuwing mee aan de slag te gaan. Uit overleg met de Limburgse bibliotheken en gemeenten is gebleken dat met name een maatschappelijke functie die ‘verder gaat’ dan het uitlenen van een boek (traditionele invulling van de bibliotheek) meer van belang wordt. De Limburgse bibliotheken en gemeenten willen hier in het kader van bibliotheekvernieuwing graag nog meer op inspelen.
Op deze wijze kan de bibliotheek zonder de basisgedachte teniet te doen (informatie toegankelijk voor eenieder) ook onderscheidend worden en de maatschappelijke problemen met hun netwerk en de al aangesloten en nog aan te sluiten partners samen het hoofd bieden. De bibliotheek en haar netwerk kan door haar laagdrempelige en publieke karakter zorgen voor de juiste ondersteuning.
Het thema waaraan de vernieuwing voor dit moment met name wordt gekoppeld is het voorkomen en tegengaan van laaggeletterdheid,waardoor ook wordt bijgedragen aan het vergroten van de maatschappelijke participatie van specifieke doelgroepen in de samenleving. In de (nabije) toekomst kan een ander thema opborrelen en urgent worden om op in te spelen in het kader van de bibliotheekvernieuwing.
Het thema laaggeletterdheid biedt vanuit de basisgedachte van de bibliotheek mogelijkheden voor bibliotheekvernieuwing en het dienen van de maatschappij. Laaggeletterdheid is nog steeds een groot maatschappelijk probleem. In Nederland beheersen ongeveer 1,3 miljoen volwassenen in de leeftijd van 15-65 jaar de Nederlandse taal onder het niveau van het basisonderwijs.
In de uitgave ‘Regionale spreiding van geletterdheid in Nederland, van de Stichting Lezen & Schrijven in samenwerking met het Researchcentrum voor onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University, is af te leiden hoe het gemiddeld gesteld is met de laaggeletterdheid en de geletterdheid binnen de provincies en per gemeente. Uit deze analyse valt het volgende te herleiden:
De cijfers uit het onderzoek laten zien dat de provincie Limburg qua percentage laaggeletterden (12,8%) valt binnen het gemiddelde (11=13%). 0ok de gemiddelde score van geletterdheid (285,2[1]) is rond het landelijk gemiddelde (282-286). Wel is binnen de provincie Limburg diversiteit te zien in de mate van geletterdheid. Zo blijkt dat de gemeenten Venlo en Kerkrade veel lager scoren, Roermond, Brunssum, Landgraaf en Onderbanken lager scoren en de gemeente Heerlen, Sittard-Geleen, Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen, Bergen, Gennep, Mook en Middelaar en Venray enigszins lager scoren. De overige Limburgse gemeenten scoren rond het landelijk gemiddelde of enigszins hoger.
Door de focus bij bibliotheekvernieuwing op dit thema te leggen kan vanuit de basisgedachte van de bibliotheek ondersteuning geboden worden aan specifieke doelgroepen die dit nodig hebben in gezamenlijkheid met gemeenten en andere netwerkpartners, waarbij wij met name denken aan de Stichting Lezen & Schrijven en de Stichting ABC Limburg.
Het starten met leren lezen en begrijpen kan uitval en niet kunnen meekomen in de maatschappij, die hoge eisen stelt, voorkomen. Door het meer geletterd worden kunnen niet alleen de leesvaardigheid (lezen en begrijpen), maar ook daarop volgend de digitale vaardigheden worden vergroot. Dit alles heeft positieve gevolgen voor de zelfredzaamheid, het zelfstandig kunnen functioneren en het participeren in de maatschappij.