Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Nijmegen

Privacyverordening gemeentelijke basisregistratie personen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNijmegen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingPrivacyverordening gemeentelijke basisregistratie personen
CiteertitelPrivacyverordening gemeentelijke basisregistratie personen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens; Wet bescherming persoonsgegevens

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-12-200903-11-2014Onbekend

02-12-2009

Gemeenteblad 2009/123

Raadsvoorstelnummer 199/2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Privacyverordening gemeentelijke basisadministratie personen

De Raad van de Gemeente Nijmegen;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 november 2009;

 

Gelet op

de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

de Wet bescherming persoonsgegevens;

 

Besluit vaststellen de

 

Privacyverordening gemeentelijke basisregistratie personen.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a.

de Wet:

de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

b.

besluit:

het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

c.

verordening:

de Privacyverordening gemeentelijke basisregistratie personen;

d.

basisadministratie:

de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over de bevolking van de gemeente Nijmegen als bedoeld in artikel 2 van de Wet;

e.

basisregistratie personen:

de basisadministratie aangevuld met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over personen die niet behoren tot de bevolking van de gemeente Nijmegen;

f.

GBA:

de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

g.

GBA-V:

de verstrekkingsvoorziening als bedoeld in artikel 66a van het besluit;

h.

autorisatiebesluit:

een besluit als bedoeld in artikel 91, eerste lid, van de Wet betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de GBA-V of uit de basisadministraties van andere gemeenten;

i.

ingeschrevene:

degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Wet, in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is opgenomen;

j.

geregistreerde:

degene die niet behoort tot de bevolking van de gemeente Nijmegen en over wie de verantwoordelijke de in artikel 4 genoemde persoonsgegevens heeft opgenomen in de basisregistratie personen;

k.

authentiek gegeven:

een in de basisregistratie personen opgenomen gegeven dat bij wettelijk voorschrift als authentiek wordt aangemerkt;

l.

aangehaakt gegeven:

in de basisregistratie personen over de ingeschrevenen opgenomen gegeven anders dan ter uitvoering van de Wet;

m.

verantwoordelijke:

het college van burgemeester en wethouders;

n.

beheerder:

de functionaris die namens de verantwoordelijke is belast met de dagelijkse zorg voor de basisregistratie personen en het beheer van het autorisatiebesluit;

o.

afnemer:

bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, 1e lid van de Algemene wet bestuursrecht;

p.

binnengemeentelijke afnemer:

elke afnemer die een orgaan is van de gemeente;

q.

buitengemeentelijke afnemer:

elke andere afnemer dan een binnengemeentelijke afnemer;

r.

derde:

elke andere persoon of instelling dan een afnemer, een ingeschrevene of een geregistreerde.

Artikel 2. Verantwoordelijkheid en beheer van de basisregistratie personen en het autorisatiebesluit

  • 1.

    De verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en voor de uitvoering van het autorisatiebesluit is burgemeester en wethouders;

  • 2.

    De verantwoordelijke is bevoegd nadere invulling te geven aan:

    • a.

      (te leggen) verbanden met andere gemeentelijke gegevensverwerkingen;

    • b.

      (rechtstreekse) toegang tot de basisregistratie personen middels andere geautomatiseerde toepassingen;

    • c.

      verstrekkingen aan binnengemeentelijke afnemers of daaraan gelijkgestelden, die geen rechtstreekse toegang hebben tot de basisadministratie;

  • 3.

    Beheerder van de basisregistratie personen en het autorisatiebesluit is de leidinggevende van het taakgebied Burgerzaken.

Artikel 3. Doel van de basisregistratie personen

De basisregistratie personen heeft tot doel:

  • a.

    de binnengemeentelijke afnemers, genoemd in de artikelen 5, 6 onder c en 7, te voorzien van gegevens ter vervulling van hun taken, zodanig dat deze afnemers kunnen voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 3b en 62 van de Wet;

  • b.

    de buitengemeentelijke afnemers, genoemd in artikel 8 te voorzien van gegevens ter vervulling van hun taken, zodanig dat deze afnemers kunnen voldoen aan de verplichtingen als bedoeld in artikel 3b en 62 van de Wet;

  • c.

    een ingeschrevene te voorzien van hem betreffende gegevens;

  • d.

    de derden genoemd in artikel , te voorzien van gegevens in de gevallen bedoeld in deze verordening;

  • e.

    gegevens te verstrekken ten behoeve van genealogisch onderzoek onder de in artikel , eerste lid, onder f genoemde voorwaarden;

  • f.

    selecties met gegevens uit de basisregistratie personen te leveren ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek;

  • g.

    selecties met gegevens uit de basisregistratie personen te leveren ten behoeve van activiteiten in het kader van de gezondheidszorg;

  • h.

    selecties met gegevens uit de basisregistratie personen te leveren ten behoeve van doeleinden die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van gemeentelijk beleid.

Artikel 4. Categorieën van personen over wie gegevens worden verwerkt

  • 1.

    In de basisregistratie personen worden gegevens verwerkt over ingeschrevenen en geregistreerden;

Artikel 5. Verbanden met andere gemeentelijke gegevensverwerkingen

Op grond van een door de verantwoordelijke te nemen besluit worden, met het oog op het met elkaar in verband brengen, op systematische wijze uit de basisregistratie personen de gegevens verstrekt aan binnengemeentelijke afnemers die deze gegevens nodig hebben voor de uitvoering van hun taken.

Artikel 6. Rechtstreeks toegang tot de basisregistratie personen en tot de GBA-V

  • 1.

    Rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen en de GBA-V hebben:

    • a.

      de beheerder;

    • b.

      de door de beheerder aangewezen ambtenaren werkzaam op het taakgebied Burgerzaken;

    • c.

      met inachtneming van artikel 88 en 89 van de Wet de dienstonderdelen van de gemeente die door de verantwoordelijke als binnengemeentelijke afnemers worden aangewezen, ten behoeve van de uitvoering van de aan hen opgedragen taken;

  • 2.

    Rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen hebben personen belast met het systeemonderhoud ten aanzien van de basisregistratie personen voor zover hun werkzaamheden die toegang vereisen.

Artikel 7. Verstrekking aan binnengemeentelijke afnemers die geen rechtstreekse toegang hebben en de gegevens die worden verstrekt

  • 1.

    Met inachtneming van de artikelen 88 en 89 van de Wet worden aan door de verantwoordelijke aan te wijzen binnengemeentelijke afnemers van de gemeente gegevens uit de basisregistratie personen systematisch verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de aan hen opgedragen taken;

  • 2.

    Met inachtneming van de artikelen 88 en 89 van de Wet kan de beheerder, ook buiten de gevallen bedoeld in artikel 5 en in het eerste lid van dit artikel, gegevens uit de basisregistratie personen aan binnengemeentelijke afnemers verstrekken ten behoeve van hun taakvervulling. Gegevens mogen slechts worden verstrekt om deze te toetsen aan gegevens berustend bij die afnemers.

Artikel 8. Verstrekking aan buitengemeentelijke afnemers en de gegevens die worden verstrekt

  • 1.

    Met inachtneming van de artikelen 88 en 89 van de Wet worden aan door de verantwoordelijke aan te wijzen buitengemeentelijke afnemers gegevens uit de basisregistratie personen verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de aan hen opgedragen publiekrechtelijke taken;

  • 2.

    In een besluit als bedoeld in het eerste lid, worden tenminste de volgende elementen schriftelijk vastgelegd:

     

    • -

      het doel waarvoor de gegevens uit de basisregistratie personen nodig zijn;

    • -

      de op de verwerking betrekking hebbende wettelijke regelingen en richtlijnen waaronder tevens begrepen privacyregels en richtlijnen met betrekking tot beveiliging;

    • -

      een limitatieve en exacte opsomming van de benodigde gegevens;

    • -

      de functionarissen die de gegevens raadplegen;

    • -

      de plicht tot het in acht nemen van gedragsregels voortvloeiende uit wet en regelgeving.

Artikel 9. Overige verstrekkingen en de gegevens die kunnen worden verstrekt.

  • 1.

    Onverminderd het elders in de Wet bepaalde kan de beheerder met inachtneming van de in artikel 100 van de Wet gestelde voorwaarden, in andere gevallen dan bedoeld in de artikelen 98 en 99 van de Wet, gegevens uit de basisadministratie aan derden verstrekken en wel:

    • a.

      systematisch aan door de verantwoordelijke aan te wijzen derden, ten behoeve van de uitvoering van de aan hen opgedragen taken;

    • b.

      aan door de verantwoordelijke aan te wijzen personen en niet-commerciële instellingen op schriftelijk verzoek;

    • c.

      ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek of statistiek, de in artikel 100, tweede lid van de Wet genoemde gegevens, aan degene die het onderzoek verrichten;

    • d.

      ten behoeve van activiteiten in het kader van de gezondheidszorg, de in artikel 100, tweede lid van de Wet genoemde gegevens, aan degene die het onderzoek verrichten;

    • e.

      aan derden die de gegevens behoeven voor doeleinden die rechtstreeks samenhangen met de uitvoering van gemeentelijk beleid, de in artikel 100, tweede lid van de Wet genoemde gegevens;

    • f.

      ten behoeve van genealogisch onderzoek, betreffende individuele personen, ook als zij niet met naam zijn aangeduid en wel de in artikel 100, tweede lid van de Wet genoemde gegevens. Deze gegevens worden slechts verstrekt indien de verzoeker aannemelijk maakt dat de te verstrekken gegevens betrekking hebben op bloed- of aanverwanten van de verzoeker;

  • 2.

    In bijzondere gevallen en met inachtneming van de in artikel 100 van de Wet gestelde voorwaarden kan de verantwoordelijke gegevens uit de basisadministratie als bedoeld in artikel 100, tweede lid van de Wet aan derden verstrekken;

  • 3.

    De verstrekking van aangehaakte gegevens alsmede de gegevens die betrekking hebben op geregistreerden geschiedt met inachtneming van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 10. Terugmelding

  • 1.

    Een binnengemeentelijke afnemer die gerede twijfel heeft over de juistheid van een authentiek gegeven dat hij verstrekt heeft gekregen uit de basisadministratie, doet hiervan mededeling aan de beheerder;

  • 2.

    De verantwoordelijke kan binnengemeentelijke afnemers aanwijzen die tevens mededeling doen in verband met andere dan authentieke gegevens die aan hen verstrekt zijn. Aangewezen wordt welke gegevens het betreft;

  • 3.

    De beheerder regelt de wijze waarop de mededelingen worden gedaan;

  • 4.

    De beheerder regelt de wijze waarop de kennisgeving aan de binnengemeentelijke afnemer naar aanleiding van een terugmelding wordt gedaan, met inachtneming van het bepaalde in artikel 62 van de Wet en de artikelen 62 en 63 van het besluit.

Artikel 11. Protocolplicht

De beheerder houdt van het verstrekken van gegevens een protocol bij.

Artikel 12. Recht op inzage en kennisneming van verstrekking

  • 1.

    Verzoeken om inzage en verzoeken om mededeling van verstrekkingen aan derden ten aanzien van gegevens van geregistreerden en aangehaakte gegevens worden ingediend bij de beheerder;

  • 2.

    De beheerder beslist namens de verantwoordelijke op de in het eerste lid genoemde verzoeken;

  • 3.

    De beheerder kan van de verzoeker verlangen dat deze zich in persoon bij hem vervoegt, ter vaststelling van de identiteit van de verzoeker.

Artikel 13. Recht op correctie

  • 1.

    Verzoeken om verbetering, aanvulling of verwijdering van gegevens van geregistreerden en aangehaakte gegevens worden schriftelijk ingediend bij de beheerder;

  • 2.

    De beheerder beslist namens de verantwoordelijke op de in het eerste lid genoemde verzoeken;

  • 3.

    De beheerder kan van de verzoeker verlangen dat deze zich in persoon bij hem vervoegt, ter vaststelling van de identiteit van de verzoeker.

Artikel 14. Verwijdering van gegevens

Gegevens van geregistreerden en aangehaakte gegevens worden door de beheerder uit de basisregistratie personen verwijderd na een daartoe strekkend besluit van de verantwoordelijke. De beheerder verwijdert deze gegevens binnen 3 maanden na dit besluit.

 

Artikel 15. Beveiliging

De beheerder stelt een beveiligingsplan vast waarin de noodzakelijke maatregelen ten behoeve van de technische en organisatorische beveiliging zijn opgenomen.

Artikel 16. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De Privacyverordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van 18 novemberwordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze verordening;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar bekendmaking;

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Privacyverordening gemeentelijke basisregistratie personen;

     

Aldus door de raad van de gemeente Nijmegen vastgesteld in zijn vergadering van 2 december 2009.

 

De voorzitter, mr. Th.C. de Graaf

 

De raadsgriffier, mevr. drs. M.M.V. Mientjes

Toelichting op de Privacyverordening basisregistratie personen

 

Deze privacyverordening omvat het bestuurlijk-juridisch kader voor de persoonsinformatiehuishouding zoals de gemeente dat met ingang van 1 januari 2010 in eigen huis dient te hebben ingericht. Vanaf genoemde datum moeten alle overheidsorganen die persoonsgegevens verwerken, deze gegevens betrekken uit de gemeentelijke basisadministratie personen. Burgers hebben dan het recht van eenmalige gegevensverstrekking. Dat wil zeggen dat de burger in het contact met de overheid de van hem in de basisadministratie bekende authentieke gegevens niet meer opnieuw hoeft te verstrekken.

De gemeente vervult de rol van decentraal beheerder van persoonsgegevens over personen die zij tot haar eigen bevolking rekent en dient afnemers, zowel binnen als buiten de gemeente van die persoonsgegevens te voorzien. Daarnaast is de gemeente zelf ook afnemer van persoonsgegevens over personen die niet tot haar inwoners worden gerekend. De gegevens van deze personen dienen afkomstig te zijn uit de basisadministraties van de andere gemeenten of uit de centrale administratie (GBA-V) die in beheer is bij de rijksoverheid.

De wetgever verplicht de gemeente om in ieder geval de systematische verstrekkingen aan binnengemeentelijke afnemers, de bestandkoppelingen en de rechtstreekse raadplegingen van de eigen GBA in een verordening te regelen. Ook de verstrekkingen aan zogenaamde “vrije derden” dient in een verordening te worden vastgelegd. Deze verordening voorziet daarin en daarmee voldoet de gemeente aan de vereisten zoals gesteld in de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA).

Naast deze verplichtingen uit de Wet GBA voor de eigen basisadministratie, dient ook de verantwoordelijkheid voor en het beheer van de persoonsgegevens die afkomstig zijn van andere gemeenten of uit de GBA-V geregeld te worden. Deze gegevens worden binnen Nijmegen opgeslagen en onderhouden in een centraal bestand en vandaar uit gedistribueerd naar de afnemers. Op dit deel van de persoonsinformatiehuishouding is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing.

 

Hieronder volgt een artikelsgewijze toelichting.

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel worden de begripsbepalingen uitgewerkt. De verordening betreft de basisregistratie personen. Dat is een combinatie van de basisadministratie, waarin persoonsgegevens van personen die in Nijmegen woonachtig zijn en de gegevens van niet-inwoners. Tevens bevat de basisregistratie zogenaamde aangehaakte gegevens. Dat zijn gegevens van voormalige inwoners van Nijmegen, die nog in gebruik zijn, maar die strikt formeel geredeneerd niet tot de basisadministratie worden gerekend.

In verband met de samenwerking met de woningcorporaties en de daaruit voortvloeiende behoefte aan gegevensuitwisseling is het begrip buitengemeentelijke afnemer uit de Wet GBA overgenomen. Buitengemeentelijke afnemers hebben recht op gegevensverstrekking in verband met de uitvoering van Publieke taken. Een woningcorporatie kan worden beschouwd als een bestuursorgaan voor wat betreft de publieke taak die gelegen is in de uitvoering van de woonruimteverdeling en bestrijding van illegale bewoning. De woningcorporaties krijgen als buitengemeentelijke afnemer via een portaal gegevens uit de basisadministratie verstrekt. De gegevensuitwisseling is geregeld in artikel 8.

 

Artikel 2. Verantwoordelijkheid en beheer

De Wet GBA wijst in artikel 2 het college van burgemeester en wethouders aan als verantwoordelijke van de basisadministratie. Opneming van die verantwoordelijkheid in de verordening is daarom niet nodig, maar wel is het noodzakelijk de verantwoordelijkheid en het beheer voor de gegevensverwerkingen die noodzakelijk zijn voor de toelevering van gegevens aan afnemers vanuit de GBA-V en vanuit andere gemeenten te beleggen.

 

De beheerder van de basisadministratie is op grond van artikel 2 van de Beheerregeling GBA het hoofd van de afdeling Publiekszaken van de Directie Inwoners. Deze Beheerregeling GBA is op 1 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

 

Artikel 3. Doel van de basisregistratie personen

In het doel van de basisregistratie personen komt tot uitdrukking ten behoeve van welke organen en instellingen de gegevens worden geadministreerd. Bovendien geeft dit artikel aan ten behoeve waarvan deze organen en instellingen gegevens verstrekt kunnen krijgen.

 

Artikel 4. Categorieën van personen en de persoonsgegevens

Het verplicht gebruik van de gegevens van personen betreft zowel personen die in de basisadministratie van Nijmegen zijn opgenomen woonachtig zijn als de basisadministratie van andere gemeenten. Zo dienen de gegevens van woningeigenaren die niet in Nijmegen woonachtig zijn, in verband met de belastingheffing te worden betrokken uit de basisadministratie van de andere gemeente. De begrippen ingeschrevene en geregistreerde zijn bepalend voor het onderscheid tussen inwoners en niet inwoners.

 

Artikel 5. Verbanden met andere registraties

Op grond van dit artikel vindt verstrekking van persoonsgegevens uit de basisregistratie personen aan andere binnengemeentelijke afdelingen plaats. Het aanleggen van verbanden hangt samen met het gemeentelijk informatiebeleid. De Wet GBA verplicht in artikel 96 tot het benoemen van de verbanden die in de gemeente zijn aangelegd tussen de verschillende administraties. Een voorbeeld van een dergelijk verband is die van de koppeling met het Heffingen- en Waarderingssysteem bij Belastingen waarover de gemeente beschikt. Aangegeven moet worden welke registraties het betreft, waarvoor de gegevens worden gekoppeld, om welke afdeling het gaat en door wie de gegevens worden beheerd.

 

Het is om redenen van efficiency aan te bevelen om het aanwijzen van de verbanden tussen de GBA en andere gegevensverzamelingen over te laten aan het college, binnen de door de Wet en door de raad in de verordening gestelde kaders.

 

Artikel 6. Rechtstreekse toegang tot de GBA

Rechtstreekse toegang wil zeggen: het via een "on-line verbinding" kunnen raadplegen of muteren van gegevens, zonder tussenkomst van anderen. Onderdeel a. en b. regelen de toegang van de beheerder en de ambtenaren burgerzaken tot de GBA.

Behalve de reguliere afdelingen van een gemeente, zoals Gemeentebelastingen, heeft het regionale Politiekorps op dezelfde wijze toegang tot de GBA. Dit is geregeld in artikel 96, tweede lid van de Wet GBA.

 

Het is ook hier om redenen van efficiency aan te bevelen om het aanwijzen van de verbanden tussen de GBA en andere gegevensverzamelingen over te laten aan het college, binnen de door de Wet en door de raad in de verordening gestelde kaders.

 

Het past in de bevoegdheidsverdeling tussen raad en college en het is praktisch om het aanwijzen van gemeentelijke organisatieonderdelen aan het college te delegeren. Bij organisatieveranderingen hoeft de verordening dan niet gewijzigd te worden. In de schriftelijke aanwijzing door de beheerder wordt de toegang tot de basisregistratie personen door middel van autorisaties beperkt tot het raadplegen van slechts enkele gegevens en wel toegesneden op de taken van de betrokken medewerkers.

Buitengemeentelijke afnemers en derden mogen geen rechtstreekse toegang hebben tot de basisadministratie. Ze komen dan ook niet voor in deze bepaling.

 

Artikel 7. Verstrekking van gegevens aan binnengemeentelijke afnemers

Er zijn binnengemeentelijke afnemers aan wie "systematisch" gegevens worden verstrekt zonder dat hun rechtstreekse toegang tot de basisregistratie personen is gegeven. In dit verband kan worden gedacht aan periodieke selecties.

 

Het is praktisch om het verstrekken van "systematische" gegevens aan het college over te laten. Alle instanties die op basis van deze verordening "systematisch" gegevens krijgen hebben op dit moment reeds de beschikking over dezelfde gegevens.

 

Artikel 8. Verstrekking van gegevens aan buitengemeentelijke afnemers

Op grond van dit artikel is het college bevoegd om buitengemeentelijke afnemers aan te wijzen die gegevens uit de GBA verwerken in verband met een publiekrechtelijke taak. Woningcorporaties zijn private organisaties die mede een publieke taak uitvoeren en daarvoor gegevens uit de GBA nodig hebben. De uitvoering van de publieke taak behelst enerzijds een eerlijke woonruimteverdeling en fraudebestrijding. Anderzijds ondersteunt de corporatie Burgerzaken bij het actueel houden van de GBA door de burger de mogelijkheid te bieden om aangifte van verhuizingen te laten verwerken bij en door de corporatie.

 

Artikel 9. Overige verstrekkingen

Gemeenten hebben de bevoegdheid om op basis van artikel 100 van de Wet GBA bij of krachtens verordening te bepalen of en in welke mate gegevens worden verstrekt uit de basisadministratie aan vrije derden.

 

Voorwaarde is dat het gemeentelijk verstrekkingenbeleid is vastgelegd in een gemeentelijke verordening. Met de wijziging van artikel 100 van de Wet GBA per 1 september 2001 heeft de wetgever de categorie van personen en instellingen die de gemeente van gegevens kan voorzien aanzienlijk beperkt.

 

Het verstrekken van gegevens aan commerciële bedrijven behoort niet tot het doel van de GBA en staat in beginsel op gespannen voet met de primaire doelstelling van de basisadministraties. Om die reden wordt gegevensverstrekking op grond van artikel 100 aan commerciële instellingen en bedrijven volledig uitgesloten. Commerciële instellingen zoals incassobureaus en postorderbedrijven hebben dus geen recht meer op gegevensverstrekking.

 

Ook de categorie van gegevens die mogen worden verstrekt, is verder afgebakend. Over het algemeen mogen alleen de in artikel 100, tweede lid Wet GBA vermelde gegevens worden verstrekt. Ingevolge artikel 102 van de Wet GBA heeft de burger het recht geheimhouding tot verstrekking van zijn gegevens te vragen. In dat geval wordt de gevraagde informatie niet verstrekt.

 

Onder artikel 100 Wet GBA is gegevensverstrekking alleen mogelijk aan rechtspersonen zonder winstoogmerk voorzover de verstrekking noodzakelijk is in het belang van betrokkenen of van de rechten en vrijheden van anderen. Daarbij wordt nagegaan of de verstrekking wordt gerechtvaardigd door een dringende maatschappelijke behoefte, een gemeentelijk belang, of de verstrekking in de juiste verhouding staat tot het doel waarvoor de gegevens worden gevraagd en of dit doel op een minder ingrijpende wijze kan worden bereikt.

 

Het is praktisch om ook het verstrekken van "systematische" gegevens en gegevens aan het college te delegeren.

 

Aan particulieren mogen gegevens worden verstrekt ten behoeve van een persoonlijk niet-commercieel belang zoals in verband met een reünie of opsporing van een familielid. Verplicht is gesteld dat de gemeente eerst uitdrukkelijk toestemming verkrijgt van de ingeschrevene van wie de gegevens worden verstrekt. De schriftelijke toestemmingen moeten een jaar lang worden bewaard. Daarnaast moeten informatieverstrekkingen die plaatsvinden op basis van artikel 100 van de Wet GBA worden geprotocolleerd.

 

Artikel 10. Terugmelding

Dit artikel regelt de verplichting van bestuursorganen om bij gerede twijfel aan de juistheid van de authentieke gegevens terug te melden aan de beheerder van de basisadministratie. Gegevensuitwisselingen beperken zich in het algemeen niet uitsluitend tot de authentieke gegevens. Ook in de niet-authentieke gegevens kunnen eventuele fouten voorkomen, die door daartoe door het college aan te wijzen afnemers teruggemeld moeten kunnen worden.

 

Op grond van artikel 62, vierde lid, van de Wet GBA is het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid toegekend om:

  • -

    nadere regels te stellen omtrent de terugmelding door de binnengemeentelijke afnemers aan de basisadministratie;

  • -

    nadere regels te stellen omtrent de kennisgeving door het college aan de binnengemeentelijke afnemer naar aanleiding van een terugmelding;

  • -

    binnengemeentelijke afnemers aan te wijzen die een terugmelding doen op andere dan de authentieke gegevens, waarbij is aangegeven welke gegevens dit betreft.

     

Artikelen 11 tot en met 14.

De Wet GBA regelt uitputtend de rechten van de burger met betrekking tot inzage, correctie en verwijdering van diens gegevens in de basisadministratie. Op het deel van de basisregistratie dat niet als basisadministratie wordt aangemerkt, is de Wet bescherming persoonsgegevens van toepassing. De rechten die de burger op grond van die Wet heeft, zijn overgenomen in deze verordening.

 

Artikel 15. Beveiliging

De GBA stelt een aantal eisen op het gebied van beveiliging:

Artikel 31 Besluit GBA stelt dat er voldoende voorzieningen van technische en organisatorische aard getroffen moeten zijn ter beveiliging van de in de GBA vermelde gegevens tegen verlies of aantasting van deze gegevens en tegen onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens.

 

Het daarin gestelde is uit te splitsen naar de volgende aandachtsgebieden:

  • -

    Het systeem dan wel de methode voor het ontwikkelen, uitvoeren, meten dan wel controleren en bijsturen van beveiligingsmaatregelen;

  • -

    de maatregelen van technische aard om verlies, aantasting en onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens te voorkomen;

  • -

    de maatregelen van organisatorische aard om verlies, aantasting en onbevoegde kennisneming, wijziging of verstrekking van deze gegevens te voorkomen.

     

In Nijmegen zijn er maatregelen getroffen op deze terreinen. De maatregelen zullen worden opgenomen in een beveiligingsplan GBA en waardedocumenten.