Organisatie | Tholen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenktekenen op de algemene begraafplaatsen in de gemeente Tholen |
Citeertitel | Nadere regels voor de graven, asbezorging en gedenktekenen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Beheersverordening begraafplaatsen Tholen 1998
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-11-1998 | 17-12-2010 | Onbekend | 22-09-1998 Onbekend | Onbekend |
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
De nadere regels verstaan onder:
gedenkteken en/of winterharde beplanting.
winterharde beplanting welke door de rechthebbende en/of gemeente op een graf wordt aangebracht.
voorwerp op het graf voor het aanbrengen van opschriften of figuren, daaronder begrepen kettingen en hekwerken.
a. De maximale afmetingen van een grafruimte bedragen lang 2.50 meter en breed 1.25 meter.
b. De maximale afmetingen van een kindergraf bedragen lang 1.50 meter en breed 1.00 meter.
c. De maximale afmetingen van een urnenkelder bedragen lang 0.50 meter en breed 0.50 meter (binnenmaat).
a. In een graf kan één lijk worden bijgezet.
b. In een urnenkeldertje kunnen maximaal twee asbussen met of zonder urnen geplaatst worden.
c. Verstrooiing van as kan plaatsvinden op één van de aangewezen strooivelden van de algemene begraafplaatsen te Tholen, Scherpenisse, Stavenisse, Oud-Vossemeer, Poortvliet, Sint-Maartensdijk, Sint-Annaland en Sint Philipsland.
d. Uitsluitend op een eigen graf kan de verstrooiing plaatsvinden van de as van overledenen.
De urnen moeten worden geplaatst in de op de algemene begraafplaatsen beschikbare keldertjes.
Na het bijzetten van de urnbus moet de dekplaat door middel van cementspecie of met daarvoor geëigende lijm onwrikbaar vast worden gemaakt.
De gedenktekenen op de urnenkeldertjes moeten voldoen aan de navolgende bepalingen:
Artikel 7 - Staande gedenktekenen
De staande gedenktekenen moeten zijn vervaardigd van natuursteen of geanodiseerd aluminium met een minimale laagdikte van 20 micron.
Staande gedenktekenen voor één graf moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
in de fundatieblok wordt een sleuf gespaard, diep ten minste 0.10 meter en breed ten minste 0.40 meter, waarin het gedenkteken onwrikbaar wordt vastgezet. De bovenkant van de fundering moet 0.10 meter onder het maaiveld worden aangelegd. De fundatieplaten moeten worden gesteld op minimaal 4 gewolmaniseerde palen met een diameter van 0.10 meter en een lengte van 0.80 meter;
Staande gedenktekenen voor twee aaneensluitende graven moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
in de fundatieblok wordt een sleuf gespaard, diep ten minste 0.10 meter en breed ten minste 0.20 meter, waarin het gedenkteken onwrikbaar wordt vastgezet. De bovenkant van de fundering moet 0.10 meter onder het maaiveld worden aangelegd. De fundatieplaten moeten worden gesteld op minimaal 8 stuks gewolmaniseerde palen met een diameter van 0.10 meter en een lengte van 0.80 meter;
Artikel 8 - Liggende gedenktekenen
De liggende gedenktekenen moeten zijn vervaardigd van natuursteen of geanodiseerd aluminium met een minimale laagdikte van 20 micron.
Liggende gedenktekenen moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
Artikel 9 - Gedenktekenen op kindergraven
De staande gedenktekenen moeten zijn vervaardigd van natuursteen of geanodiseerd aluminium met een minimale laagdikte van 20 micron.
Staande gedenktekenen (voor één graf) moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
in de fundatieblok wordt een sleuf gespaard, diep ten minste 0.10 meter en breed ten minste 0.40 meter, waarin het gedenkteken onwrikbaar wordt vastgezet. De bovenkant van de fundering moet 0.10 meter onder het maaiveld worden aangelegd. De fundatieplaten moeten worden gesteld op minimaal twee gewolmaniseerde palen met een diameter van 0.10 meter en een lengte van 0.80 meter;
De liggende gedenktekenen moeten zijn vervaardigd van natuursteen of geanodiseerd aluminium met een minimale laagdikte van 20 micron.
Liggende gedenktekenen moeten voldoen aan de volgende bepalingen:
Artikel 10 - Onderhoud aanwezige grafkelders
Het (dagelijks) onderhoud van de -op het moment van de vaststelling van de Beheersverordening 1997- aanwezige grafkelders op de algemene begraafplaatsen is conform de geformuleerde artikelen in de beheersverordening begraafplaatsen 1997.
Artikel 11 - Losse bloemen en planten
Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplant.
Artikel 12 - Winterharde gewassen
De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door te snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. De grafbeplanting mag een hoogte van 0.50 meter niet te boven gaan.
De begraafplaatsen zijn dagelijks kosteloos voor bezoekers opengesteld tussen zonsopgang en zonsondergang.
Artikel 14 - Inrichting registers
Ten behoeve van de begraafplaatsadministratie zal een register worden bijgehouden waarin onder andere vermeld zullen worden: