Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening bezwaar- en klachtbehandeling Gelderland 2009 |
Citeertitel | Verordening bezwaar- en klachtbehandeling Gelderland 2009 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | klachten, personeelsregelingen, bezwaar en beroep, bestuurlijke organisatie |
Deze regeling is vervangen door de Verordening rechtsbescherming Gelderland 2016.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010 en geldt voor de bezwaarschriften die zijn gericht tegen beschikkingen die genomen zijn na 1 januari 2010.
Provinciewet, art. 82; Algemene wet bestuursrecht, art. 7:13 en art. 9:14
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-02-2017 | Onbekend | 16-12-2009 Provinciaal Blad 2009/188 | PS2009-888 |
Vastgesteld bij besluit van Provinciale Staten van 23 september 2009 , nr. PS2009-658 (Provinciaal Blad nr. 2009/127 van 23 september 2009). In werking getreden op 29 september 2009. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 16 december 2009, nr. PS2009-888 (Provinciaal Blad nr. 2009/188). In werking getreden op 1 januari 2010.
Hoofdstuk II Behandeling van bezwaarschriften en klachten
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van:
bezwaarschriften, die zijn ingediend tegen besluiten op grond van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer en de Subsidieregeling natuurbeheer 2000, Subsidiereling agrarisch natuurbeheer Gelderland, Subsidieregeling natuurbeheer Gelderland, Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Gelderland 2008, Subsidieregeling natuurbeheer Gelderland 2008, Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer Gelderland 2009;
Paragraaf 2 Procedurele bepalingen
Na ontvangst van een bezwaarschrift of klaagschrift kan een onderzoek worden ingesteld naar de mogelijkheid het geschil door middel van mediaton op te lossen. Indien mediation leidt tot een vaststellingsovereenkomst is deze paragraaf met uitzondering van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, niet van toepassing.
Artikel 13. Niet deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift of klacht, indien daarbij een persoonlijk belang als bedoeld in 2:4 van de wet in het geding kan zijn.
Indien na afloop van de hoorzitting vóórdat het advies is uitgebracht naar het oordeel van de commissie een nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit door of onder leiding van de voorzitter van de commissie. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van gedeputeerde staten vereist.
Artikel 17. Nieuwe feiten en omstandigheden na de hoorzitting
Indien na het horen feiten en omstandigheden bekend worden die voor de op het bezwaarschrift te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, wordt dit aan belanghebbenden en, indien dit daarmee nog niet bekend is, het verwerend orgaan medegedeeld en worden zij, alvorens toepassing te geven aan artikel 7:9 van de wet, in de gelegenheid gesteld daarop binnen een bepaalde termijn schriftelijk te reageren.
Indien naar het oordeel van de secretaris van de commissie de termijn als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid of artikel 9:11, eerste lid van de wet ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het in eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.
De commissie brengt jaarlijks verslag uit van de werkzaamheden aan provinciale staten en doet zo nodig aanbevelingen.
De leden van de commissie die zijn benoemd onder de werking van de Verordening bezwaar- en beroepschriften 1994 en de Bezwarenregeling personeel worden geacht te zijn benoemd onder de werking van deze verordening.
De Verordening bezwaar- en beroepschriften 1994, de Bezwarenregeling personeel en de Verordening klachtbehandeling Gelderland worden ingetrokken, met dien verstande dat in de Verordening klachtbehandeling Gelderland neergelegde bepalingen van kracht blijven voor klachten die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening.
Deze verordening is onder meer van toepassing op klachten die betrekking hebben op gedragingen van of toe te rekenen zijn aan een provinciaal bestuursorgaan. De provinciale bestuursorganen zijn niet alleen provinciale staten, gedeputeerde staten en de Commissaris van de Koningin, maar ook onder andere de provinciale belastingsinspecteur, de Managementautoriteit Oost-Nederland en de provinciale ontvanger. Artikel 7 In het eerste lid van dit artikel wordt bepaald dat de commissie voor elke kamer vaststelt welke categorieën bezwaarschriften en klachten worden behandeld, zodat met name vastgesteld wordt welke kamer de personele bezwaarschriften en de personele klachten behandelt. Lid 4 dient gelezen te worden als uitwerking van lid 3. Artikel 8 In lid 2 van dit artikel is bepaald dat bij bericht van ontvangst van een bezwaarschrift gemeld wordt dat een commissie er over zal adviseren. In artikel 9:15 eerste lid van de wet is bepaald dat bij bericht van ontvangst van het klaagschrift wordt vermeld dat een commissie over de klacht zal adviseren. Artikel 11 In lid 4 van artikel 11 is bepaald dat de voorzitter bij de behandeling van bezwaren beslist over het afzien van de hoorplicht. Bij de behandeling van klachten, beslist de commissie hier over (artikel 9:15, derde lid). Uit de memorie van toelichting bij de wet volgt dat de commissie deze bevoegdheid niet kan overdragen aan de voorzitter of een van de leden. Artikel 12 Ten aanzien van de behandeling van de klacht is in artikel 9:15, tweede lid van de wet bepaald dat de commissie het horen kan opdragen aan de voorzitter of een lid van de commissie. Artikel 16 en 17 Deze artikelen moeten gelezen worden tegen de achtergrond van de plicht voor het bestuursorgaan om ex nunc op het bezwaarschrift te beslissen.