Organisatie | Gelderland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening administratieve geschillen 1994 |
Citeertitel | Verordening administratieve geschillen 1994 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | bezwaar en beroep |
Deze regeling is vervangen door de Verordening rechtsbescherming Gelderland 2016.
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-03-2007 | 01-02-2017 | Onbekend | 23-03-2007 Provinciaal Blad 2007/26 | 2006-012102 |
Vastgesteld bij besluit der Staten van 15 december 1993, nr. A - 381 (Provinciaal Blad nr. 80C van 11 januari 1994). In werking getreden 1 januari 1994. Gewijzigd bij besluit van 29 mei 1995, nr. A 395 (Provinciaal Blad nr. 43 van 6 juni 1995). In werking getreden 7 juni 1995. Laatstelijk gewijzigd bij besluit van Provinciale Staten van 23 maart 2007, nr. 2006-012102 (Provinciaal Blad nr. 2007/26 van 27 maart 2007). Op 28 maart 2007 in werking getreden.
Hoofdstuk II Behandeling van administratieve geschillen
Er is een commissie die tot taak heeft het beslissen van administratieve geschillen als bedoeld in de Provinciewet, waarvan de behandeling aan gedeputeerde staten is opgedragen. De commissie oefent de bevoegdheden uit die hiertoe bij de Provinciewet aan gedeputeerde staten zijn toegekend.
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
De commissie is samengesteld uit:
- een voorzitter, die geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een provinciaal bestuursorgaan;
- een lid, dat geen deel uitmaakt van of werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een provinciaal bestuursorgaan;
- een lid, aan te wijzen uit het midden van gedeputeerde staten;
Gedeputeerde staten wijzen een griffier van de commissie aan en een of meer plaatsvervangend-griffiers. Dezen zijn met betrekking tot hun werkzaamheden slechts verantwoording schuldig aan de commissie.
De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarop belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen. Hij doet hiervan behoudens bijzondere omstandigheden ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk mededeling aan belanghebbenden en het verwerend orgaan.
Artikel 9. Niet deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een administratief geschil wanneer daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.
Indien na afloop van de zitting vóórdat de beslissing wordt genomen naar het oordeel van de commissie een nader onderzoek wenselijk is, geschiedt dit door of onder leiding van de voorzitter van de commissie.
Artikel 13. Nieuwe feiten of omstandigheden na de hoorzitting
Wanneer na het horen aan de commissie feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het administratieve geschil te nemen beslissing van belang kunnen zijn, wordt dit aan belanghebbenden en het verwerend orgaan medegedeeld en worden zij, alvorens toepassing te geven aan artikel 7:23 van de wet, in de gelegenheid gesteld daarop binnen een bepaalde termijn schriftelijk te reageren.
Na ontvangst van een administratief beroepschrift kunnen Gedeputeerde Staten een onderzoek instellen naar de mogelijkheid het geschil door middel van mediation op te lossen. Indien mediation leidt tot een vaststellingsovereenkomst is.hoofdstuk II, paragraaf 2, met uitzondering van de artikelen 6 en 15, niet van toepassing. In geval van mediation wordt artikel 15, eerste lid, aldus verstaan dat de commissie na afloop van de mediation beraadslaagt over de te nemen beslissing.
Artikel 16. Kostenvergoeding getuigen en deskundigen
Gedeputeerde staten regelen de vergoeding voor reis- en verblijfkosten en tijdsverzuim voor getuigen en deskundigen die door de commissie zijn opgeroepen.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Algemene wet bestuursrecht. Tezelfdertijd vervallen de Verordening behandeling administratieve geschillen, vastgesteld bij besluit der Staten van 22 januari 1963, nr. A - 49 en laatstelijk gewijzigd bij besluit der Staten van 17/18 december 1980, nr. A - 276, de Verordening Commissie Sociale Zekerheidsgeschillen, vastgesteld bij besluit der Staten van 9 december 1987, nr. A - 355, en de Verordening behandeling sociale zekerheidsgeschillen, vastgesteld bij besluit der Staten van 9 december 1987, nr. A - 355, met dien verstande dat deze verordeningen hun werking behouden voor de vóór het tijdstip van inwerkingtreding ingediende beroepschriften.