Organisatie | Sint Eustatius |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Eilandsverordening houdende regels terzake van de basisadministratie van persoonsgegevens (Eilandsverordening basisadministratie persoonsgegevens) |
Citeertitel | Eilandsverordening basisadministratie persoonsgegevens |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Sint Eustatius (AB 2010, no. 19) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Sint Eustatius en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Sint Eustatius van toepassing.
De oorspronkelijke grondslag(en) kan men vinden door te zoeken op 09-10-2010.
Verzamelverordening regelingenbestand Sint Eustatius
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 08-10-2010 A.B. 2010, no. 19 | Onbekend | ||
03-07-1999 | 01-01-1998 | 10-10-2010 | Nieuwe regeling | 02-07-1999 A.B. 1999, no. 5 | onbekend |
Hoofdstuk II Het bijhouden van de basisadministratie
Afdeling 1. Algemene bepalingen
Paragraaf 1 HET INSCHRIJVEN EN UITSCHRIJVEN
Op grond van de geboorteakte, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand in de Nederlandse Antillen of Aruba, wordt het kind ingeschreven dat niet reeds is ingeschreven in de basisadministratie of in een andere basisadministratie, indien de moeder op de geboortedatum van het kind als ingezetene is ingeschreven. Ingeval de moeder niet als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie of in een andere basisadministratie, wordt het kind ingeschreven in de basisadministratie, indien de vader op de geboortedatum van het kind ingezetene is.
Op grond van zijn aangifte van verblijf en adres wordt degene die niet als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie en die naar redelijke verwachting gedurende een halfjaar ten minste twee derden van de tijd in het eilandgebied Sint Eustatius verblijf zal houden, als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie.
Degene die is ingeschreven in de basisadministratie blijft daarin na zijn vertrek naar een ander land dan de Nederlandse Antillen of Aruba danwel na zijn overlijden ingeschreven. Alsdan wordt de bijhouding van diens persoonslijst opgeschort.
Uitschrijving uit de basisadministratie geschiedt door de beheerder van de basisadministratie uitsluitend op grond van een mededeling van de beheerder van een andere basisadministratie dat hij heeft besloten tot inschrijving van de betrokken persoon in die basisadministratie. De uitschrijving geschiedt terstond na ontvangst van de mededeling.
Paragraaf 2 HET OPNEMEN VAN PERSOONSGEGEVENS
In de basisadministratie worden door de beheerder van de basisadministratie over de ingeschrevene uitsluitend de volgende gegevens opgenomen:
1° gegevens over de burgerlijke staat;
3° gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend;
4° gegevens over de nationaliteit;
5° gegevens over de verblijfstitel;
6° gegevens over het adres alsmede over het verblijf in het eilandgebied en het vertrek uit het eilandgebied;
7° gegevens over de administratienummers van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten en de kinderen;
8° gegevens over het ID-nummer van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten en de kinderen;
9° gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot of eerdere echtgenoot.
1° gegevens in verband met de inschrijving en uitschrijving;
2° gegevens ter aanduiding van akten en andere geschriften waaruit algemene gegevens zijn verkregen, dan wel van de rechtsgrond krachtens welke gegevens over het Nederlanderschap zijn opgenomen;
3° gegevens ter aanduiding van de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of van strijd met de Nederlands-Antilliaanse openbare orde van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat dan wel over een onderzoek naar die onjuistheid of strijdigheid, alsmede andere gegevens, noodzakelijk in verband met het bijhouden van de basisadministratie;
4° gegevens over de systematische verstrekking van gegevens;
Afdeling 2. De verplichtingen van de burger
Degene die naar redelijke verwachting gedurende een halfjaar twee derden van de tijd in het eilandgebied verblijf zal houden en die beschikt over een geldige verblijfstitel, meldt zich binnen vijf dagen na aanvang van zijn verblijf in persoon bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte te doen van verblijf en adres.
De ingezetene die gedurende een halfjaar ten minste twee derden van de tijd in een ander eilandgebied van de Nederlandse Antillen of in Aruba zal verblijven, meldt zich binnen tien dagen voor zijn vertrek bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte van vertrek te doen. Eenzelfde verplichting geldt voor de ingezetene die gedurende een jaar twee derden van de tijd in een ander land dan de Nederlandse Antillen of Aruba zal verblijven.
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld omtrent de gegevens die in het kader van de in het eerste, tweede en derde lid genoemde verplichtingen door de betrokkene dienen te worden verstrekt en worden de gevallen geregeld waarin het eerste, tweede en derde lid niet van toepassing zijn.
De ingezetene brengt zo spoedig mogelijk alle feiten, betreffende zijn burgerlijke staat en nationaliteit, die zich buiten het eilandgebied hebben voorgedaan, ter kennis van de beheerder van de basisadministratie en verschaft aan deze, desverlangd in persoon, de inlichtingen en legt de geschriften over die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de basisadministratie. Op verzoek van de houder van de basisadministratie legt hij van een geschrift een door een beëdigde vertaler vervaardigde Nederlandse vertaling over.
De echtgenoot en de nabestaanden tot en met de tweede graad van een ingeschrevene die in het buitenland is overleden, geven op verzoek van de houder van de basisadministratie aan de beheerder van de basisadministratie over dat overlijden, voor zover mogelijk, de inlichtingen en leggen de geschriften over die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de basisadministratie.
Verplichtingen als bedoeld in artikel 135 kunnen worden vervuld door:
het hoofd van een instelling voor gezondheidszorg voor een in die instelling verblijvende persoon die wegens de toestand van zijn gezondheid niet in staat kan worden geacht aan zijn verplichtingen te voldoen of een machtiging daartoe te geven, dan wel de echtgenoot of de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad van een zodanige persoon, onder overlegging van een schriftelijke verklaring van het hoofd van de desbetreffende instelling.
Afdeling 3. De rechten van de burger
De houder van de basisadministratie voldoet binnen vier weken aan het schriftelijk verzoek van betrokkene de hem betreffende gegevens in de basisadministratie op de aangegeven wijze te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien de gegevens onjuist dan wel onvolledig zijn of ten onrechte zijn opgenomen. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.
De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan door de houder van de basisadministratie, voor zover noodzakelijk, ten hoogste drie maal met telkens acht weken worden verlengd, indien het verzoek betrekking heeft op gegevens over de burgerlijke staat of de nationaliteit. Van een beslissing tot verlenging wordt terstond schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker.
Hoofdstuk III Het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie
Paragraaf 2 DE VERSTREKKING AAN AFNEMERS
In afwijking van artikel 22 kan worden bepaald dat een verstrekking ook omvatten administratieve gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, mits de afnemer ten genoege van de houder van de basisadministratie heeft aangetoond bij de verstrekking daarvan een gerechtvaardigd belang te hebben.
Paragraaf 3 DE VERSTREKKING AAN DERDEN
In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, kan de verstrekking alleen betrekking hebben op algemene en verwijsgegevens over de naam, de geslachtsnaam van de echtgenoot of de eerdere echtgenoot, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot of de eerdere echtgenoot, het adres, de geboortedatum en de datum van overlijden.
Paragraaf 4 HET RECHT OP GEHEIMHOUDING
De houder van de basisadministratie geeft aan het schriftelijke verzoek van betrokkene om in de gevallen, bedoeld in artikel 26, tweede lid, geen gegevens die opgenomen zijn op zijn persoonslijst of hem betreffende verwijsgegevens aan derden te verstrekken, binnen vier weken gevolg en doet daarvan terstond schriftelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de geldende regels ter zake.
Hoofdstuk IV Overige bepalingen
Paragraaf 3 BIJZONDERE BEPALINGEN
Bij alle handelingen betreffende het bijhouden van de basisadministratie en het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie en het bevolkingsregister draagt de beheerder van de basisadministratie zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de betrokkene onderscheidenlijk de verzoeker.
De ouders, voogden, verzorgers en curatoren van minderjarigen of onder curatele gestelden, zijn met het oog op de vaststelling van de identiteit van de minderjarige of onder curatele gestelde desgevraagd verplicht, deze te laten verschijnen bij de beheerder van de basisadministratie en een op de minderjarige of onder curatele gestelde betrekking hebbend document als bedoeld in het tweede lid over te leggen.
Hoofdstuk V Overgangsbepalingen
Het bestuurscollege draagt ambtshalve zorg dat de in het gezinsregister, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van het Besluit van den 16den december 1929, ter uitvoering van de verordening van de 21sten juni 1929, (P.B. 1929, no. 89) tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters, (P.B. 1929, no. 103), opgenomen personen worden ingeschreven in de basisadministratie aan de hand van de relevante gegevens uit dat gezinsregister, voor zover zij in dat register als woonachtig in het eilandgebied zijn vermeld.
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent de zorg voor de bevolkingsregisters, bedoeld in artikel 2, van het Besluit van den 16den december 1929, ter uitvoering van de verordening van de 21sten juni 1929 (P.B. no. 89), tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters (P.B. 1929, no. 103). Daarbij kan worden bepaald dat de bevolkingsregisters op een andere wijze dan in de vorm van gezinskaarten kunnen worden aangehouden en kan de vernietiging van gezinskaarten worden geregeld.
In afwijking van hoofdstuk III kunnen gedurende zes kalendermaanden na inwerkingtreding van de eilandsverordening, voor zover nog niet is beslist ten aanzien van gegevensverstrekking aan een afnemer, niettemin de gegevens worden verstrekt waarover die afnemer onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze eilandsverordening kon beschikken.
Met inachtneming van de voorschriften van deze eilandsverordening kunnen bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regels worden gesteld omtrent punten waarin deze eilandsverordening niet voorziet.
De Landsverordening van den 21sten juni 1929, tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters (P.B. 1929, no. 89), wordt ingetrokken.