Organisatie | Goeree-Overflakkee |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn |
Citeertitel | Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2016 | 01-02-2017 | vervallen van rechtswege | 27-09-2016 | Z-16-68519/61787 |
Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,
gelet op tijdelijk beleid (anticipatie) met betrekking tot wijziging van artikel 10d van de Participatiewet (loonkostensubsidie);
besluiten vast te stellen de volgende beleidsregels; Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn.
Hoofdstuk II. Tijdelijke beleidsregels forfaitaire loonkostensubsidie en loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn.
Artikel 2. Forfairtaire loonkostensubsidie
De te voor te stellen wetswijziging biedt bij de indiensttreding van personen die tot de doelgroep banenafspraak behoren de keuzemogelijkheid voor het toepassen van een reguliere loonkostensubsidie (op basis van vastgestelde loonwaarde bij aanvang van het dienstverband, met een maximum van 70% van het wettelijk minimumloon) of een forfaitaire loonkostensubsidie (vast percentage van 50% van het wettelijk minimumloon gedurende het eerste halfjaar). Een forfaitaire loonkostensubsidie maakt de start van een dienstverband met iemand uit de doelgroep banenafspraak gemakkelijker voor een werkgever.
De forfaitaire loonkostensubsidie houdt in dat tijdens de eerste zes maanden van een dienstbetrekking een vaste forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het WML kan worden ingezet in plaats van de loonkostensubsidie op basis van loonwaarde. Dit bedrag wordt vermeerderd met de aanspraak op vakantietoeslag op grond van artikel 15 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en met een bij ministeriele regeling vastgestelde vergoeding voor werkgeverslasten.
De loonkostensubsidie wordt naar evenredigheid verminderd, indien de arbeidsduur korter is dan de normale arbeidsduur, bedoeld in artikel 12 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Na zes maanden wordt de loonkostensubsidie voortgezet, maar berekend op basis van een tijdens de forfaitaire periode op de werkplek objectief vastgestelde loonwaarde.
Het tijdelijke beleid is als volgt:
De gemeente heeft de mogelijkheid (niet de plicht) om een forfaitaire loonkostensubsidie toe te kennen in plaats van de loonkostensubsidie op basis van de loonwaarde. Het al dan niet inzetten van een forfaitaire loonkostensubsidie dan wel het direct toepassen van een loonkostensubsidie op basis van loonwaarde wordt bepaald op basis van overleg tussen de gemeente en werkgever;
Artikel 3. Loonkostensubsidie voor schoolverlaters die bij een werkgever in dienst zijn
De wetswijziging zorgt ervoor dat gemeenten voortaan ook loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet kunnen inzetten voor schoolverlaters uit het voortgezet speciaal onderwijs, het praktijkonderwijs of de entreeopleiding MBO. Het gaat om jongeren die al bij een werkgever werkzaam zijn en die tot de doelgroep loonkostensubsidie/banenafspraak behoren en waarbij pas gedurende de arbeidsrelatie blijkt dat er sprake is van verminderde productiviteit. Nu is toekenning van loonkostensubsidie wettelijk alleen mogelijk als de arbeidsovereenkomst nog niet in werking is getreden.