Organisatie | Barneveld |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Barneveld |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Barneveld |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-10-2016 | 01-01-2018 | Nieuwe regeling | 28-09-2016 | 1017471 |
De raad van de gemeente Barneveld;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 16-97;
gelet op gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet;
vast te stellen de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren gemeente Barneveld
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
aanbieder: degene die een openbaar elektronisch communicatienetwerk aanbiedt als bedoeld in artikel 1.1, onder i van de wet en degene bedoeld in artikel 5.1 van de wet;
wet: Telecommunicatiewet;
huisaansluiting: niet met andere kabels of leidingen samengebonden delen van kabels of leidingen die een verbinding vormen tussen een net dat naar zijn aard voor aansluiting van huishoudens wordt opengesteld en één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, onder a tot en met e, van de Wet waardering onroerende zaken;
kabels en leidingen: één of meer kabels of leidingen, daaronder in ieder geval begrepen dat wat onder kabels wordt verstaan in artikel 1.1, onder z, van de wet en daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse en bovengrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;
voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15, van de wet;
openbare gronden: dat wat daaronder wordt verstaan in artikel 1.1, onder aa, van de Telecommunicatiewet, alsmede toekomstige openbare gronden;
melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet;
instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder b, van de wet;
Artikel 4. Reikwijdte hoofdstukken 2 en 3
Hoofdstuk 3 is van toepassing op werkzaamheden in, op of boven openbare gronden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van:
kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet, die ten dienste staan van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1, onder h, van de wet; en
ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken als bedoeld in artikel 5.15 van de wet.
Hoofdstuk 2. Werkzaamheden inzake kabels en leidingen, uitgezonderd kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het college kabels en leidingen in, op of boven openbare gronden aan te leggen, aanwezig te hebben, te onderhouden, aan te passen, te verleggen of te verwijderen.
Het college beslist op een aanvraag voor een vergunning binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing.
Artikel 12. Wijziging of intrekking vergunning
Het college kan een vergunning wijzigen of intrekken, onder meer indien:
Artikel 13. Verplichting tot verwijdering/aanpassing kabel of leiding
De vergunninghouder is verplicht om na het verlopen, het geheel of gedeeltelijk intrekken of het wijzigen van de vergunning, de kabel of leiding binnen een door het college te bepalen termijn te verwijderen of aan te passen overeenkomstig de gewijzigde vergunning.
Hoofdstuk 3. Werkzaamheden inzake kabels ten dienste van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk
Artikel 15. Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden
Het voornemen, bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, onder a, van de wet, wordt ten minste acht weken voor de voorgenomen aanvang van de werkzaamheden bij het college gemeld met een door hem vastgesteld formulier.
Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor te bereiden. Het vooroverleg is verplicht wanneer de geplande werkzaamheden van de aanbieder naar het oordeel van het college buurtoverstijgend zijn of een grote invloed op de hoofdinfrastructuur inclusief buurtontsluitingswegen en busbanen hebben, opdat tijdens het vooroverleg de geplande werkzaamheden gefaseerd kunnen worden.
Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste of tweede lid schriftelijk in kennis gesteld van de resultaten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.
Artikel 16. Gegevensverstrekking
Bij de melding als bedoeld in artikel 15 van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
naam, (e-mail)adres, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast zijn met de werkzaamheden en van een door hen aangewezen contactpersoon die ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden vierentwintig uur per dag bereikbaar is in verband met mogelijke calamiteiten;
alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 leden 2 en 3 van de wet genoemde belangen;
De leden 1 en 2 van dit artikel vinden overeenkomstige toepassing op een melding als bedoeld in artikel 15, tweede lid, van deze verordening en een melding als bedoeld in artikel 5.6, tweede lid, van de wet.
Artikel 17. Beslistermijn en aanhouding
Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.
Op een beslissing op een melding als bedoeld in deze verordening is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Artikel 18. Voorschriften en beperkingen bij instemming
Het college kan nadere regels stellen omtrent het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, alsook over de afmetingen van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.
Artikel 19. (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 15, derde lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 15, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.
Artikel 20. Herstel openbare gronden na beëindiging werkzaamheden
Openbare gronden worden na beëindiging van de werkzaamheden in de oude staat teruggebracht, tenzij het college anders heeft besloten.
Artikel 21. Melding wijziging voorzieningen en kabels
De aanbieder stelt het college onverwijld schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de voorzieningen of kabels verandert of dat de voorzieningen of kabels niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.
Artikel 22. Ernstige belemmeringen en storingen
Artikel 5.6 van de wet is niet van toepassing op de door het college aangewezen gebieden.
Degene die spoedeisende werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.6, eerste lid, van de wet heeft uitgevoerd verstrekt binnen acht weken na beëindiging van de werkzaamheden een uitvoeringsverslag aan het college.
Hoofdstuk 5. Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 25. Intrekken oude regeling en overgangsrecht
Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de wet of een vergunning is aangevraagd op grond van artikel 136 van de Algemene plaatselijke verordening en waarop nog niet is besloten, dan wordt daarop de onderhavige verordening toegepast. Hetzelfde geldt voor wat betreft de beslissing op een eventueel bezwaar.
Artikel 26. Inwerkingtreding en citeertitel
Op deze datum wordt de Verordening inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van telecommunicatiekabels’ van de gemeente Barneveld ingetrokken.