Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Doesburg

Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers Doesburg

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDoesburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening boete Wet inburgering nieuwkomers Doesburg
CiteertitelVerordening Boete Win Doesburg
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 18 Wet inburgering nieuwkomers (Win)

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200525-05-2016Nieuwe regeling

25-11-2004

Regiobode, 13 oktober 2010

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers Doesburg

De raad van de gemeente Doesburg;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 november 2004;

 

Gehoord de commissie Onderwijs en Welzijn d.d. 8 november 2004;

 

Gelet op artikel 18, lid 7 van de Wet inburgering nieuwkomers (Win);

 

Besluit:

 

vast te stellen

 

Verordening boete Wet inburgering nieuwkomers Doesburg.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet inburgering nieuwkomers (Win);

    • b.

      WWB: de Wet Werk en Bijstand;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doesburg;

    • d.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5, onderdeel c, van de WWB;

    • e.

      boete: de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet;

    • f.

      maatregel: het verlagen van de bijstand op grond van artikel 18, tweede lid, van de WWB;

  • 2.

    De begripsbepalingen van de wet zijn op deze verordening van toepassing, tenzij daarvan uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 2 Afstemming en dringende redenen

  • 1.

    Bij het opleggen van een boete wordt deze verordening in acht genomen, onverminderd het bepaalde in artikel 18, tweede en vierde, lid van de wet.

  • 2.

    Als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt wordt geen boete opgelegd.

Artikel 3 Hoogte van de boete

  • 1.

    De boete bedraagt 30% van de bijstandsnorm die voor de nieuwkomer geldt of zou gelden als hij belanghebbende in de zin van de WWB zou zijn.

  • 2.

    Bij herhaling van een gedraging als bedoeld in artikel 18, eerste lid, van de wet, binnen twaalf maanden nadat aan de nieuwkomer terzake van die gedraging een boete is opgelegd, bedraagt de boete 50% van de in het eerste lid bedoelde bijstandsnorm.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 5 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Boete Win Doesburg.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 25 november 2004.

De griffier, De voorzitter,

Toelichting Verordening Boete Win Doesburg

 

 

1. Inleiding - invoering van de Wet Werk en Bijstand en wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers

 

Op 1 januari 2004 zijn de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Invoeringswet Wet Werk en Bijstand (Invoeringswet WWB) in werking getreden. De WWB vervangt onder meer de Algemene bijstandswet (Abw). Met de WWB is de beleidsmatige en financiële verantwoordelijkheid voor de reïntegratie en inkomens­ondersteuning van mensen die daarop aanspraak kunnen maken, volledig aan de gemeenten overgedragen.

 

Mede gelet op de rechtszekerheid en gelijke behandeling van klanten voorziet de WWB onder meer in een opdracht aan de gemeenteraad om gemeentelijke verordeningen vast te stellen ten aanzien van:

  • 1.

    het ondersteunen van klanten bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van daarop gerichte voorzieningen (Reïntegratieverordening WWB);

  • 2.

    het verlagen van de bijstand als een klant tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont of verplichtingen, waaronder begrepen de inlichtingenplicht, niet of onvoldoende nakomt (Afstemmingsverordening WWB).

 

2. Wijziging van de Wet inburgering nieuwkomers (Win)

 

Met de invoering van de WWB wordt ook de Win gewijzigd. In het verlengde van de hiervoor genoemde WWB-verordeningen moet het burgemeester en wethouders in een gemeen­te­lijke verordening nadere regels stellen met betrekking tot het opleggen van de bestuurlijke boete in het kader van de Win.

Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Win moet het burgemeester en wethouders een boete opleggen als een nieuwkomer in strijd handelt met een uit de Win voort­vloeiende, in de betreffende bepaling nader aangeduide verplichting. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om het niet of onvoldoende nakomen van de verplichting een inburgeringsprogramma te volgen.

 

De hoogte van de boete is, tot het moment dat de in de inleiding genoemde WWB-verordeningen in werking treden, landelijk geregeld via het Boetebesluit inburgering nieuwkomers. De boete bedraagt 20% van de voor de nieuwkomer geldende bijstandsnorm, die voor hem geldt of voor hem zou gelden als hij bijstandsgerechtigd zou zijn geweest. Ingeval van recidive binnen twaalf maanden nadat eerder een boete is opgelegd, wordt de boete verdubbeld tot 40% van de toepasselijke bijstandsnorm.

 

Zodra de genoemde WWB-verordeningen in werking treden vervalt, op grond van de Invoeringswet WWB en artikel 2 van de Invoeringsregeling WWB, het Boetebesluit Win en treedt artikel 47 van de Invoeringswet WWB feitelijk in werking.

Op grond van het aldus gewijzigde artikel 18, zevende lid, van de Win moeten vanaf dat moment, bij gemeentelijke verordening, nadere regels zijn gesteld over de hoogte van de boete.

 

3. Wijziging ten opzichte van Boetebesluit Win

 

Om aansluiting te zoeken bij de Afstemmingsverordening WWB wordt de boete voor het verwijtbaar niet nakomen van de verplichtingen van de klant verhoogd. In de Afstemmingsverordening WWB is een aantal categorieën gedefinieerd met verschillende boetepercentages. Het verwijtbaar niet nakomen beschouwen wij als een gedraging van de derde categorie, waarvoor een boete van 50% van de bijstandsnorm kan worden opgelegd.

Dit betekent een verhoging van de boete van 20% van de bijstandsnorm volgens het Boetebesluit Win naar 50% volgens deze nieuwe Verordening Boete Win Doesburg.

 

 

Relatie met het maatregelenbeleid WWB

 

Voor zover het gaat om nieuwkomers die bijstand ontvangen, blijft een boete achterwege als voor dezelfde gedraging een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand, is opgelegd. Daarbij is van belang dat het volgen van een inburgeringsprogramma als verplichting aan de bijstand kan worden verbonden. Het verwijtbaar niet-nakomen van die verplichting leidt, net als onder de Abw, op grond van de WWB en de hierboven genoemde Afstemmings­verordening WWB tot een verlaging van de bijstand met eveneens 50% van de bijstandsnorm gedurende een maand. Bij recidive binnen twaalf maanden nadat een maatregel is opgelegd, wordt het percentage of de duur verdubbeld. In de Afstemmingsverordening is de recidivetermijn 24 maanden. In deze verordening geldt een recidivetermijn van twaalf maanden, omdat het totale inburgeringstraject maximaal twaalf maanden duurt.

 

4. Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel 1

 

De begrippen in deze verordening hebben dezelfde betekenis als in de Win.

 

Het begrip bijstandsnorm, waaraan de hoogte van de boete is gerelateerd, is ontleend aan de WWB. Het is het normbedrag per maand waarop krachtens de WWB aanspraak gemaakt kan worden als men over onvoldoende middelen beschikt om te kunnen voorzien in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van het bedrag is onder meer afhankelijk van de woon- en leefsituatie. In een gemeentelijke verordening moeten nadere regels worden gesteld ten aanzien van het verhogen of verlagen van de bijstandsnorm. De Verordening toeslagen en verlagingen WWB voorziet daar in.

 

Ook het begrip maatregel is aan de WWB ontleend. Een maatregel wordt toegepast als een bijstandsgerechtigde de aan de bijstand verbonden verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Een maatregel bestaat uit een tijdelijke verlaging van de bijstand. Het gemeentelijk maatregelenbeleid in het kader van de WWB moet eveneens verder in een verordening worden uitgewerkt. De Afstemmingsverordening WWB voorziet daar in.

 

Artikel 2

 

Artikel 18, tweede lid, Win bepaalt dat de hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert en de mate van verwijtbaarheid. De boete mag met andere woorden niet disproportioneel zijn.

 

Verder kan het burgemeester en wethouders op grond van artikel 18, vierde lid, Win afzien van het opleggen van een boete als daarvoor dringende redenen zijn. Deze bepaling kan gezien worden als een hardheidsclausule. Gelet op de mogelijkheden om op grond van de in artikel 2, tweede lid, van deze verordening genoemde criteria al een vergaande individualisering toe te passen, in het bijzonder doordat rekening gehouden kan worden met de persoonlijke omstandigheden van de klant, zal er slechts in zeer uitzonderlijke situaties aanleiding zijn om toepassing aan deze bepaling te geven. De dringende redenen kunnen geen verband houden met de omstandigheden waaronder een verplichting niet is nagekomen, maar uitsluitend gelegen zijn in de onaanvaardbaarheid van de gevolgen die een maatregel voor een belanghebbende heeft.

 

In het eerste lid is bepaald dat die uitgangspunten onverkort van kracht blijven bij toepassing van deze verordening. Het maakt het mogelijk maatwerk te leveren en af te wijken van de standaardboete als de bijzondere omstandigheden van het geval daar aanleiding toe geven.

In het tweede lid is, om ieder mogelijk misverstand daarover uit te sluiten en in navolging van artikel 18, tweede lid, WWB expliciet bepaald dat geen boete wordt opgelegd als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

 

Verwijtbaarheid wordt getoetst aan de volgende verplichtingen:

  • -

    De meldingsplicht voor een inburgeringsonderzoek (artikel 2);

  • -

    De plicht om medewerking te verlenen aan het inburgeringsonderzoek (artikel 4, lid 4);

  • -

    De plicht zich tijdig te laten inschrijven bij een instelling voor educatie (artikel 8);

  • -

    De plicht aanwezig te zijn bij alle onderdelen van het voor de deelnemer(ster) vastgestelde educatieve programma (artikel 9);

  • -

    De verplichting om een toets af te leggen (artikel 10);

  • -

    De plicht om medewerking te verlenen aan de overige onderdelen van het voor de deelnemer(ster) vastgestelde inburgeringsprogramma.

 

Artikel 3

 

Er is nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de Afstemmingsverordening WWB. Het verwijtbaar niet nakomen van verplichtingen voortvloeiend uit de Win beschouwen wij als een gedraging in de derde categorie. De hiervoor op te leggen boete is 50% van de bijstandsnorm.

Het begrip recidive is ten opzichte van het, in het Boetebesluit Win gehanteerde begrip, niet gewijzigd.

Handhaving is een belangrijk aspect van de inburgeringsplicht. In de Win is bepaald, dat indien de nieuwkomer niet voldoet aan de wettelijke inburgeringsverplichtingen, sanctionering plaatsvindt door het opleggen van een bestuurlijke boete (artikel 18 tot en met 20).

 

 

Artikel 4

 

De Reïntegratieverordening WWB, de Afstemmingsverordening WWB en de Verordening Boete Win Doesburg treden tegelijk op 1 januari 2005 in werking.

 

De verordening heeft, nu de wettelijke grondslag voor toepassing van het Boetebesluit Win is komen te vervallen en in de Invoeringswet WWB geen bijzondere overgangsrecht is opgenomen, exclusieve werking. Dit betekent dat de nieuwe regels ook van toepassing zijn op gedragingen die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening hebben plaats gevonden. Dat spoort ook met de overwegingen van de wetgever om in het domein van de bijstand te voorzien in exclusieve werking op het terrein van verhaal en terugvordering van bijstand en de boete en de maatregel, zoals verwoord in de toelichting op het vervallen van artikel 6 van de Invoeringswet WWB (kamerstuk, 28960, nr. 7).