Organisatie | Saba |
---|---|
Organisatietype | Caribisch openbaar lichaam |
Officiële naam regeling | Monumenteneilandsverordening Saba 2010 |
Citeertitel | Monumenteneilandsverordening Saba 2010 |
Vastgesteld door | Eilandsraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vastgesteld en in werking getreden vóór 10-10-2010, maar op grond van artikel 7 van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Positieve lijst regelgeving Eilandsraad Saba (AB 2010, no. 6) tevens vastgesteld voor het openbaar lichaam Saba en derhalve met ingang van 10-10-2010 in het openbaar lichaam Saba van toepassing.
Eilandsbesluit houdende algemene maatregelen inzake het vaststellen van het actuele regelingenbestand van het eilandgebied en toekomstig openbaar lichaam Saba voor zover het haar bevoegdheid betreft
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-10-2010 | Bestendiging eilandsregeling in het openbaar lichaam | 26-08-2010 A.B. 2010, no. 6 | Onbekend | ||
28-08-2010 | 10-10-2010 | nieuwe regeling | 26-08-2010 A.B. 2010, no. 4 | onbekend |
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit krachtens de Monumentenlandsverordening 1989, dan wel deze verordening, is betrokken. Ten aanzien van rechtspersonen worden als hun belangen mede beschouwd de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen alsmede gezien hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen.
Het college brengt, na advies van de monumentenraad te hebben ingewonnen, ten minste éénmaal per jaar, aan de eilandsraad verslag uit van de aanwezigheid van monumenten en stads- en dorpsgezichten alsmede van de toestand waarin de beschermde monumenten en de beschermde stads- en dorpsgezichten zich bevinden.
HOOFDSTUK II MONUMENTENRAAD SABA
Er is een monumentenraad. Het college benoemt de leden. De leden dienen ofwel deskundig te zijn op het gebied van de monumentenzorg, dan wel van de bouwkunde, de stedenbouwkunde, de kunst, de geschiedenis van eiland en volk van Saba, het oudheidkundige bodemonderzoek, het toerisme of de financiële dan wel de juridische aspecten van de monumentenzorg.
De monumentenraad heeft tot taak het college en de eilandsraad, op verzoek of uit eigen beweging, te adviseren over de toepassing van de Monumentenlandsverordening 1989, over de werking van de eilandelijke monumentenverordening, over het eilandelijke monumentenbeleid en de aanwijzing van nieuwe monumenten.
HOOFDSTUK III BESCHERMDE MONUMENTEN
§ 1 Aanwijzing tot beschermd monument
Een besluit tot aanwijzing wordt zo spoedig mogelijk door het college schriftelijk aangetekend ter kennis gebracht van de eigenaren en van de rechthebbenden met een beperkt zakelijk recht terzake van het betreffende monument, alsmede van de verzoeker, indien om aanwijzing is verzocht. Bij onroerende monumenten geschiedt de kennisgeving voor zoveel mogelijk aan degenen, die als zodanig in de openbare registers staan vermeld.
Tot uiterlijk zes weken na die der schriftelijke kennisgeving ingevolge artikel 5, eerste lid kan ieder der eigenaren of zakelijk gerechtigden tot het betreffende monument en, indien om aanwijzing is verzocht, de verzoeker, een beroepschrift, houdende een uiteenzetting van zijn grieven tegen het besluit tot aanwijzing als monument, bij het college indienen. Als de dag van indiening geldt de datum van de ontvangststempel, dat op het beroepschrift wordt geplaatst.
Tot 6 weken na aanvang van de in artikel 5, derde lid genoemde termijn kunnen belanghebbenden, die geen kennisgeving als bedoeld in het eerste lid hebben ontvangen, een beroepschrift, houdende een uiteenzetting van hun grieven tegen het besluit tot aanwijzing als monument, bij het college indienen. Als de dag van de indiening geldt de datum van de ontvangststempel, dat op het beroepschrift wordt geplaatst.
Het college beslist binnen drie maanden na de dag van ontvangst op het beroepschrift. De beslissing wordt met redenen omkleed en schriftelijk ter kennis gebracht van de indiener van het beroepschrift, alsmede van de eigenaren en/of zakelijk gerechtigden van het betreffende monument en tevens, indien om aanwijzing is verzocht ook schriftelijk ter kennis van de verzoeker gebracht. Indien binnen voornoemde termijn van drie maanden geen beslissing is genomen, wordt de beschikking tot aanwijzing beschouwd te zijn vernietigd.
§ 2 Register van beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten
Het college houdt van beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten een openbaar register aan. In het register schrijft het college de monumenten en stads- en dorpsgezichten in, die tot beschermd monument en beschermde stads- en dorpsgezichten zijn aangewezen. Hierbij wordt vermeld, met redenen omkleed, de monumentale waarde van het monument en het algemene belang of de algemene belangen op grond waarvan tot bescherming van de monumentale waarde is besloten. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen roerende en onroerende monumenten. De inschrijving geschiedt, nadat de periode van ter inzagenlegging van het besluit van aanwijzing is verstreken.
De inrichting en het beheer van het in het eerste lid bedoelde register worden geregeld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen. Het register berust onder het bestuurscollege en ligt voor een ieder ter inzage op een kantoor van het eilandgebied. Een ieder kan zich aldaar op zijn kosten afschriften doen laten verstrekken.
Het college is bevoegd, ambtshalve of op verzoek van een belanghebbende, in het register wijzigingen te doen aanbrengen of beschermde monumenten, na de monumentenraad te hebben gehoord, van het register af te voeren. Het eerste lid is hierop van overeenkomstige toepassing, alsmede de artikelen 4 en 5 van deze verordening, tenzij de wijzigingen in het register geen veranderingen in de mate van bescherming te weeg zullen brengen of van ondergeschikte aard zijn en de monumentale waarde van het beschermde monument niet aantasten.
Het college kan een verleende vergunning bij een met redenen omkleed besluit geheel of gedeeltelijk intrekken indien blijkt dat;
sinds het tijdstip van de vergunningverlening de omstandigheden aan de zijde van de vergunninghouder zich zodanig hebben gewijzigd dat, na afweging van alle betrokken belangen, in redelijkheid tot het oordeel moet worden gekomen dat, ter bescherming van de belangen van het beschermde monument, de vergunning niet langer in stand kan blijven.
Indien een beschermd monument eigendom is van een kerkgenootschap of van een godsdienstige gemeenschap en uitsluitend of voor een overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst, neemt het college geen besluit als bedoeld in artikel 10, eerste lid, dan in overeenstemming met de eigenaar, voorzover het een besluit betreft, waarbij de wezenlijke belangen van de godsdienstuitoefening in het geding zijn.
§ 4 Bouwvallige beschermde monumenten, muren of erfafscheidingen
De eigenaar van beschermde monumenten of daartoe behorende muren of erfafscheidingen, die wegens het geheel of gedeeltelijke bouwvallige of verwaarloosde toestand dreigen in te storten of gevaar opleveren, is op een schriftelijk en met redenen omkleed besluit van het college verplicht er zorg voor te dragen dat binnen de daarbij gestelde termijn bedoelde beschermde monumenten of daartoe behorende muren of erfafscheidingen deugdelijk worden hersteld of versterkt.
Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gegeven over de gevallen waarin en de wijze waarop aan personen, als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de Monumentenlandsverordening 1989, een tegemoetkoming in de kosten van onderhoud en herstel van beschermde monumenten kunnen worden toegekend.