Organisatie | Dalfsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Dalfsen 2016 |
Citeertitel | Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Dalfsen 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Ook vastgesteld door college van burgemeester en wethouders
De Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2014 wordt ingetrokken.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-10-2016 | 01-10-2016 | 01-01-2019 | Nieuwe regeling | 26-09-2016 | 09-08-2016, nummer 491 |
De raad van de gemeente Dalfsen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97, 99 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Dalfsen 2016;
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;
lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
HOOFDSTUK 2 VOORZIENINGEN VOOR RAADS- EN COMMISSIELEDEN
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De hoogte van de vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden is gelijk aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Artikel 3 Vergoeding voor de werkzaamheden van commissieleden
Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, ontvangen de voorzitter en de leden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, gelet op hun deskundigheid en de zwaarte van hun taak, een vergoeding van respectievelijk € 200,– en € 160,– per vergadering. Als geen vergadering plaatsvindt, maar wel een advies moet worden uitgebracht, bedraagt deze vergoeding respectievelijk € 70,– en € 50,–.
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten
De vergoeding voor reis- en verblijfkosten als bedoeld in artikelen 96, eerste lid, en 97 van de Gemeentewet is:
voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
Artikel 6 Computer en internetverbinding
Commissieleden ontvangen op aanvraag een vergoeding voor het gebruik van eigen computerapparatuur en toebehoren van maandelijks 1/36e van de aanschafwaarde. Als de werkelijke aanschafwaarde hoger is dan de aanschafwaarde van de tablet, computer, bijbehorende apparatuur en/of software die aan raadsleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld, wordt uitgegaan van de laatstbedoelde aanschafwaarde.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk 2 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.
HOOFDSTUK 3 VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS
Artikel 8 Reiskosten woon-werkverkeer
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 9 Zakelijke reiskosten
Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 12 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in hoofdstuk 3 van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de loonbelasting 1964.
HOOFDSTUK 4 DECLARATIEPROCEDURE
Artikel 14 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.
Toelichting op de verordening rechtspositie 2016
In de wet en nadere regelgeving zijn alle van belang zijnde onderwerpen geregeld betreffende de rechtspositie van gemeentelijke politieke ambtsdragers. Een aantal voorzieningen, zoals de hoogte van de bezoldiging en de verschillende onkostenvergoedingen, is in de rechtspositiebesluiten overwegend geregeld in dwingendrechtelijke bepalingen.
De vergoedingen en regelingen voor raads- en commissieleden en wethouders die bij of krachtens de wet (lees Gemeentewet, rechtspositiebesluit of regeling) dwingendrechtelijk geregeld zijn, zijn niet opgenomen in deze verordening. Dit betreft de vergoedingen voor:
Hoofdlijnen gemeentelijke verordening
In de verordening zijn alleen bepalingen opgenomen inzake de rechtspositie van wethouders, raadsleden en leden van gemeentelijke commissies zover die niet dwingend geregeld is in hogere wet- en regelgeving. De grondslag hiervoor is te vinden in de Gemeentewet en genoemde rechtspositiebesluiten.
Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm dan ook, ten laste van de gemeente (artikel 44 van de Gemeentewet). Dit betekent dat de rechtspositionele aanspraken voor zittende wethouders uitsluitend te vinden zijn in respectievelijk de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders, de Regeling rechtspositie wethouders en deze verordening. Gewezen wethouders ontlenen hun aanspraak op een ontslaguitkering en pensioen aan de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.
Een soortgelijke bepaling als artikel 44 is voor raads- en commissieleden opgenomen in artikel 99 van de Gemeentewet. Het tweede lid van dat artikel voegt daaraan toe dat bij of krachtens de wet, dan wel bij gemeentelijke verordening aan raads- en commissieleden voordelen, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, mogen worden toegekend. Daarvoor is wel de goedkeuring van gedeputeerde staten vereist. De rechtspositionele aanspraken voor raads- en commissieleden zijn uitsluitend te vinden in respectievelijk de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en deze verordening.
Afwijking van de modelverordening
Deze verordening bevat bepalingen inzake:
Ten opzichte van de modelverordening van de VNG zijn de artikelen over een dienstauto en collectieve verzekeringen niet opgenomen en is het gebruik van een creditcard geschrapt. De reden hiervoor is dat in Dalfsen deze faciliteiten niet aanwezig zijn en het ongewenst is om deze faciliteiten wel in het leven te roepen via deze verordening.
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden
De hoogte van de raadsvergoeding is geregeld in het Rechtspositiebesluit. Het opnemen van deze bepaling in de verordening is daarmee in feite overbodig. De gemeenteraad kan echter besluiten dat een deel van de raadsvergoeding wordt uitbetaald als presentiegeld. Dat deel mag maximaal 20% van de raadsvergoeding zijn. Deze mogelijkheid is in de verordening niet opgenomen.
Artikel 3 Vergoeding voor de werkzaamheden van commissieleden
De hoogte van het presentiegeld voor leden van gemeentelijke commissies die zijn ingesteld op basis van artikel 82 t/m 84 Gemeentewet is geregeld in het Rechtspositiebesluit. De gemeenteraad kan in de gemeentelijke verordening regelen dat in bepaalde gevallen een hoger bedrag aan presentiegeld wordt toegekend dan het eerder bedoelde bedrag.
In het tweede lid wordt bepaald dat deze verordening niet van toepassing is op de voorzitter van de rekenkamercommissie omdat zijn vergoeding geregeld wordt in de Verordening op de rekenkamercommissie. In het derde lid zijn vergoedingen opgenomen voor de voorzitter en leden van de vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften, die overeenstemmen met de door het college bepaalde vergoedingen voor deze commissie.
Deze vergoeding geldt niet voor raadsleden, wethouders, ambtenaren en medewerkers en bestuurders van door de gesubsidieerde organisaties die in die hoedanigheid in de commissie zitting hebben (zie artikel 1 van de verordening).
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden
Raadsleden kunnen geen aanspraak maken op een vergoeding voor woon-werkverkeer, of voor reisen verblijfkosten voor reizen binnen het grondgebied van de gemeente. Dat is in strijd met artikel 99 van de Gemeentewet. Commissieleden niet zijnde raadsleden wel. Op grond van artikel 97 bestaat wel een aanspraak voor raads- en commissieleden op vergoeding van reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, waaronder reizen naar het buitenland, voor zover het verband houdt met de uitoefening van de functie. Voor de hoogte van de vergoedingsregelingen wordt aangesloten bij de vergoedingsregelingen voor wethouders.
Op grond van artikel 13 lid 1 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden komt niet partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielidmaatschap ten laste van de gemeente. In dit artikel is de procedure verder uitgewerkt.
Gezien de aard en duur van het ambt liggen voor raads- en commissieleden opleidingen voor de hand die gericht zijn op het persoonlijk functioneren in het ambt. Scholing is functiegericht als zij beoogt de voor de functie benodigde vakkennis en vaardigheden te verwerven dan wel actueel te houden.
Onder deze scholingskosten worden verstaan de cursus- en lesgelden, de kosten van het studiemateriaal, examen- en diplomakosten en de aanschafkosten van verplicht gesteld studiemateriaal, alsmede reisen verblijfkosten in het kader van de opleiding.
De raad kan bij verordening nadere regels stellen omtrent het maximale bedrag voor de scholing die voor vergoeding in aanmerking komt. Deze mogelijkheid is geboden in de kapstokbepaling in het vierde lid. Het vijfde lid bevat een hardheidsclausule. Mocht de griffier behoefte hebben aan extra oordeel of de gevraagde vergoeding binnen de geldende regels voor vergoeding in aanmerking komt, dan kan het presidium om een oordeel gevraagd worden.
Voor wethouders is in artikel 28b van het Rechtspositiebesluit wethouders de vergoeding van scholingskosten geregeld. Het college dient zelfstandig een nadere regeling vast te stellen voor scholingskosten.
Artikelen 6, 10, 11 Computer en internetverbinding en communicatieapparatuur
In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en het Rechtspositiebesluit wethouders is geregeld dat het raadslid of commissielid, respectievelijk de wethouder van de gemeente een computer in bruikleen krijgt verstrekt of een vergoeding ontvangt voor de aanschaf of het gebruik van zijn eigen computer. De vergoeding is daarom niet in strijd met artikel 99 van de Gemeentewet. Deze aanspraken kunnen echter alleen worden verstrekt wanneer dat is vastgelegd in een verordening.
De verordening gaat ervan uit dat een computer in bruikleen wordt verstrekt. Voor commissieleden geldt dat zij geen computer in bruikleen ontvangen, maar een tegemoetkoming ontvangen voor het gebruik van eigen apparatuur. Voor de hoogte van de tegemoetkoming aan commissieleden is aansluiting gezocht bij de bepalingen over de wethouders.
In de modelverordening zijn leden opgenomen als een vergoeding wordt gegeven. Als de raad besluit deze keuze niet te bieden, dan kunnen deze bepalingen vervallen. Dit is in Dalfsen toegepast.
Een onbelaste vergoeding is alleen toegestaan wanneer het gebruik voor 90% zakelijk is. Stijgt het gebruik voor privédoeleinden uit boven de 10% dan moet dit meegenomen worden in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Daarbij maakt het niet uit of het om een desktopcomputer, een laptop, een pocketpc , een mini-notebook of een tabletcomputer gaat.
De randapparatuur kan bestaan uit een printer of een docking station. De randapparatuur moet voor het werk functioneel zijn en kan niet zelfstandig gebruikt worden.
Wethouders kunnen aanspraak maken op het gebruik van communicatieapparatuur via een bruikleenovereenkomst. Hierin kunnen afspraken gemaakt worden over het privégebruik en het verhalen van kosten daarvan. Voor het gebruik van de privé mobiele telefoon waarmee zakelijke belkosten gedeclareerd kunnen worden, is geen grondslag opgenomen in het Rechtpositiebesluit wethouders, dus vergoeding daarvan is niet toegestaan.
Artikelen 7 en 13 Werkkostenregeling
In verband met de werkkostenregeling moeten een aantal netto-vergoedingen en verstrekkingen door de gemeente aangewezen worden als eindheffingsbestanddeel. Anders worden deze door de belastingdienst als loon gezien en moet hierover belasting worden ingehouden.
Artikelen 8 en 9 Reiskosten woon-werk en zakelijke reiskosten wethouders
Voor wethouders is in artikel 8 een vergoeding voor het woon-werkverkeer geregeld overeenkomstig de bepalingen bij en krachtens het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders. Per dag bestaat maximaal twee keer recht op vergoeding van een enkele reis woon-werkverkeer. Dit betekent concreet éénmaal op een dag vergoeding van de reis naar het gemeentehuis, zelfs al worden er meerdere ritten gemaakt (bijvoorbeeld voor een avondvergadering).
Op grond van artikel 9 worden zakelijke reiskosten, vergoed overeenkomstig de bepalingen bij en krachtens het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 12 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
Ook personen van buiten de gemeenteraad kunnen tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. Er is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing volgens de bepalingen in artikel 1 en 2 van de Regeling Rechtspositie Wethouders.
Artikelen 14 en 15 De procedure van declaratie
In de verordening zijn de wijzen van betaling aangegeven. Het gebruik van een creditcard is hier niet als mogelijkheid opgenomen. Ook is aangegeven in welke gevallen welke betalingswijze aan de orde is en welke procedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden. Hierbij gaat de voorkeur uit naar rechtstreeks facturering bij de gemeente, en daarna declaratie van vooruitbetaalde kosten, waarbij deze laatste afhankelijk is van de situatie.
Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de gemeente een dienstauto met of zonder chauffeur voor zakelijk gebruik beschikbaar stellen aan wethouders. In Dalfsen is hier niet voor gekozen. Als dit wel het geval zou zijn, geldt dat de dienstauto ook voor het woon-werkverkeer worden gebruikt. In dat geval vindt wel een korting plaats op de tegemoetkoming in de reiskosten woon-werk. De dienstauto kan ook worden gebruikt voor de vervulling van een q.q.-nevenfunctie. De eventueel uit hoofde van die nevenfunctie ontvangen vergoeding van reiskosten terzake wordt in dat geval in de gemeentelijke kas gestort. De dienstauto is niet beschikbaar voor privégebruik.
De kilometers voor ambtsgebonden nevenfuncties worden als zakelijk aangemerkt. Ambtsgebonden nevenfuncties vloeien voort uit het ambt. Van een ambtsgebonden nevenfunctie is in elk geval sprake als de ambtsdrager zich er niet aan kan onttrekken en de functie moet worden beëindigd als het ambt niet meer wordt uitgeoefend. Of met de nevenfunctie een maatschappelijk of algemeen bestuurlijk belang is gediend, is fiscaal bezien geen criterium voor het begrip ambtsgebonden nevenfunctie. Ook is het fiscaal niet relevant of door provinciale staten c.q. de gemeenteraad toestemming is gegeven voor het vervullen van de nevenfunctie en het gebruik van de dienstauto voor dat doel.
Het gebruik van de dienstauto voor niet ambtsgebonden nevenfuncties wordt als privégebruik aangemerkt. (Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 22 maart 2007 aan de Tweede Kamer, Tweede Kamerstuknummer 30 800 VII, nr. 42).
Bijwonen van bijvoorbeeld vergaderingen van de VNG behoort tot ambtsgebonden activiteiten. Het gebruik voor overige nevenactiviteiten die dus tot het privégebruik worden gerekend, is slechts tot 500 km per jaar onbelast. Daarboven wordt het privégebruik aangemerkt als loon in natura en is om die reden belast.
De gemeenteraad kan besluiten om het college op te dragen één of meer collectieve verzekeringen af te sluiten voor de raadsleden ten behoeve van pensioenopbouw, invaliditeits- en/of overlijdensrisico. Als de raad deze voorzieningen wenst te regelen, moet dit in de verordening worden opgenomen. In Dalfsen is hier niet voor gekozen.