Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening geurhinder en veehouderij Asten 2016 |
Citeertitel | Verordening geurhinder en veehouderij Asten 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | milieu |
Externe bijlagen | Geurnormenkaart Verordneing geurhinder en veehouderij Asten 2016 gebiedsvisie |
Bijlagen
art. 6, 8 Wet geurhinder en veehouderij
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-09-2016 | nieuwe regeling | 05-07-2016 | 2016/13807 |
De raad van de gemeente Asten;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van
gehoord het advies van de Commissie Ruimte van 14 juni 2016;
gelet op artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij;
gelet op de door hem bij besluit van 5 juli 2016 vastgestelde gebiedsvisie als bedoeld in artikel 8 van de Wet geurhinder en veehouderij,
vast te stellen de volgende verordening houdende regels met betrekking tot beslissingen inzake vergunningen krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover betreft geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven:
In deze verordening wordt verstaan onder:
Artikel 2. Aanwijzing gebieden
Als gebieden als bedoeld in artikel 6 van de Wet worden de volgende gebieden aangewezen:
Artikel 4 Andere waarden voor de afstanden melkveehouderij
In afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wet, bedraagt de minimale afstand tussen een melkveehouderij met melkkoeien (categorieën A1 uit de Regeling geurhinder en veehouderij) en een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening, de in tabel 1 genoemde waarde.
Tabel 1: aan te houden afstanden melkveehouderijen tot geurgevoelige objecten in de bebouwde kom en in het buitengebied. De andere afstanden zijn van toepassing bij de bouw van nieuwe stallen.
Artikel 5 Andere waarden voor de afstanden pelsdierhouderij
In afwijking van artikel 4, eerste lid van de Wet, bedraagt de minimale afstand tussen een pelsdierhouderij met fokteven en een geurgevoelig object in het gebied als genoemd in artikel 2 lid 1 van deze verordening, de in tabel 2 genoemde waarde.
Tabel 2: aan te houden afstanden pelsdierhouderijen tot geurgevoelige objecten in de bebouwde kom en in het buitengebied. De andere afstanden zijn van toepassing bij de bouw van nieuwe stallen.